Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Luisteren naar de waarschuwingen maakte veel uit

Luisteren naar de waarschuwingen maakte veel uit

Luisteren naar de waarschuwingen maakte veel uit

WOENSDAG 24 augustus 2005 was een typisch hete, vochtige dag in New Orleans (Louisiana, VS). Alan en zijn gezin vertrokken voor enkele dagen naar Beaumont (Texas), ruim driehonderd kilometer naar het westen. Ze namen genoeg kleding mee voor vijf dagen. Alan legt uit: „We wisten niet dat de orkaan Katrina zich op dat moment ten oosten van Florida aan het vormen was. Maar op vrijdagavond was het zeker dat New Orleans getroffen zou worden door een orkaan van categorie vier of vijf.”

Op zondag 28 augustus was het duidelijk dat de storm met de naam Katrina een orkaan van maximale sterkte zou zijn. De burgemeester van New Orleans gaf opdracht tot verplichte evacuatie van de stad. Als gevolg daarvan ontstonden er op de snelwegen grote opstoppingen doordat duizenden voertuigen zich langzaam naar het noorden en het westen bewogen. Duizenden mensen die geen auto hadden, vluchtten naar schuilplaatsen of naar het grote stadion Superdome. Sommigen besloten niet te vertrekken, maar thuis te blijven tot de storm voorbij was.

De volgende keer ben ik de eerste die weg is!’

Joe, een Getuige van Jehovah, was een van degenen die bleven. Hij was ervan overtuigd dat hij de storm thuis ongedeerd kon doorstaan. Zijn argument was dat de schade van vorige orkanen niet zo erg was geweest als de autoriteiten hadden voorspeld. „Ik had het idee dat ik het wel zou overleven”, zegt hij. „Maar daar dacht ik al snel anders over! De wind en de regen kwamen met verpletterende kracht opzetten. In een mum van tijd werd het dak van mijn huis gerukt. Vervolgens begon het water beangstigend snel te stijgen — drie meter in drie uur tijd! Het kwam zo snel naar binnen dat ik naar de eerste verdieping moest vluchten. Ik begon echt bang te worden, want de wind gierde en de muren leken het te gaan begeven. De plafonds kwamen naar beneden. Vanaf dat moment probeerde ik een manier te bedenken om te ontsnappen.

Ik dacht dat ik misschien in het kolkende water zou moeten springen. Maar de golven buiten waren heel woest. In nabijgelegen straten veroorzaakte de wind schuimkoppen op het water. Ik wist dat ik waarschijnlijk zou verdrinken als ik zou springen.”

Uiteindelijk kwam er een boot die Joe bevrijdde en hem naar een brug bracht. In het water onder de brug dreven dode lichamen, en overal zag hij uitwerpselen. Die nacht sliep hij op de kofferbak van een auto. Daarna werd hij per helikopter en bus naar het New Orleans Civic Center gebracht. „Ik werd daar goed behandeld”, zegt hij. „Op een gegeven moment was ik een beetje in de war. Ik kon alleen maar denken: waar kan ik mijn volgende fles water krijgen?”

Achteraf beseft Joe dat hij dit alles niet had hoeven meemaken. „Ik heb mijn lesje geleerd”, zegt hij. „De volgende keer dat er geëvacueerd moet worden, ben ik de eerste die weg is!”

Door het negeren van waarschuwingen in een boom beland

De steden Biloxi en Gulfport, aan de oever van de Mississippi, leden catastrofale schade en veel mensen daar verloren het leven. Vincent Creel, woordvoerder van Biloxi, zei volgens The New York Times van 31 augustus 2005: „Veel mensen hadden de evacuatiebevelen genegeerd omdat zij, of hun huis, [in 1969] de orkaan Camille hadden overleefd.” Camille werd als een heviger orkaan beschouwd dan Katrina, maar, zo merkte Creel op, Katrina ’joeg een onstuitbare muur van water op die te vergelijken was met een tsoenami’.

