Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Zal de aarde een paradijs worden?

Zal de aarde een paradijs worden?

De zienswijze van de Bijbel

Zal de aarde een paradijs worden?

LEGENDEN over een gouden eeuw waarin de mens zonder zonde was, in een goede verhouding tot God stond en niet ziek werd of stierf, zijn terug te vinden bij verschillende volken, waaronder de Egyptenaren, Mexicanen, Peruanen en Tibetanen. In die legenden wordt ook over een zondeval gesproken.

Hoewel zulke legenden in de loop van de tijd veranderd en opgesmukt zijn, hebben ze te veel elementen gemeen om toeval te kunnen zijn. Daaruit hebben veel mensen de conclusie getrokken dat de verhalen aan historische gebeurtenissen ontleend zijn. En inderdaad, de gemeenschappelijke elementen komen opmerkelijk overeen met wat in de beginhoofdstukken van het Bijbelboek Genesis staat. Daar vinden we echter geen vage beschrijving als van een legende, maar de specifieke details van nauwkeurige geschiedenis. — 2 Timotheüs 3:16.

Een volmaakt begin

Het boek Genesis vertelt ons dat God de eerste mensen, Adam en Eva, schiep en ze in een waterrijke tuin plaatste, de Hof van Eden. Ze verkeerden in een volmaakte gezondheid en hadden het vooruitzicht op eeuwig leven. De dood was de straf voor zonde (Genesis 2:8-17; Romeinen 5:12). Adam en Eva kregen de opdracht: „Weest vruchtbaar en wordt tot velen en vult de aarde en onderwerpt haar” (Genesis 1:28). Het resultaat zou zijn dat de hele aarde een paradijs zou worden, gevuld met volmaakte mensen die vrijwillig onderworpen waren aan God, hun Regeerder.

Droevig genoeg waren Adam en Eva ongehoorzaam aan God. Daardoor verspeelden ze hun gelegenheid om het voornemen van hun Schepper te vervullen en ook hun vooruitzicht op eeuwig leven. Maar Jehovah God zal zijn doel voor de aarde toch vervullen. „Mijn woord dat uit mijn mond uitgaat, . . . zal niet zonder resultaten tot mij terugkeren,” zei hij, maar „het zal stellig succes hebben” (Jesaja 55:11). Jehovah’s voornemen dat mensen die zijn eigenschappen weerspiegelen, in een paradijs op aarde zullen leven, is zelfs een van de voornaamste thema’s van de Bijbel. — Romeinen 8:19-21.

„Gij zult met mij in het Paradijs zijn”

Onmiddellijk nadat Adam en Eva gezondigd hadden, beloofde God een „zaad” of nageslacht voort te brengen dat uiteindelijk „de oorspronkelijke slang”, Satan de Duivel, zou vernietigen en zijn goddeloze werken zou verbreken (Genesis 3:15; Openbaring 12:9; 1 Johannes 3:8). Het voornaamste deel van dat „zaad” bleek Jezus Christus te zijn (Galaten 3:16). Bovendien stelde God hem aan als Koning van een hemels koninkrijk dat over de aarde zal regeren. — Daniël 7:13, 14; Openbaring 11:15.

Christus zal volledig volbrengen wat Adam nagelaten heeft te doen. De Bijbel noemt Jezus zelfs „de laatste Adam” (1 Korinthiërs 15:45). Bovendien bracht Jezus in het Onzevader de toekomst van de aarde in verband met Gods koninkrijk toen hij zei: „Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde.” — Mattheüs 6:10.

Toen Jezus op aarde was, kon hij als toekomstige Koning over de aarde terecht tegen de berouwvolle misdadiger naast hem aan de paal zeggen: „Gij zult met mij in het Paradijs zijn” (Lukas 23:43). Het Paradijs dat Jezus in gedachten had, zou op aarde zijn, zoals oorspronkelijk Gods bedoeling was. Dat wordt overduidelijk door de Bijbel ondersteund. Neem bijvoorbeeld de volgende teksten.

„De rechtvaardigen, díé zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven” (Psalm 37:29). „Er zal volop koren op aarde blijken te zijn; op de top der bergen zal overvloed zijn” (Psalm 72:16). „De oprechten zijn het die op de aarde zullen verblijven, en de onberispelijken zijn het die erop zullen overblijven” (Spreuken 2:21). „Men zal generlei kwaad doen noch enig verderf stichten op heel mijn heilige berg; want de aarde zal stellig vervuld zijn van de kennis van Jehovah, zoals de wateren ook de zee bedekken.” — Jesaja 11:9.

In overeenstemming met die uitspraken zei Jezus in zijn bekende Bergrede: „Gelukkig zijn de zachtaardigen, want zij zullen de aarde beërven” (Mattheüs 5:5). Later schreef de apostel Johannes: „De tent van God is bij de mensen . . . Hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan” (Openbaring 21:3, 4). Het is duidelijk dat deze Bijbelteksten niet over een hemels paradijs gaan maar over een letterlijk paradijs hier op aarde.

Wat Bijbelgeleerden hebben gezegd

Veel Bijbelgeleerden geloven dat de aarde onder Christus’ koninkrijk een paradijs zal worden. De theoloog Joseph A. Seiss zei: „De hele aarde onder de Messias moet dan uiteindelijk worden . . . wat die . . . geweest zou zijn als Adam nooit gezondigd had.” Henry Alford schreef in een Bijbelcommentaar: „Dat koninkrijk van God . . . zal blijven functioneren tot het echt een koninkrijk over deze aarde wordt, en haar onderdanen zullen de aarde beërven . . ., uiteindelijk in haar vernieuwde en gezegende staat, voor eeuwig.” — The New Testament for English Readers; cursief in origineel.

Zo schreef ook Isaac Newton, bekend wetenschapper en ijverig student van de Bijbel: „De aarde zal na de oordeelsdag nog steeds bewoond worden door stervelingen [mensen] en dat niet slechts voor duizend jaar, maar zelfs voor eeuwig.”

Omdat de aarde rechtstreeks door Jezus Christus geregeerd zal worden, zal slechtheid nooit meer voet aan de grond kunnen krijgen (Jesaja 11:1-5, 9). De aarde zal dan in elk opzicht een paradijs zijn en haar Schepper eeuwig tot eer strekken.

WAT DENKT U?

▪ Wat was Gods oorspronkelijke bedoeling met de mensen en de aarde? — Genesis 1:28.

▪ Wat zal Gods koninkrijk tot stand brengen? — Mattheüs 6:10.

▪ Waarom zal slechtheid nooit meer voet aan de grond kunnen krijgen? — Jesaja 11:1-5, 9.

[Inzet op blz. 11]

„Gelukkig zijn de zachtaardigen, want zij zullen de aarde beërven.” — Mattheüs 5:5