Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Kernoorlog — Wie vormen de dreiging?

Kernoorlog — Wie vormen de dreiging?

Kernoorlog — Wie vormen de dreiging?

„De mogelijkheid van nucleaire uitroeiing is reëel. Ze is nu, op dit moment, aanwezig, ondanks het feit dat de Koude Oorlog ruim tien jaar geleden geëindigd is.” — Robert S. McNamara, voormalig minister van Defensie van de VS, en James G. Blight, hoogleraar internationale betrekkingen aan het Watson Instituut voor Internationale Studies.

TOEN IN 1991 de Koude Oorlog eindigde, werd de grote wijzer van de beroemde doemsdagklok teruggezet naar zeventien minuten voor „middernacht”. De doemsdagklok staat afgebeeld op de omslag van het tijdschrift Bulletin of the Atomic Scientists en geeft aan hoe dicht de wereld naar men denkt bij een kernoorlog (middernacht) is. Op dat moment werd de grote wijzer verder van middernacht af gezet dan ooit het geval was geweest sinds de klok in 1947 werd geïntroduceerd. Maar daarna is de grote wijzer zich weer vooruit gaan bewegen. In februari 2002 bijvoorbeeld werd de klok vooruitgezet naar zeven minuten voor middernacht, en dat was de derde keer sinds het einde van de Koude Oorlog dat hij vooruit werd gezet.

Waarom vonden de uitgevers van dat wetenschappelijke tijdschrift het nodig de klok vooruit te zetten? Waarom denken ze dat er nog steeds een kernoorlog dreigt? En wie vormen een bedreiging voor de vrede?

De truc van de „reductie”

„Meer dan 31.000 kernwapens zijn nog intact gehouden”, verklaart het Bulletin of the Atomic Scientists. Het vervolgt: „Vijfennegentig procent van deze wapens bevindt zich in de Verenigde Staten en Rusland, en meer dan 16.000 zijn direct inzetbaar.” Sommigen merken misschien de schijnbare tegenstrijdigheid op in het aantal bestaande kernkoppen. Hebben die nucleaire supermachten niet al verklaard dat ze het aantal kernkoppen tot elk 6000 hadden gereduceerd?

Dat is de truc van de „reductie”. In een rapport van het Carnegie-fonds voor Internationale Vrede wordt uitgelegd: „Bij het cijfer van 6000 verifieerbare kernkoppen is gebruik gemaakt van een specifieke boekhoudmethode die men bij het START-verdrag voor reductie van strategische wapens is overeengekomen. Beide landen zullen nog duizenden tactische en reservewapens overhouden.” (Wij cursiveren.) Volgens het Bulletin of the Atomic Scientists „zullen vele, zo niet de meeste, van de Amerikaanse kernkoppen die uit de direct inzetbare voorraad zijn verwijderd, opgeslagen worden (samen met de ongeveer 5000 kernkoppen die men al in reserve had) en niet ontmanteld”.

Behalve de duizenden direct inzetbare strategische kernwapens die nog in voorraad zijn — en die rechtstreeks van het ene continent naar het andere afgevuurd kunnen worden — zijn er dus nog eens duizenden kernkoppen en andere tactische kernwapens waarmee dichterbij gelegen doelen aangevallen kunnen worden. Ongetwijfeld houden de twee nucleaire supermachten genoeg kernwapens in hun arsenalen over om de hele wereldbevolking meermalen te kunnen vernietigen! Het handhaven van zo’n groot aantal gevaarlijke wapens werkt nog een dreiging in de hand — het per ongeluk lanceren van kernraketten.

Een niet-bedoelde kernoorlog

„Voor de Amerikaanse nucleaire strijdkrachten geldt de strategie: ’lanceer bij waarschuwing’”, aldus de eerder aangehaalde Robert S. McNamara en James G. Blight. Wat houdt dit in? „Onze kernkoppen staan klaar om gelanceerd te worden terwijl de Russische kernkoppen nog onderweg zijn”, leggen ze uit, en ze voegen eraan toe: „Volgens deze gedragslijn mogen er niet meer dan vijftien minuten verstrijken tussen het moment van de eerste waarschuwing voor een Russische aanval en het lanceren van onze raketten.” Volgens een voormalige Amerikaanse officier die het commando voerde over het lanceren van strategische kernraketten „kunnen praktisch alle op het land gestationeerde raketten binnen twee minuten gelanceerd worden”.

