Doorgaan naar inhoud

Sluitingstijd in het Bossert Hotel

Sluitingstijd in het Bossert Hotel

In november 2012 hebben Jehovah’s Getuigen het Bossert Hotel verkocht. De sleutels werden overhandigd aan de nieuwe eigenaar, waarna de Getuigen net als vele andere gasten het hotel verlieten. De opbrengst van de verkoop zal worden gebruikt voor het wereldwijde educatieve werk van de Getuigen.

Het veertien verdiepingen tellende gebouw in Italiaanse renaissancestijl is verkocht omdat het hoofdkantoor van de Getuigen zal verhuizen van Brooklyn naar nieuwe faciliteiten in Warwick (New York). Naar verwachting zal deze verhuizing meerdere jaren in beslag nemen.

Honderd jaar geschiedenis

Louis Bossert, een New Yorkse houthandelaar, bouwde het Bossert Hotel in 1909. Het was bedoeld als een ’appartementenhotel’ voor zowel tijdelijke als permanente bewoners. Omdat het hotel snel vol raakte, werd het in 1914 uitgebreid, waardoor het gebouw bijna twee keer zo groot werd. In 1916 werd op het dak een restaurant gebouwd, de Marine Roof.

In de jaren tachtig van de vorige eeuw kochten en renoveerden de Getuigen het gebouw om er medewerkers van hun hoofdkantoor te huisvesten. De balzalen werden verbouwd tot eetzalen en het restaurant werd een lounge voor bewoners en hun gasten.

Sinds 2010 is het gebouw gebruikt om Getuigen uit de hele wereld te huisvesten die een bezoek brachten aan het hoofdkantoor.

De nieuwe eigenaar is van plan het gebouw te renoveren en als hotel te gebruiken. De uitstekende staat van het gebouw zal de verbouwing van de huidige eenvoudige studio’s en tweekamerappartementen naar luxe hotelkamers vergemakkelijken.

De pracht en praal hersteld

Voordat de Getuigen het Bossert Hotel overnamen, was het jarenlang verwaarloosd. De witte buitenkant was vies en de massieve terracotta kroonlijst langs het dak verkeerde in slechte staat. De ramen waren oud en tochtig. In de Marine Roof waren duiven de enige gasten. Dus werd er een enorm renovatieproject gestart. Jehovah’s Getuigen uit de hele VS stelden hun tijd en vakbekwaamheid beschikbaar voor het project. De renovatie werd in 1991 voltooid.

De kalkstenen en granieten muren werden gereinigd en gerepareerd. De kroonlijst werd vervangen door een exacte replica van lichtgewicht materiaal. Ook werden er nieuwe kozijnen van mahoniehout geplaatst.

Daarnaast werd het gebouw vanbinnen volledig gerenoveerd, waarbij speciaal aandacht werd besteed aan de ooit zo prachtige lobby. Om de beschadigde marmeren muren te repareren, werd marmer uit de oorspronkelijke groeve in Italië gehaald. Ook het sierlijke pleisterwerk van het plafond, dat waterschade had opgelopen, werd gerestaureerd.

De massieve ijzeren zuilen in de lobby vormden een grote uitdaging. Oorspronkelijk waren ze afgewerkt met scagliola, een Italiaanse pleistertechniek waarbij marmer wordt nagebootst. Maar de zuilen waren door eerdere eigenaars vele malen overgeschilderd. Geen van de vrijwilligers wist hoe scagliola aangebracht moest worden. In een nabijgelegen universiteitsbibliotheek werd een boek hierover gevonden. Aan de hand daarvan lukte het de vrijwilligers uiteindelijk de zuilen zo af te werken dat die bijna niet meer te onderscheiden waren van de originele.

Na de renovatie was het een schitterend gebouw dat ook heel praktisch was. Als erkenning van de inspanningen werd de Lucy G. Moses Preservation Award voor bijzonder restauratiewerk toegekend.