Eén plaatselijke bewoner die besloot de waarschuwingen te negeren, was Inell, die het grootste deel van haar leven in Biloxi had gewoond. Ze zegt: „We hadden in de loop der jaren heel wat orkanen overleefd. Dus was ik niet al te bezorgd over Katrina.” Samen met haar 88-jarige schoonmoeder, haar zoon, haar dochter en haar schoonzoon — en nog twee honden en drie katten — besloten ze het huis, dat stevig gebouwd was, niet te verlaten. Op 29 augustus om tien uur ’s ochtends werd Biloxi door de orkaan getroffen. Inell vertelt: „Ik zag dat er in een van de slaapkamers aan de achterkant van het huis water binnensijpelde. Toen begon er overal water binnen te komen. We besloten naar de zolder te vluchten. Maar het water bleef stijgen. We moesten van de zolder af, want anders zouden we opgesloten kunnen raken. Maar waar konden we naartoe?

Mijn zoon moest een gat in een hor maken zodat we erdoorheen naar buiten konden zwemmen. Vervolgens hielden we ons drijvende door ons aan de dakrand vast te houden. Drie van ons gingen naar de rechterkant van het huis en mijn dochter ging naar de linkerkant. Vlak bij ons zag ik een grote boom. Mijn zoon, mijn schoonmoeder en ik zwommen ernaartoe en klemden ons eraan vast. Toen hoorde ik mijn dochter schreeuwen: „Mam! Mam!” Mijn schoonzoon, die als laatste de zolder uitkwam, zwom naar haar toe om haar te redden. Het lukte de twee om in een boot te klimmen die op de oprit had gestaan en nu in de buurt van het huis ronddreef. Ze probeerden me te overtuigen om ook in de boot te komen. Maar ik wilde geen risico nemen vanwege het kolkende water. Ik voelde me veilig in de boom, en ik was niet van plan eruit te komen.

Vanuit de boom zag ik het water in de straat en overal rond het huis stromen. Ik begon na te denken over mijn situatie en ik vond mezelf heel dom dat ik niet had geluisterd naar de waarschuwingen om het gebied te verlaten.

Na een tijd begon het water te zakken, en uiteindelijk zaten we allemaal samen in de boot! Er kwam een brandweerauto, die ons naar het ziekenhuis bracht. Wat waren we dankbaar dat we nog leefden!”

De evacuatieplannen van de Getuigen

Katrina verwoestte duizenden huizen langs de Golfkust, van Louisiana tot aan Alabama. Maar in dat gebied van de Verenigde Staten zijn orkanen niet ongewoon. Jehovah’s Getuigen hebben dan ook al een aantal jaren evacuatieplannen klaarliggen. Elk jaar, meestal in juni, voordat het stormseizoen begint, bespreken de 21 gemeenten van Jehovah’s Getuigen in New Orleans en omgeving een noodevacuatieplan. De meeste plaatselijke Getuigen wisten dus wat te doen in geval van nood. Bleek het plan effectief toen de orkaan Katrina op komst was?

Zodra het stadsbestuur bekendmaakte dat er geëvacueerd moest worden, namen de ouderlingen van elke gemeente contact op met de andere leden van hun gemeente om hen ertoe aan te moedigen de stad te verlaten. Velen konden zelf iets regelen om met familie of vrienden te vertrekken. Voor de ouderen en zieken werd er speciaal vervoer en hulp georganiseerd. John, lid van een hulpverleningscomité van de Getuigen, zei: „Ik denk echt dat we door het volgen van dit plan veel levens hebben gered.” De meeste Getuigen konden daardoor de stad verlaten voordat de storm toesloeg. Om de getroffen gebieden onmiddellijk praktische hulp te kunnen verlenen, vormde het bijkantoor van Jehovah’s Getuigen in de VS noodhulpcomités.

Zoektocht naar Getuigen in de Astrodome

Zo’n 16.000 geëvacueerden, voornamelijk uit Louisiana, kregen voedsel, water en onderdak in de Astrodome in Houston (Texas). Het hulpverleningscomité van de Getuigen in Houston vernam dat er zich in die enorme menigte ook enkele Getuigen bevonden. Maar hoe konden ze hen vinden?

Op vrijdag 2 september kwam een groep ouderlingen vroeg in de ochtend bij de Astrodome aan om naar hun ontheemde broeders en zusters te zoeken. Ze stonden versteld van de aanblik van duizenden mannen, vrouwen, jongeren, kinderen en baby’s, verspreid over het enorme stadion. Op het speelveld stonden duizenden kampeerbedden, en geëvacueerden wachtten geduldig op oplossingen voor hun problemen. Er waren lange rijen mensen die medische zorg nodig hadden, en verpleegkundigen liepen af en aan om patiënten naar ambulances te brengen.

