Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

„Jehovah is mijn vertroosting”

„Jehovah is mijn vertroosting”

„Jehovah is mijn vertroosting”

DE bovenstaande woorden zijn een vertaling van het officiële koninklijke devies van koning Karel IX van Zweden. In het Latijn staat er „Iehovah solatium meum”. Deze koning behoort tot enkele generaties van heersers in Zweden, die van 1560 tot 1697 Gods naam in Hebreeuwse of Latijnse letters op munten, op medailles en in persoonlijke deviezen gebruikten. Karel IX stelde ook de Koninklijke Orde van Jehovah in. Op de dag van zijn kroning in 1607 droeg Karel een ketting die de Jehovahketting werd genoemd.

Wat bewoog deze heersers ertoe zulke dingen te doen? Geleerden geloven dat het calvinisme dat zich destijds in Europa verbreidde, in combinatie met het respect voor de bijbel, hen beïnvloedde. Als goed opgeleide vorsten in de renaissance waren ze natuurlijk bekend met de Latijnse versie van Gods persoonlijke naam Jehovah. Sommige realiseerden zich ongetwijfeld dat de naam duizenden keren in de oorspronkelijke Hebreeuwse bijbeltekst stond.

Het is ruimschoots bewezen dat de naam Jehovah in de zestiende en zeventiende eeuw in verschillende delen van Europa vaak verscheen op munten en medailles, en in openbare gebouwen en kerken. Gods eigen verklaring in Exodus 3:15 werd duidelijk algemeen aanvaard en gerespecteerd: „Jehovah . . . is mijn naam tot onbepaalde tijd.”

[Illustraties op blz. 31]

KETTING EN INSIGNE VAN DE KONINKLIJKE ORDE VAN JEHOVAH uit 1606, gemaakt van goud, email, bergkristal en granaten

KONING ERIK XIV 1560–1568

KONING KAREL IX 1599–1611 (broer van Erik XIV)

KONING GUSTAAF II ADOLF 1611–1632 (zoon van Karel IX)

KONINGIN CHRISTINA 1644–1654 (dochter van Gustaaf II Adolf)

[Verantwoording]

Chain: Livrustkammaren, Stockholm Sverige; coins: Kungl. Myntkabinettet, Sveriges Ekonomiska Museum