Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Mars van dichtbij

Mars van dichtbij

Mars van dichtbij

IN augustus 2003 bevond Mars zich op een afstand van 56 miljoen kilometer van de aarde, de kleinste afstand in bijna 60.000 jaar. Astronomisch gezien was de rode planeet daarmee dichtbij, tot groot genoegen van astronomen.

Begin 2004 waren er een aantal ruimtevaartuigen bij Mars beland. Sommige daarvan onderzochten de planeet vanaf haar oppervlak en andere vanuit een omloopbaan. Wat zijn we door deze missies te weten gekomen over onze buurplaneet?

De rode planeet verkennen

De Mars Global Surveyor werd in 1997 in een baan om Mars gebracht en ontdekte dat de planeet ooit een krachtig magnetisch veld heeft gehad. Deze satelliet bracht ook de topografie van Mars nauwkeurig in beeld en onthulde onder andere dat de afstand tussen het laagste en het hoogste punt op het planeetoppervlak tegen de dertig kilometer loopt, terwijl het hoogteverschil op aarde nog geen twintig kilometer is. *

Het laagste punt op Mars ligt in het uitgestrekte Hellasbekken, dat kennelijk is ontstaan door de inslag van een gigantische asteroïde. Het hoogste punt is de top van de enorme, zo’n twintig kilometer hoge vulkaan Olympus Mons. Een camera aan boord van de Surveyor maakte ook opnamen van keien die zo’n achttien meter in doorsnee bleken te zijn, en van grote gebieden met schuivende zandduinen en recent uitgeslepen valleien. Een ander instrument stelde vast dat het meeste oppervlaktegesteente van vulkanische oorsprong is.

Hoewel elk radiocontact met de Mars Global Surveyor in november 2006 verloren ging, vervolgden drie sondes — de Mars Odyssey uit 2001, de Mars Express en de Mars Reconnaissance Orbiter — hun verkenning van de rode planeet. * Met zeer geavanceerde camera’s en detectors onderzochten ze de atmosfeer op Mars en de ruimte rond de planeet en ontdekten ze zelfs ijs op de noordpool van de planeet en brachten dat in kaart.

Met de Phoenix Mars Lander, die op 25 mei 2008 een vlekkeloze landing maakte op Mars, wordt voornamelijk onderzoek gedaan naar dit ijs. De Phoenix is uitgerust met ultramoderne apparatuur om zowel de atmosfeer als de permafrost in het poolgebied te analyseren. Wetenschappers hopen erachter te komen of de bevroren grond ooit bacterieel leven heeft bevat. De zoektocht naar leven — of op zijn minst de gunstige omstandigheden daarvoor — was echter al eerder begonnen.

De Spirit en de Opportunity

De twee Marslanders Spirit en Opportunity landden in januari 2004 op Mars. Hun landingsplekken waren gekozen op basis van de gegevens die bij eerdere missies waren verkregen. De twee wagentjes, ongeveer zo groot als een skelter, vertraagden hun afdaling in de dampkring van de planeet met hitteschilden, parachutes en remraketten. Tijdens de landing stuiterden ze over het oppervlak, gehuld in airbags, nagenoeg op dezelfde manier als hun kleinere voorganger, de Mars Pathfinder, in 1997 was geland. *

Het oppervlak van Mars is ongeveer net zo groot als het gebied met droog land op aarde, dus er is volop ruimte voor onderzoek met robots. De plek die voor de Opportunity was uitgekozen, was Meridiani Planum, een plateau van oude gelaagde rotsen die het ijzerrijke mineraal hematiet bevatten. De Spirit landde aan de andere kant van Mars om de diepten van de reuzenkrater Gusev te onderzoeken, waarin volgens sommige wetenschappers in het verre verleden misschien een meer heeft gelegen. Het doel van de tweeledige missie was volgens een bericht van de NASA „om de geschiedenis van de milieuomstandigheden te evalueren op plekken die misschien ooit vochtig zijn geweest en gunstig voor leven”.

’Geologen’ op Mars

Toen de Spirit op 4 januari 2004 zijn bestemming bereikte, landde hij in een kaal landschap vol stenen dat gekenmerkt werd door ondiepe ronde inzinkingen. Het wagentje deed op vrijwel dezelfde manier onderzoek naar het landschap als een menselijke geoloog dat zou doen: door diverse bodemsoorten, stenen en landschappen te bekijken. Wetenschappers die de Spirit begeleidden, stelden vast dat zijn landingsgebied bezaaid lag met vulkanische stenen en vol gaten zat die door meteorieten waren ontstaan. De Spirit legde vervolgens ruim tweeënhalve kilometer af om een groep kleine heuvels te onderzoeken. Daar ontdekte hij ongebruikelijke rotsvormen en richels van zachte, gelaagde rotsstructuren die misschien een vulkanische oorsprong hebben.