Dit supergevoelige alarmsysteem brengt het gevaar met zich mee dat er door loos alarm per ongeluk raketten worden gelanceerd. „Het is meer dan eens gebeurd”, zegt een artikel in U.S.News & World Report, „dat er tijdens Amerikaanse nucleaire oefeningen per ongeluk een echt lanceerbevel werd gegeven.” Ook in Rusland is weleens zo’n loos alarm voorgekomen. Toen een Noorse onderzoeksraket in 1995 een loos alarm veroorzaakte, begon de Russische president de procedure voor het lanceren van kernraketten in gang te zetten.

Deze strategie van lanceerklare raketten legt een enorme druk op degenen die de beslissingen moeten nemen. Gelukkig hebben de bevelhebbers zich in het verleden gerealiseerd dat het loos alarm was en heeft men een kernoorlog tot nu toe kunnen voorkomen. In verband met een voorval in 1979 legde een onderzoeker uit: „Dat de Amerikaanse raketten niet werden gelanceerd, kwam door onze waarschuwingssatellieten, die aantoonden dat er geen sovjetraketten in de lucht waren.” Maar deze waarschuwingssatellietsystemen raken langzamerhand in verval. Onderzoekers en analisten zijn bezorgd dat „de meeste waarschuwingssatellieten van Rusland niet meer functioneren of van hun vaste baan zijn afgeweken”. Een gepensioneerde Amerikaanse vice-admiraal zei een paar jaar geleden dan ook dat „de kans op een preventieve aanval of een raketlancering die door een misverstand, door ten onrechte verleende bevoegdheid of per ongeluk wordt veroorzaakt, nu even groot is als op elk willekeurig moment in het verleden”.

Nieuwe leden van de atoomclub

Hoewel de voornaamste kernarsenalen eigendom zijn van de twee nucleaire supermachten, zijn er meer kernmachten, zoals China, Frankrijk en Groot-Brittannië. Deze verklaarde kernmachten, de atoomclub genaamd, hebben onlangs gezelschap gekregen van India en Pakistan als nieuwe leden. Naast deze landen worden verscheidene andere, bijvoorbeeld Israël, vaak genoemd als landen die kernwapens proberen te ontwikkelen — of ze misschien al hebben.

Een politiek conflict waarbij een van de (oude of nieuwe) leden van de atoomclub betrokken is, zou tot een kernoorlog kunnen leiden. „De crisis tussen India en Pakistan . . . bracht twee staten het dichtst bij een kernoorlog sinds de Cuba-crisis”, verklaart het Bulletin of the Atomic Scientists. Voor veel mensen die de gespannen situatie begin 2002 waarnamen, werd de vrees voor een kernaanval heel reëel.

Bovendien heeft de ontwikkeling van andere massavernietigingswapens meer mogelijkheden geschapen voor het gebruik van de atoombom. In een bespreking van een vertrouwelijk Pentagon-rapport zei The New York Times dat „de mogelijkheid kernwapens te gebruiken voor het vernietigen van vijandelijke voorraden biologische of chemische wapens en andere massavernietigingswapens” een optie in het Amerikaanse nucleaire beleid kan zijn geworden.

De terroristische aanslagen in de Verenigde Staten op 11 september 2001 maakten de wereld bewust van nog een nucleaire dreiging. Velen zijn nu van mening dat terroristische organisaties proberen kernwapens te ontwikkelen of ze misschien al in handen hebben. Hoe is dat mogelijk?

Terroristen en „vuile bommen”

Is het mogelijk een atoombom te maken met materiaal dat op de zwarte markt wordt verkocht? Volgens het tijdschrift Time is het antwoord ja. Het tijdschrift bracht een reportage over een team dat was aangesteld om nucleair terrorisme te voorkomen. Tot nu toe heeft het team meer dan twaalf eigengemaakte bommen in elkaar gezet met „onderdelen die in de gemiddelde elektronicawinkel te koop zijn en met het soort kernbrandstof dat op de zwarte markt wordt verkocht”.

Door nucleaire ontwapening en het ontmantelen van kernwapens is de kans op diefstal van nucleair materiaal toegenomen. „Dat er duizenden Russische kernwapens uit goed bewaakte raketten, bommenwerpers en onderzeeërs worden verwijderd en naar minder goed beveiligde opslagplaatsen worden overgebracht, maakt ze tot een verleidelijk doelwit voor ambitieuze terroristen”, zegt Time. Als ontmantelde kernwapens in handen vallen van een groepje mensen en weer in elkaar worden gezet, zou zo’n groepje heel gauw lid van de atoomclub kunnen zijn!

