Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

We leerden Kristi van God te houden

We leerden Kristi van God te houden

We leerden Kristi van God te houden

ONZE dochter, Kristi, werd geboren in 1977. Kort daarna kwam onze huisarts met een verschrikkelijke mededeling: Kristi was vanaf haar geboorte slechthorend en had een lichte vorm van spastische verlamming. We hadden geen idee hoeveel invloed dat op ons leven zou hebben.

Enkele maanden later begonnen mijn man Gary en ik een speciale cursus in Melbourne (Australië) te volgen, waar we leerden welke aanpak voor onze dochter het beste was. We bezochten ook het National Acoustic Laboratory in Melbourne. Daar kreeg de tien maanden oude Kristi piepkleine hoorapparaatjes. Ze vond die dingen verschrikkelijk, en omdat er draadjes aan zaten, kon Kristi ze er telkens net zo snel weer uittrekken als wij ze in haar oortjes stopten! Ze moest ook een soort harnas dragen voor de batterijen, die behoorlijk zwaar waren.

Vanwege de spastische verlamming had Kristi moeite om te leren lopen. Ze moest daarvoor wekelijks naar een fysiotherapeut. Maar toen ze drie was, begon ze alleen te lopen, hoewel ze vaak viel. Tot haar vijfde kreeg ze fysiotherapie. Ondertussen verhuisden we naar het nabijgelegen Benalla, waar Gary een zaak had.

Kristi’s opleiding

Een leraar voor doven maakte ons attent op de speciale behoeften op onderwijsgebied die Kristi zou hebben. Dat betekende weer verhuizen, dit keer naar Bendigo, een stad met een dovenschool. Omdat ik in verwachting was van ons tweede kind stelden we die verhuizing uit totdat Kristi vier jaar was en ons zoontje, Scott, vijf maanden. In een ziekenhuis in Bendigo begon Kristi met wekelijkse spraaklessen. Die therapie heeft ze tien jaar lang gevolgd. Gary en ik begonnen ook gebarentaal te leren.

Onze grootste zorg was de geestelijke opleiding van Kristi. Gary en ik zijn namelijk beiden Getuigen van Jehovah en we waren vastbesloten Kristi „in het strenge onderricht en de ernstige vermaning van Jehovah” groot te brengen (Efeziërs 6:4). Maar hoe moesten we dat aanpakken? Het hoofd van Kristi’s school merkte op: „Het moeilijkst zal zijn om Kristi het begrip God bij te brengen. Je kunt God niet zien, dus hoe wilt u haar uitleggen wie God is?” Wat een enorme uitdaging! We kwamen er al snel achter dat er veel tijd, studie en geduld voor nodig zou zijn.

In het begin gebruikten we plaatjes en schematische voorstellingen en hielden we onze taal zo eenvoudig mogelijk. We namen haar mee naar christelijke vergaderingen en in de prediking, hoewel ze weinig begreep van wat er gebeurde. Toen Kristi bedreven werd in gebarentaal, ging er een heel nieuwe wereld voor haar open! Toch waren er nog veel woorden, uitdrukkingen en begrippen in de bijbel die moeilijk uit te leggen waren. Een van haar lievelingsboeken was Mijn boek met bijbelverhalen *, dat speciaal voor kinderen is geschreven. De kleurrijke afbeeldingen, gecombineerd met enkele dingen die we zelf tekenden, bleken van onschatbare waarde. Na verloop van tijd begon er zich in Kristi’s hart liefde voor God te ontwikkelen.

Kristi’s schoolhoofd was zo vriendelijk ons in contact te brengen met enkele andere Getuigen die dove kinderen grootbrachten. Het was een grote stap voorwaarts toen zij uitlegden hoe de doven tot horenden kunnen prediken. Eén manier is door een kaart te overhandigen waarop een schriftuurlijke boodschap staat. Dus toen Kristi eraan toe was om bijbelse waarheden met anderen te delen, kon ze dat heel makkelijk doen! Toen ze veertien was, werd ze een niet-gedoopte verkondiger van het goede nieuws. In 1994 werd ze op zeventienjarige leeftijd gedoopt.

Maar Kristi had ook goede omgang nodig, en het was moeilijk voor haar om vriendschappen met horende Getuigen te sluiten. Dus begonnen Gary en ik gebarentaal te leren aan leden van onze gemeente die belangstelling hadden om doven te helpen. Sommigen die onze lessen volgden, vonden later een baan als doventolk. Maar wat belangrijker is, velen die gebarentaal leerden gingen het heel leuk vinden om met Kristi te communiceren. Nu had Kristi nog meer aan onze gemeentevergaderingen en grotere bijeenkomsten. Tot op heden neemt ze er actief aan deel. Kristi is heel dankbaar voor de liefdevolle belangstelling die de broeders en zusters voor haar tonen.

Op een dag maakte Kristi haar verlangen kenbaar om een pionierster, of volletijdpredikster, te worden. Gary hielp haar om haar rijbewijs te halen, en na enkele andere zaken te hebben geregeld, werd Kristi in 1995 als gewone pionierster aangesteld. In 2000 vond ze ook parttimewerk op een basisschool. Daar helpt ze bij het onderwijzen van dove kinderen.

Nu hebben Kristi, Gary, onze zoon Scott en ik allemaal de vreugde om als gewone pionier te dienen. We vinden het geweldig dat we er tijd aan kunnen besteden om mensen over onze God, Jehovah, te leren!

De beden van ons hart’

Kristi’s doofheid is nog steeds een uitdaging voor ons allemaal. Als Kristi aan de christelijke bediening deelneemt, is er soms niemand die voor haar kan tolken, niemand met wie ze haar gedachten en gevoelens kan delen. Ze vertelt: „Het is net alsof ik in een land woon waar iedereen een andere taal spreekt.” Toch hebben we allemaal geleerd om goed met haar situatie om te gaan.

We putten troost uit de woorden van Psalm 37:4: „Schep . . . heerlijke verrukking in Jehovah, en hij zal u de beden van uw hart geven.” Kristi koestert de hoop ooit muziek en de geluiden van de natuur te horen en te kunnen praten met de mensen van wie ze houdt. Ik kijk uit naar de dag dat Kristi mijn stem zal kunnen horen. Wij geloven dat die beden van ons hart binnenkort verhoord zullen worden, zoals in de bijbel wordt beloofd (Jesaja 35:5). — Ingezonden.

[Voetnoot]

^ ¶8 Uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.

[Illustratie op blz. 14]

Kristi (14 maanden oud) met „Mijn boek met bijbelverhalen”

[Illustratie op blz. 15]

Kristi predikt het goede nieuws met behulp van een kaart

[Illustratie op blz. 15]

Scott, Kristi, Gary en Heather Forbes