Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Een huilende gorillababy

Een huilende gorillababy

Een huilende gorillababy

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN KAMEROEN

Pitchou, een gorillavrouwtje, werd geboren in een woud in Centraal-Afrika. Toen ze ongeveer een jaar oud was, werden haar moeder en alle andere leden van haar groep door jagers gedood om het vlees van de dieren te kunnen verkopen. Omdat Pitchou te klein was, lieten ze haar in leven om als huisdier te verkopen. Maar ze werd ziek en huilde onophoudelijk.

PITCHOU is slechts een van de vele duizenden ouderloze primaten. Deze droevige situatie is ontstaan door een combinatie van factoren. Een daarvan is de illegale handel in bushmeat. Beroepsjagers struinen dag en nacht door het bos en slaan munt uit de vraag van restaurants en individuele personen naar dit soort vlees. Ondertussen houden tussenpersonen zich bezig met de lucratieve — maar illegale — plaatselijke en internationale netwerken om de dieren en het vlees op de markt te brengen.

Een tweede factor heeft te maken met het onverantwoord kappen van bomen. Wanneer bossen worden vernietigd, raken dieren hun leefgebied kwijt en kunnen ze er niet meer schuilen, naar voedsel zoeken of nestelen. Bovendien wordt de ene factor door de andere versterkt. De jagers hebben door de wegen voor boomstamvervoer namelijk een makkelijke toegang tot het bos, waar de verwarde en vaak ontheemde dieren een eenvoudige prooi zijn. Andere factoren zijn bevolkingsgroei, de vraag naar eiwitrijk voedsel, groeiende steden, doeltreffender jachttechnieken, oorlogvoering en de daaraan verbonden toename in het aantal vuurwapens. Daardoor worden primaten en andere dieren meer dan ooit met uitsterven bedreigd, wat leidt tot wat wel het legebossyndroom wordt genoemd. Maar dat is misschien niet het enige probleem. Waarom niet? Door bij te dragen aan de verspreiding van zaden spelen dieren bijvoorbeeld een rol in de gezondheid en verscheidenheid van de ecosystemen van het bos. Wanneer de fauna verdwenen is, kan dat dus ook van invloed zijn op de flora.

Toch blijft men op de dieren jagen. In slechts tien jaar tijd zijn de primatenpopulaties in sommige delen van West-Afrika gedaald tot een tiende van wat ze ooit waren. „Als het stropen zo doorgaat,” zeggen deskundigen in Kameroen, „zijn er binnenkort in het wild geen gorilla’s meer.” *

Redding voor weesjes

In reactie op deze tragische situatie zetten verenigingen tot natuurbehoud, zoals het Limbe Wildlife Centre aan de voet van de berg Kameroen, zich in voor de bescherming van bedreigde diersoorten. In het centrum zijn gorilla’s, chimpansees, mandrils en nog dertien primatensoorten te zien, naast allerlei andere dieren. De laatste jaren heeft het centrum bijna tweehonderd verweesde en ontheemde primaten opgevangen en ze een veilige omgeving, voedsel en medische zorg gegeven. Nog een functie van het centrum is dat het de vele bezoekers (in een recent jaar ruim 28.000) uit Kameroen, naburige landen en de rest van de wereld bewust maakt van het belang van natuurbehoud.

Dat brengt ons weer bij Pitchou. Bezorgde omstanders vonden de huilende jonge gorilla zo zielig dat ze haar van de jagers kochten en aan het centrum gaven. Na aankomst werd ze grondig onderzocht. Ze was niet alleen getraumatiseerd, maar ze hoestte ook, was uitgedroogd en ondervoed, leed aan diarree en had verwondingen. Vanwege huidproblemen kreeg ze de naam Pitchou, wat in het plaatselijke dialect „gevlekt” betekent. Gelukkig reageerde ze goed op de behandelingen en was er geen operatie nodig, die overigens in het centrum had kunnen worden uitgevoerd.

Zoals gebruikelijk voor dieren die in het centrum arriveren, moest Pitchou eerst drie maanden in quarantaine. Daarna werd ze bij de elf andere gorilla’s in het buitenverblijf gezet, dat veel weg heeft van hun natuurlijke leefomgeving. De medewerkers van het centrum vonden het prachtig te zien dat de oudere dieren zoals gebruikelijk vriendschap sloten met de nieuwe aanwinst zodat Pitchou er al snel bij hoorde.

Door het nauwe contact tussen de dieren en hun verzorgers ontstaat er een hechte band. Een bezoeker kan door het zien van de activiteiten in het centrum beter begrijpen welke morele verantwoordelijkheid God aan de mensen gaf toen hij het eerste mensenpaar de opdracht gaf de aarde en de dieren erop in onderworpenheid te hebben. — Genesis 1:28.

Wat komt er van de wezen terecht?

Het uiteindelijke doel van het centrum is de dieren weer vrij te laten in de natuur. Maar dat is nog niet zo eenvoudig. Dieren die gewend zijn door mensen te worden verzorgd, zijn vaak slecht toegerust om in de natuur te overleven. Opnieuw lopen ze het risico om als vlees op iemands bord te belanden. Diverse Afrikaanse landen zijn met elkaar overeengekomen om grensoverschrijdende beschermde gebieden te creëren en het beheer van bestaande gebieden te verbeteren. Hopelijk zullen deze afspraken het vrijlaten van verweesde dieren vereenvoudigen en niet alleen bijdragen tot het behoud van de primaten maar ook van alle andere wilde dieren in het gebied.

Ondertussen wijst alles erop dat tegengestelde belangen — hebzucht, armoede, snelle bevolkingsgroei en ontbossing — een zware tol zullen blijven eisen van primaten en andere dieren. Als er niet snel verbetering komt in de bescherming van de gebieden „zullen sommige dierenpopulaties waarschijnlijk dusdanig achteruitgaan dat het ze fataal wordt”, zegt Felix Lankester, projectmanager van het Limbe Wildlife Centre. „Het gevolg . . . zou kunnen zijn dat de dieren die we proberen te helpen, in het wild uitsterven.”

Dat is een tragedie. Maar het is een nog grotere tragedie om mensen te zien lijden door ondervoeding en ziekte, en om kinderen met opgeblazen buikjes en betraande ogen te zien sterven omdat ze geen voedsel hebben. Het is duidelijk dat de problemen van Pitchou de droevige staat van de wereld in haar geheel onderstrepen, en vooral de ongelijkheid en onrechtvaardigheid.

Gelukkig laat het de Schepper niet koud wat er op aarde gebeurt. Hij zal spoedig de oorzaken van wreedheid, lijden en uitsterven wegnemen en blijvende harmonie tot stand brengen tussen alles wat leeft. — Jesaja 11:6-9.

[Voetnoot]

^ ¶6 Gezondheidsdeskundigen waarschuwen dat door het aanraken en eten van bushmeat ook dodelijke virussen zoals antrax en ebola en hiv-achtige virussen van dieren op mensen kunnen worden overgebracht.

[Illustraties op blz. 22, 23]

Pitchou, eerst ziek, nu weer gezond

[Illustratie op blz. 23]

Roodoormeerkat

[Illustratie op blz. 23]

Een mandril die haar jong verzorgt

[Illustratie op blz. 24]

Ingang van het Limbe Wildlife Centre

[Illustratie op blz. 24]

De verzorging van Bolo, een gorillaweesje

[Illustratieverantwoording op blz. 23]

All photos pages 22 and 23: Limbe Wildlife Centre, Cameroon

[Illustratieverantwoording op blz. 24]

Both photos: Limbe Wildlife Centre, Cameroon