Het tijdschrift Peace beweert dat je niet eens een bom hoeft te maken om bij de atoomclub te horen. Je hoeft alleen maar genoeg splijtbaar uranium of plutonium te hebben. Het tijdschrift zegt: „Terroristen die in het bezit zijn van uranium dat geschikt is voor moderne wapens, zouden makkelijk een explosie kunnen veroorzaken door gewoon de ene helft ervan op de andere helft te laten vallen.” Hoeveel verrijkt nucleair materiaal is er nodig? Volgens dat tijdschrift „zou drie kilo voldoende zijn”. Dit is ongeveer de hoeveelheid die in beslag werd genomen bij smokkelaars die in 1994 in Tsjechië werden gearresteerd.

Kernafval kan ook als een soort kernwapen worden gebruikt. „Wat de deskundigen echt zorgen baart, is de dodelijke combinatie van radioactief afval en conventionele explosieven”, zegt The American Spectator. Dit soort wapens, bedoeld om radioactief materiaal te verspreiden, staat bekend als vuile bommen. Hoe gevaarlijk zijn ze? Bij vuile bommen wordt gebruik gemaakt van „conventionele zware explosieven om hoogradioactieve stoffen te verspreiden met de bedoeling doelwitten te vergiftigen in plaats van ze met luchtdruk en hitte te vernietigen”, verklaart het nieuwsblad IHT Asahi Shimbun. Het vervolgt: „De gevolgen voor mensen kunnen variëren van stralingsziekte tot een gruwelijke, langzame dood.” Hoewel sommigen zeggen dat het gebruik van makkelijk verkrijgbaar kernafval niet al te veel kwaad kan, maken velen zich zorgen over de aanwezigheid van verrijkt nucleair materiaal op de zwarte markt. Volgens een onlangs in de hele wereld gehouden enquête is meer dan 60 procent van de ondervraagden van mening dat er in de komende tien jaar nucleaire terreurdaden gepleegd zullen worden.

Het lijdt geen twijfel dat de nucleaire dreiging voor de wereld nog steeds reëel is. In de Britse Guardian Weekly van 16-22 januari 2003 stond: „De kans dat de VS hun toevlucht zullen nemen tot kernwapens is groter dan op enig ander moment sinds de donkerste dagen van de koude oorlog. . . . De VS zijn de drempel voor een kernoorlog geleidelijk aan het verlagen.” Daarom is het redelijk te vragen: Is een kernoorlog te vermijden? Is er enige hoop op een wereld zonder de nucleaire dreiging? Deze vragen zullen in het volgende artikel worden besproken.

[Kader op blz. 6]

Een tweede atoomtijdperk?

De columnist Bill Keller (nu hoofdredacteur van The New York Times) schreef in The New York Times Magazine dat de wereld naar zijn mening het tweede atoomtijdperk is binnengegaan. Het eerste eindigde in januari 1994, toen Oekraïne erin toestemde de wapens op te geven die ze van de voormalige Sovjet-Unie had geërfd. Maar waarom spreekt hij over een tweede atoomtijdperk?

Keller schrijft: „Het tweede atoomtijdperk werd in 1998 aangekondigd door een gerommel onder de woestijn in Rajasthan, toen India’s pasgekozen nationalistische hindoeregering vijf kernproeven uitvoerde. Twee weken later deed Pakistan hetzelfde.” Wat maakte deze proeven anders dan die in het vorige atoomtijdperk? „Dit waren kernwapens met een regionale agenda.”

Kan de wereld zich dus veiliger voelen nu de atoomclub er twee actieve leden bij heeft? Keller vervolgt: „Elk nieuw land dat kernwapens krijgt, vergroot de mogelijkheid van een oorlog waarbij een kernmacht betrokken is.” — „Het denkbare”, The New York Times Magazine, 4 mei 2003, blz. 50.

De situatie wordt nog gecompliceerder door het nieuws dat Noord-Korea waarschijnlijk „genoeg plutonium heeft om binnen afzienbare tijd zes nieuwe kernbommen te maken. . . . Elke dag wordt het risico groter dat Noord-Korea erin zal slagen nieuwe kernwapens te produceren en er zelfs een te testen om het te bewijzen.” — The New York Times, 18 juli 2003.

[Illustratie op blz. 7]

Een regeringsfunctionaris toont een model van een „kofferkernbom”

[Verantwoording]

AP Photo/Dennis Cook

[Illustratie op blz. 7]

Oude waarschuwingssatellieten raken in verval

[Verantwoording]

NASA photo

[Illustratieverantwoording op blz. 5]

Earth: NASA photo