Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Test uw kennis

Test uw kennis

Test uw kennis

LEG DE GELIJKENIS UIT

1. Wat gebeurde er in Jezus’ gelijkenis in Mattheüs 18:12-14 met een van de schapen?

․․․․․

2. Wat is een herder?

․․․․․

3. Hoe voelde de herder zich toen hij vond wat hij zocht?

․․․․․

Gespreksonderwerp: Hoe is Jehovah als een herder? Hoe zijn wij als schapen?

WANNEER IN DE GESCHIEDENIS?

Noem de schrijver(s) van deze Bijbelboeken en trek een lijn van elk boek naar het (geschatte) jaar van voltooiing.

Na 443 v.G.T. Voor 62 G.T. Na 70 G.T.

455 v.G.T. 64 G.T.

4. Maleachi

5. Jakobus

6. 2 Petrus

WIE BEN IK?

7. Jakobus zei dat ik rechtvaardig verklaard werd omdat ik boodschappers gastvrij ontvangen had.

WIE BEN IK?

8. Ik was een neef van Barnabas, en Petrus noemde me zijn zoon.

UIT DEZE ONTWAAKT!

Beantwoord deze vragen en vul de ontbrekende Bijbelverzen in.

Blz. 8 Wat zei Job over de aarde? (Job 26:․․․)

Blz. 11 Hoe bezagen de vroege christenen de heilige geschriften? (1 Thessalonicenzen 2:․․․)

Blz. 12 Waarvan moesten de koningen van Israël een afschrift maken? (Deuteronomium 17:․․․)

Blz. 28 Waarvan moeten we ons volgens de Bijbel vergewissen? (Romeinen 12:․․․)

Voor kinderen

Kun je deze plaatjes in dit tijdschrift vinden? Vertel iets over elk plaatje.

(Antwoorden op blz. 27)

ANTWOORDEN VAN BLZ. 31

1. Het raakte verdwaald

2. Iemand die een kudde schapen leidt en beschermt

3. Hij was gelukkig

4. Maleachi, na 443 v.G.T.

5. Jakobus, voor 62 G.T.

6. Petrus, 64 G.T.

7. Rachab (Jakobus 2:25)

8. Markus (Kolossenzen 4:10; 1 Petrus 5:13)