„Ik had het gevoel dat ik midden in een vluchtelingenkamp zat”, zei Samuel, een van de ouderlingen die naar geloofsgenoten zocht. Hoe konden ze in die enorme mensenmassa die paar Getuigen vinden? De ouderlingen begonnen in de gangpaden op en neer te lopen met grote borden waarop stond of Getuigen zich wilden melden. Na drie uur vergeefs zoeken beseften ze dat ze een praktischer manier nodig hadden. Ze vroegen het Rode Kruis om de volgende mededeling over de geluidsinstallatie te doen: „Willen alle gedoopte Getuigen van Jehovah zich naar het oostvak op de begane grond begeven?”

Uiteindelijk begonnen de Getuigen zich, de een na de ander, te melden met een brede glimlach op hun gezicht. Samuel legt uit: „Ze huilden van blijdschap en omhelsden ons stevig. Ze hielden onze hand vast omdat ze bang waren dat ze ons in de menigte zouden kwijtraken.” Op vrijdag en zaterdag werden er 24 broeders en zusters gevonden en naar de hulppost van de Getuigen gebracht.

De meesten van hen hadden praktisch geen andere materiële bezittingen dan de bevuilde kleren die ze aanhadden. Eén zuster droeg een kleine doos ter grootte van een schoenendoos. Daarin zaten wat waardevolle papieren — alles wat ze had kunnen redden van de verwoestende orkaan.

In de Astrodome herkenden veel mensen de bezoekende ouderlingen als Jehovah’s Getuigen en vroegen hun om bijbels en bijbelse lectuur. Ruim 220 bijbels werden er gevraagd. De Getuigen boden de mensen ook de Ontwaakt! van 22 juli 2005 aan met de heel passende coverserie „Natuurrampen — Worden ze erger?”

Sommigen gaan terug naar hun huis

Een van de overlevenden van de orkaan is een doorgewinterde journalist die algemeen directeur van een tv-zender in New Orleans is. Vanwege zijn beroep heeft hij in het verleden al heel wat verwoestingen gezien. Hij keerde terug naar zijn huis in het district Jefferson (Louisiana) om wat bezittingen in veiligheid te brengen. „Ik was geschokt”, zegt hij. „Het was een totale verwoesting. We hadden op tv de overstroming gezien toen de dijken braken en het water via de kanalen het binnenland instroomde. Maar ook de hevige wind had reusachtige schade veroorzaakt. Het flatgebouw waarin ik woonde, was volledig verwoest. Alles zit onder de schimmel en is aan het rotten. De stank is onbeschrijflijk. Het is verschrikkelijk, gewoon verschrikkelijk. Maar we hebben het tenminste overleefd.”

Alan, die in het begin werd genoemd, ging uiteindelijk terug naar zijn huis in Metairie, een randgemeente aan de westkant van New Orleans. De storm had veel schade aangericht. „Het was traumatiserend om te zien, echt schokkend”, zegt hij. „Het was alsof er een atoombom op de stad gevallen was. Je hoort het op de radio en ziet het op tv. Maar het is iets heel anders om door je buurt te lopen of te rijden en de schade en verwoesting in het echt te zien — zo groot en massaal. Dat is moeilijk te vatten.

Neem bijvoorbeeld de stank: het stonk naar rottend vlees, een doodslucht. Veel winkels waren volledig verwoest of ondergelopen. Op elke hoek stonden agenten en soldaten. Het leek wel een oorlogsgebied.”

Enkele hulpacties

De lokale overheden en de regering troffen regelingen voor hulpverlening. De voornaamste hulporganisatie van de regering was de FEMA (het federaal agentschap voor coördinatie van noodhulp). Ook andere organisaties kwamen in actie om de duizenden slachtoffers hulp te bieden. Enorme hoeveelheden voedsel, kleding en water werden met vrachtwagens naar de ondergelopen gebieden gebracht. De FEMA schreef al snel cheques uit en gaf andere financiële steun om mensen te helpen de eerste dagen of weken te overleven. Hoe ging het ondertussen met de Getuigen?

