Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hoe kan ik nee zeggen tegen verleidingen?

Hoe kan ik nee zeggen tegen verleidingen?

Jonge mensen vragen

Hoe kan ik nee zeggen tegen verleidingen?

▪ Karen is nog niet zo lang op het feestje als ze twee jongens alweer met grote tassen langs ziet lopen. Ze kan wel raden wat daarin zit, want ze had die jongens eerder al horen zeggen dat er veel drank op het feestje zou zijn. Dat heeft Karen natuurlijk niet aan haar ouders verteld. Ze dacht dat die jongens maar een grapje maakten, want er zouden toch ook nog ergens een paar volwassenen zijn?

Plotseling hoort Karen een bekende stem achter zich: „Wat sta je daar nou saai voor je uit te staren?” Ze draait zich om en ziet haar vriendin Jessica staan met twee flesjes bier in haar handen. Jessica houdt er Karen een voor en zegt: „Vertel me nou niet dat je geen lol wilt maken!”

Karen wil eigenlijk nee zeggen, want ze heeft al wat bier gedronken. Maar de druk om ja te zeggen is groter dan ze had verwacht. Jessica is nu eenmaal haar vriendin, en Karen wil geen spelbreker zijn. Bovendien doet Jessica nooit rare dingen. ’Het is maar bier’, zegt Karen tegen zichzelf. ’Het is niet hetzelfde als drugs of seks.’

ALS je jong bent, komen er heel wat verleidingen op je af. Vaak hebben die te maken met het andere geslacht. „De meisjes op school zijn heel opdringerig”, vertelt Ramon * (17). „Ze zitten de hele tijd aan je en kijken hoe ver ze bij je kunnen gaan. Je komt gewoon niet van ze af!” Deanna (17) maakte net zoiets mee. „Een jongen kwam naar me toe en sloeg zijn arm om me heen. Ik duwde zijn arm weg en zei: ’Doe even normaal! Ik ken je niet eens!’”

Misschien krijg jij ook vaak met verleidingen te maken en heb je het gevoel dat de druk om mee te doen nooit ophoudt. Een christelijke jongen zei: „Verleiding is alsof er iemand constant op je deur staat te kloppen zonder zich iets aan te trekken van het bordje ’Niet storen’.” Krijg jij ook vaker met verleidingen te maken dan je lief is? Kom je bijvoorbeeld weleens in de verleiding een van de volgende dingen te doen?

□ Roken

□ Te veel drinken

□ Drugs nemen

□ Naar porno kijken

□ Immorele seks hebben

□ Iets anders ․․․․․

Als je een van deze dingen hebt aangekruist, trek dan niet de conclusie dat een christen zijn gewoon niks voor jou is. Je kunt leren verkeerde verlangens onder controle te houden en niet aan verleidingen toe te geven. Hoe doe je dat? Het is een hulp als je weet wat de oorzaak van verleidingen is. Sta eens stil bij drie factoren.

1. Onvolmaaktheid. Alle mensen hebben de neiging verkeerde dingen te doen omdat ze onvolmaakt zijn. Zelfs Paulus, een rijpe christen, gaf eerlijk toe: ’Wanneer ik het juiste wens te doen, is het slechte bij mij aanwezig’ (Romeinen 7:21). Dus zelfs iemand die echt het goede wil doen, zal af en toe de invloed merken van „de begeerte van het vlees en de begeerte der ogen” (1 Johannes 2:16). Maar als je bij verleidingen blijft stilstaan, wordt het alleen maar erger, want de Bijbel zegt dat ’de begeerte waaraan wordt toegegeven, zonde voortbrengt’. — Jakobus 1:15, Groot Nieuws Bijbel.

2. Invloeden van buitenaf. Er zijn overal verleidingen. „Op school en op het werk praten mensen constant over seks”, zegt Trudy. „Op tv en in films lijkt het altijd zo leuk en spannend. De vervelende gevolgen zie je bijna nooit!” Trudy weet uit ervaring hoe sterk die invloeden kunnen zijn. „Toen ik zestien was dacht ik dat ik van een jongen hield. Mijn moeder had een gesprek met me en zei dat ik zwanger zou raken als ik op deze manier doorging. Ik was geschokt dat mijn moeder zoiets kon denken! Twee maanden later was ik zwanger.”

3. „De begeerten die aan de jeugd eigen zijn” (2 Timotheüs 2:22). Daarbij horen de verlangens die de meeste jongeren hebben, zoals het verlangen geaccepteerd te worden of het verlangen naar een eigen identiteit. Die verlangens zijn op zich niet verkeerd, maar als ze niet in bedwang worden gehouden, kunnen ze het moeilijker maken nee te zeggen tegen verleidingen. Het verlangen naar je eigen identiteit kan er bijvoorbeeld toe leiden dat je je afzet tegen de goede normen en waarden die je thuis hebt geleerd. Dat overkwam Steve toen hij zeventien was. Hij vertelt: „Ik kwam in opstand tegen mijn ouders en deed alles wat ze me gezegd hadden juist niet te doen — en dat allemaal vlak nadat ik gedoopt was.”

