Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hoe kunnen we verkeerde verlangens weerstaan?

Hoe kunnen we verkeerde verlangens weerstaan?

De zienswijze van de bijbel

Hoe kunnen we verkeerde verlangens weerstaan?

’Wanneer ik het juiste wens te doen, is het slechte bij mij aanwezig.’ — ROMEINEN 7:21.

DE apostel Paulus werkte misschien wel harder dan alle andere apostelen om de verheven beginselen van het christendom te bevorderen (1 Korinthiërs 15:9, 10). Toch gaf hij openhartig het bovenstaande toe. Hij merkte dat er een onophoudelijk conflict was tussen zijn geest en zijn verkeerde verlangens. Hebt u zich ooit als de apostel Paulus gevoeld? Laten we eerlijk zijn, wie van ons heeft niet dat innerlijke conflict ervaren?

Het gevecht om verkeerde verlangens te overwinnen, is voor velen heel zwaar. Sommigen worstelen met begeerten naar immorele seksuele bevrediging. Anderen zijn verslaafd aan gokken, tabak, drugs of alcohol. Als we door schadelijke en onreine verlangens gekweld worden, hoe kunnen we ze dan weerstaan? Welke hulp is er beschikbaar? Zal het gevecht tegen verkeerde verlangens ooit eindigen?

Liefde — De sleutel tot het weerstaan van verkeerde verlangens

Jezus wees op de twee belangrijkste geboden in de Mozaïsche wet. Het eerste was: „Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand” (Mattheüs 22:37). Als we God liefhebben zoals Jezus aangaf, moet het dan niet ons grootste verlangen zijn Hem te behagen? Als dat zo is, kan dit rechtvaardige verlangen ons helpen zelfs tegen de krachtigste verkeerde verlangens te vechten! Dat is niet alleen maar een idealistische theorie. Miljoenen christenen vechten dagelijks met succes tegen verkeerde verlangens. Hoe kan zo’n sterke band met God ontwikkeld worden? Door vol waardering te mediteren over zijn goedheid, die te zien is in zijn schepping, in de bijbel en in zijn bemoeienissen met ons persoonlijk. — Psalm 116:12, 14; 119:7, 9; Romeinen 1:20.

Het op een na grootste gebod dat Jezus aanhaalde, was: „Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf” (Mattheüs 22:39). De apostel Paulus zei dat liefde ’zich niet onbetamelijk gedraagt’ en ’niet haar eigen belang zoekt’. Zo’n onzelfzuchtige liefde helpt ons dus elk gedrag te vermijden dat anderen kan kwetsen (1 Korinthiërs 13:4-8). Hoe kan ze ontwikkeld worden? Door ons te verplaatsen in de situatie van anderen en oprecht bezorgd te zijn om hun gevoelens en blijvende welzijn. — Filippenzen 2:4.

Welke hulp is er beschikbaar?

Omdat God begrijpt hoe moeilijk het voor ons is om het goede te doen, heeft hij in verschillende vormen van hulp voorzien. Via zijn geschreven Woord, de bijbel, leert hij ons het slechte te haten en een gezond respect voor hem te ontwikkelen (Psalm 86:11; 97:10). In de bijbel staan waar gebeurde verslagen die het rampzalige gevolg tonen van het toegeven aan verkeerde verlangens. Daarbij zei Jezus dat als we erom vragen, God ons Zijn heilige geest, de grootste kracht in het universum, zal geven (Lukas 11:13). Deze kan ons sterken in ons besluit te doen wat goed is. Nog een voorziening is de wederzijdse steun en aanmoediging die we kunnen krijgen van andere christenen, die ook verkeerde verlangens weerstaan (Hebreeën 10:24, 25). Deze positieve invloeden verdringen de negatieve, en zo worden we geholpen in onze strijd om te doen wat goed is (Filippenzen 4:8). Werkt deze aanpak ook echt?

Neem Fidel, die in zijn buurt bekendstond als een dronkaard. Hij rookte, gokte en vocht met anderen als hij gedronken had. Door zijn studie van de bijbel en omgang met Jehovah’s Getuigen werd hij geholpen om deze gewoonten af te leren. Nu heeft hij samen met zijn vrouw en twee kinderen een veel beter leven.

Maar als ik nou een terugval heb?, zou iemand zich kunnen afvragen. De apostel Johannes erkende dat dit mogelijk was toen hij schreef: „Mijn kindertjes, ik schrijf u deze dingen opdat gij geen zonde begaat. Mocht iemand niettemin een zonde begaan, dan hebben wij een helper bij de Vader, Jezus Christus, een rechtvaardige. En hij is een zoenoffer voor onze zonden, echter niet alleen voor de onze, maar ook voor die van de gehele wereld” (1 Johannes 2:1, 2). Jezus’ offer bedekt dus de fouten van iemand die berouw heeft en oprecht probeert veranderingen aan te brengen om God te behagen. Blijft er in het licht van deze voorziening nog een geldige reden over om er niet langer voor te vechten het goede te doen?

Verkeerde verlangens zullen overwonnen worden

Als we onze liefde voor God en de naaste ontwikkelen en profiteren van Gods hulp, kunnen we zelfs nu met succes tegen verkeerde verlangens vechten. Bovendien verzekert Gods Woord ons dat deze strijd niet eeuwig zal doorgaan. In de nabije toekomst zullen degenen die Gods geestelijke voorzieningen benutten, volledig genezen worden, zowel lichamelijk als geestelijk (Openbaring 21:3-5; 22:1, 2). Ze zullen bevrijd worden van de last van zonde en van de dood als gevolg daarvan (Romeinen 6:23). Degenen die er daarentegen op uit zijn onreine en schadelijke verlangens te bevredigen, zullen van die zegeningen worden buitengesloten. — Openbaring 22:15.

Wat is het geruststellend te weten dat we niet voor altijd tegen verkeerde verlangens zullen hoeven strijden. Ze zullen volledig en voorgoed verwijderd worden. Wat zal dat een opluchting zijn!