De schade vaststellen en reparaties uitvoeren

Zodra de storm had toegeslagen, organiseerden de Getuigen teams om naar de geteisterde gebieden te gaan en vast te stellen hoeveel huizen van Getuigen en Koninkrijkszalen beschadigd of verwoest waren. Hoe moesten ze zo’n reusachtige taak aanpakken? Het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen in Brooklyn (New York) gaf toestemming om onder leiding van het bijkantoor van de Verenigde Staten hulpcomités te vormen. Daarop werden Regionale bouwcomités * uit veel delen van de VS uitgenodigd om met de herstelwerkzaamheden te beginnen. Wat hebben ze kunnen doen?

Op 17 februari 2006 meldde de hulpverleningsgroep van Long Beach (Mississippi) dat er van de 632 beschadigde huizen van Getuigen in hun gebied 531 volledig gerenoveerd waren en er dus nog 101 gerepareerd moesten worden. De Getuigen hielpen ook buren die geen Getuigen waren. Zeventien Koninkrijkszalen hadden grote schade aan het dak, en half februari waren er op zestien daarvan nieuwe daken geplaatst. Wat heeft het comité van Baton Rouge (Louisiana) kunnen doen?

Deze groep droeg zorg voor het gebied in Louisiana, dat het zwaarst getroffen was door de orkaan Katrina. Van de 2700 huizen van Getuigen die daar beschadigd waren, waren er midden februari 1119 gerepareerd, zodat er dus nog steeds gigantisch veel werk voor dat hulpcomité te doen was. Ook hier werden behoeftige buren en gezinnen geholpen. Vijftig Koninkrijkszalen waren ernstig beschadigd. In februari waren 25 daarvan gerepareerd. In Texas moest de groep van Houston 871 huizen repareren die in september door de orkaan Rita waren beschadigd. Op 20 februari waren er 830 klaar.

Lessen van Katrina

Duizenden die door Katrina verrast werden, hebben de ontnuchterende les geleerd dat het van levensbelang is naar waarschuwingen te luisteren. Sterker nog, velen zullen het eens zijn met de eerder aangehaalde Joe, die zei: „De volgende keer dat er geëvacueerd moet worden, ben ik de eerste die weg is!”

Jehovah’s Getuigen verlenen nog steeds hulp aan slachtoffers in het gebied aan de Golfkust (Galaten 6:10). Toch houdt hun bediening niet alleen het geven van humanitaire hulp in. Het voornaamste werk van Jehovah’s Getuigen — dat in 235 landen over de hele wereld wordt verricht — is juist het laten horen van een waarschuwing die veel belangrijker is dan die van een dreigende storm. De bijbel voorzegt dat God binnenkort een eind zal maken aan dit goddeloze stelsel, de aarde zal reinigen en in de toestand zal herstellen die hij oorspronkelijk bedoeld had. Als u graag wilt weten wat de bijbel over deze oordeelstijd leert, neem dan contact op met Jehovah’s Getuigen bij u in de buurt of schrijf naar een van de adressen op bladzijde 5 van dit tijdschrift. — Markus 13:10; 2 Timotheüs 3:1-5; Openbaring 14:6, 7; 16:14-16.

[Voetnoot]

^ ¶32 Regionale bouwcomités bestaan uit teams van Getuigen (vrijwilligers) met veel ervaring in het bouwen en renoveren van Koninkrijkszalen. Er zijn ongeveer honderd van zulke groepen in heel de VS en nog veel meer over de hele wereld.

[Illustratie op blz. 14, 15]

Satellietfoto van het oog van de orkaan Katrina

[Illustratieverantwoording]

NOAA

[Illustratie op blz. 15]

New Orleans onder water

[Illustratieverantwoording]

AP Photo/David J. Phillip

[Illustraties op blz. 15]

De orkaan Katrina verwoestte gebouwen en maakte veel slachtoffers

[Illustratieverantwoording]

AP Photo/Ben Sklar

[Illustratie op blz. 16, 17]

In de Astrodome in Houston werden zo’n 16.000 geëvacueerden ondergebracht

[Illustraties op blz. 17]

Ouderlingen zochten onder de geëvacueerden naar Getuigen

[Illustratie op blz. 18]

Getuigen waren heel dankbaar dat hun huizen gerepareerd werden

[Illustratie op blz. 18]

Vrijwilligers repareren een zwaar beschadigd dak

[Illustratie op blz. 18]

Vrijwilligers zorgden voor voedsel

[Illustratie op blz. 19]

Alan