Het is waar dat de genoemde drie invloeden heel sterk zijn. Toch kun je nee zeggen tegen verleidingen. Hoe?

▪ Ga eerst eens na welke verleiding je het moeilijkst te weerstaan vindt. (Misschien heb je dat hierboven al aangegeven.)

▪ Vraag je dan af: wanneer loop ik de meeste kans met die verleiding geconfronteerd te worden? Kruis een van de mogelijkheden aan:

□ Op school

□ Op het werk

□ Als ik alleen ben

□ Ergens anders ․․․․․

Als je weet wanneer een verleiding zich meestal voordoet, kan dat je helpen die gewoon te vermijden. Denk bijvoorbeeld nog eens aan het scenario aan het begin. Welke waarschuwing had Karen gekregen dat er problemen op het feestje konden ontstaan? Hoe had ze die verleiding gewoon uit de weg kunnen gaan?

▪ Nu je (1) de verleiding hebt geïdentificeerd en (2) hebt vastgesteld wanneer die zich kan voordoen, kun je in actie komen. Je eerste prioriteit is uit te zoeken hoe je de verleiding zo veel mogelijk uit de weg kunt gaan. Schrijf hieronder op wat je kunt doen.

․․․․․

․․․․․

(Voorbeelden: Als je na school geregeld klasgenoten tegenkomt die je proberen over te halen een sigaret op te steken, kun je misschien een andere route nemen om ze niet tegen te komen. Als je op internet of via e-mail vaak ongevraagd porno te zien krijgt, kun je misschien de afzender blokkeren of een programma installeren om dat soort sites te blokkeren. Je kunt ook op specifiekere termen en combinaties zoeken.)

Natuurlijk kun je niet alle verleidingen ontlopen. Vroeg of laat word je waarschijnlijk geconfronteerd met iets wat voor jou heel aanlokkelijk is, misschien als je het het minst verwacht. Wat kun je daartegen doen?

Wees voorbereid. Toen Jezus „door Satan werd verzocht”, wees hij zijn voorstellen onmiddellijk af (Markus 1:13). Waarom? Omdat hij al wist wat zijn standpunt was. Denk daar eens over na. Jezus was geen robot en hij had aan de verleiding kunnen toegeven. Maar hij had bij zichzelf al het besluit genomen zijn Vader altijd te gehoorzamen (Johannes 8:28, 29). Toen Jezus zei: „Ik ben niet uit de hemel neergedaald om mijn wil te doen, maar de wil van hem die mij heeft gezonden”, meende hij dat echt. — Johannes 6:38.

Schrijf hieronder twee redenen op om de verleiding te weerstaan waarmee je het vaakst wordt geconfronteerd en twee manieren waarop je dat wilt doen.

1. ․․․․․

2. ․․․․․

Als je toegeeft aan verleiding, word je een slaaf van je verlangens (Titus 3:3). Waarom zou je toelaten dat ze je de baas worden? Wees volwassen genoeg om je verlangens in bedwang te houden en je leven er niet door te laten beheersen. — Kolossenzen 3:5.

[Voetnoot]

^ ¶6 De namen in dit artikel zijn veranderd.

OM OVER NA TE DENKEN

▪ Zijn volmaakte schepselen gevoelig voor verleidingen? — Genesis 6:1-3; Johannes 8:44.

▪ Als je nee zegt tegen verleidingen, welke uitwerking heeft dat dan op anderen? — Spreuken 27:11; 1 Timotheüs 4:12.

[Kader op blz. 27]

EEN EXPERIMENT

Neem eens een kompas en zet die zo neer dat de naald naar het noorden wijst. Leg nu een magneet naast het kompas. Wat gebeurt er? De naald wijst niet meer de goede kant op maar wijst naar de magneet.

Je geweten is te vergelijken met een kompas. Als het goed gevormd is, wijst het naar het ’noorden’ en helpt het je verstandige beslissingen te nemen. Maar verkeerde omgang oefent net als een magneet een aantrekkingskracht uit die je oordeelsvermogen kan vervormen. De les? Probeer mensen en situaties te vermijden waardoor je gevoel voor goed en kwaad van slag kan raken! — Spreuken 13:20.

[Kader op blz. 27]

TIP

Bedenk van tevoren hoe je gaat reageren als iemand je tot iets verkeerds probeert te verleiden. En je hoeft echt niet over te komen als een heilig boontje. Vaak is het al genoeg om gewoon vol zelfvertrouwen te weigeren. Als een klasgenoot je bijvoorbeeld een sigaret aanbiedt, kun je zeggen: „Dat is zonde van je sigaretten. Ik rook niet!”

[Illustratie op blz. 28]

Als je toegeeft aan verleiding, word je een slaaf van je eigen verlangens