Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wees maar niet bang

Wees maar niet bang

Downloaden:

  1. 1. Je zei: ‘Het gaat niet, het wordt me veel te zwaar.

    ‘k Ben zo moe, echt waar, ik weet me echt geen raad.’

    Toen zei ik: ‘Weet je ’t echt niet meer?

    Zit niet bij de pakken neer.

    Vraag Hem maar,

    hij is daar.’

    (REFREIN)

    Dus wees maar niet bang want hij is met je.

    Hij houdt je stevig vast met zijn rechterhand.

    En als het echt moeilijk wordt,

    onthoud: als je bidt, ben je niet alleen.

    Nee, je bent nooit alleen.

    Dus bid

    en wees maar niet bang.

  2. 2. Ik zei: ‘Ik ben er, ik laat je niet alleen.

    En vriend, vertrouw op God, hij helpt je erdoorheen.’

    Toen zei jij: ‘Dat geloof ik ook.

    Dus steun ik compleet op zijn Woord.

    Hij staat klaar

    en is daar.’

    (REFREIN)

    Dus wees maar niet bang want hij is met je.

    Hij houdt je stevig vast met zijn rechterhand.

    En als het echt moeilijk wordt,

    onthoud: als je bidt, ben je niet alleen.

    Nee, je bent nooit alleen.

    Dus bid.

    (BRUG)

    En als het nog eens flink tegenzit,

    vat dan maar moed,

    want het komt wel goed.

    (REFREIN)

    Dus wees maar niet bang want hij is met je.

    Hij houdt je stevig vast met zijn rechterhand.

    En als het echt moeilijk wordt,

    onthoud: als je bidt, ben je niet alleen.

    Nee, je bent nooit alleen.

    Dus bid

    en wees maar niet bang.