Op 25 januari 2004 landde de Opportunity na een reis van 456 miljoen kilometer op slechts 25 kilometer van de plek die voor de landing was uitgekozen. Het met luchtkussens omgeven wagentje stuiterde over het oppervlak van Meridiani Planum en rolde rechtstreeks een kleine krater in. Met een verwijzing naar de golfsport noemde een wetenschapper de precisie waarmee de Opportunity daar terechtkwam, een „interplanetaire hole-in-one”.

De Opportunity onderzocht een aantal kraters met gelaagd gesteente waarin zich kleine, hematietrijke bolletjes bevinden die de bijnaam ’blueberries’ (blauwbessen) hebben gekregen. Ze zijn niet echt blauw, maar hun grijze kleur steekt wel af tegen de roodachtige grond en rotsen. Bepaalde rotslagen hebben ribbels en patronen die kenmerkend zijn voor zandafzettingen in stromend water. Enkele wetenschappers menen dat die patronen, in combinatie met het chloor en het broom dat in de rotsen is aangetroffen, erop duiden dat er ooit zout water moet zijn geweest.

De missie van de Phoenix Mars Lander heeft meer gegevens opgeleverd over het oppervlak van Mars en vooral over zijn ijsvlakten. Een robotarm heeft onder het oppervlak bodem- en ijsmonsters genomen die in de twee ’laboratoria’ aan boord van de Phoenix zijn onderzocht. De missie zou echter maar betrekkelijk kort duren want, zo legde het tijdschrift Science uit, slechts enkele maanden na de afronding van het project zou de winter op Mars „de Phoenix met een dikke deken van koolzuurijs bedekken”.

Dat wetenschappers zelfs andere planeten op een afstand van honderden miljoenen kilometers van ons vandaan kunnen onderzoeken, laat zien wat er tot stand kan worden gebracht wanneer een groep mensen aan een gemeenschappelijk doel werkt. Die prestaties zijn ook een compliment voor het menselijk vernuft. Uiteraard is ruimteonderzoek — en wetenschappelijk onderzoek in zijn geheel — alleen mogelijk vanwege de consistente en volledig betrouwbare natuurwetten die er in het universum heersen. Die wetten hebben niet zichzelf geschapen maar zijn ingesteld door de Grote Architect van het universum: Jehovah God.

[Voetnoten]

^ ¶5 De afstand tussen de bodem van de Marianentrog in de Grote Oceaan en de top van de Mount Everest.

^ ¶7 De Mars Odyssey en de Mars Reconnaissance Orbiter zijn gelanceerd door de (Amerikaanse) NASA en de Mars Express door de (Europese) ESA.

^ ¶10 Zie het artikel „Een robot verkent Mars” in de Ontwaakt! van 22 juni 1998.

[Kader/Illustratie op blz. 16]

IS ER LEVEN OP MARS?

Volgens Sir William Herschel en Percival Lowell, astronomen uit de achttiende en negentiende eeuw, wemelde de rode planeet van intelligent leven, en Darwins evolutietheorie leek die mening te ondersteunen. Maar al deze opvattingen zijn onjuist gebleken. Satellietwaarnemingen tonen een kaal landschap en een ijle atmosfeer die voornamelijk uit kooldioxide bestaat. In 1976 hebben experimenten die door de Viking 1 werden uitgevoerd geen leven op het oppervlak van Mars ontdekt. *

Toch blijven wetenschappers naar tekenen van leven zoeken. De meest recente poging daartoe werd ondernomen met de Phoenix Mars Lander. Omdat micro-organismen op aarde in extreme omstandigheden kunnen overleven, denken wetenschappers dat er op bepaalde plaatsen op Mars soortgelijke organismen zouden kunnen bestaan. De Beagle 2, die gekoppeld was aan de Mars Express, was uitgerust om onderzoek te doen naar de aanwezigheid van organische stoffen in de grond, maar eind 2003 mislukte de landing. Het jaar daarop ontdekten wetenschappers in de atmosfeer van de planeet sporen van methaan, waardoor men nog meer ging speculeren over de vraag of het gas een biologische of een vulkanische oorsprong had.

Kan er ergens in het universum spontaan leven ontstaan? De Bijbel geeft als antwoord: „Bij u [God] is de bron van het leven” (Psalm 36:9). Leven kan alleen voortkomen uit leven, en de oorspronkelijke Levengever is de Schepper, Jehovah God (Handelingen 17:25).

[Voetnoot]

^ ¶24 Zie het artikel „Terug naar de rode planeet” in de Ontwaakt! van 22 november 1999.

[Verantwoording]

NASA/JPL/Cornell

[Illustratie op blz. 15]

De robotarm van de Phoenix Mars Lander, met schep, sonde en camera

[Illustratie op blz. 15]

’Blueberries’ (kleuren geïntensiveerd)

[Illustratie op blz. 15]

De Olympus Mons, een uitgedoofde vulkaan van zo’n 20 kilometer hoog

[Illustratie op blz. 15]

De Spirit nam bodemmonsters door te boren en te schrapen

[Illustratieverantwoording op blz. 15]

Top left: NASA/JPL-Caltech/University of Arizona/Texas A&M University; top right: NASA/JPL/Malin Space Science Systems; bottom left and right: NASA/JPL/Cornell