Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Albarracín — Een bijzonder ’adelaarsnest’

Albarracín — Een bijzonder ’adelaarsnest’

Albarracín — Een bijzonder ’adelaarsnest’

„Breng een bezoek aan een van de mooiste plaatsen van Spanje, bezoek Albarracín.” — José Martínez Ruíz, Spaans schrijver, ook bekend onder het pseudoniem Azorín (1873-1967).

ALBARRACÍN is een uniek stadje. Wat maakt het zo uniek? Ten eerste de ligging, vervolgens zijn geschiedenis en ten slotte de schitterende omgeving. Om die redenen heeft de Spaanse regering deze kleine stad in de provincie Teruel tot nationaal monument verklaard. En in 2005 riep een groep vertegenwoordigers uit de toeristenbranche Albarracín uit tot „de mooiste stad van Spanje”.

Albarracín is een oud stadje met zo’n duizend inwoners en ligt verscholen in de bergen van Midden-Spanje. Eromheen liggen groene weiden die van water worden voorzien door verschillende rivieren, en een bergketen die dezelfde naam draagt: Sierra de Albarracín.

Een bron van voedsel en water

In oude tijden wemelde de streek rond Albarracín van wilde dieren waarop gejaagd kon worden en dat trok kolonisten aan. Uit hun rotstekeningen blijkt dat zij bekwame kunstenaars waren die de natuur goed observeerden. Ze tekenden veel kolossale stieren en andere dieren met gebruik van een witte kleurstof die alleen in deze streek wordt aangetroffen. Wetenschappers denken dat die grotten, waarin taferelen uit het dagelijks leven werden afgebeeld, gebruikt werden als ontmoetingsplaatsen voor religieuze of sociale activiteiten.

Zelfs nu nog leven er volop herten, wilde zwijnen en klein wild in het nabijgelegen Montes Universales-reservaat. En de Guadalaviar (Arabisch voor „Witte rivier”) is een van de beste rivieren in Spanje om op forel te vissen.

In 133 voor onze jaartelling overwonnen de Romeinen de plaatselijke Keltiberische stammen, waarna ze in de Albarracínstreek verscheidene dorpen bouwden. In de eerste eeuw bouwden Romeinse ingenieurs er een achttien kilometer lang aquaduct (1). Het wordt beschouwd als een van de ingewikkeldste openbare werken van de Romeinen in Spanje. Ook de Romeinse godsdienst liet zijn sporen na. Uit een reliëf op een Romeinse grafsteen die in de stad Albarracín werd aangetroffen, kan worden opgemaakt dat hier ooit keizeraanbidding werd beoefend.

Voorspoed tijdens moslimbewind

In de negende eeuw was de streek veroverd door de Moren en men denkt dat de naam Albarracín is afgeleid van de naam van de Berberstam Banu Razin, de islamitische kolonisten die zich hier hadden gevestigd. In de middeleeuwen leefden Moren, Joden en naamchristenen met wederzijds respect en tolerantie samen. Daardoor was het de voorspoedigste periode uit de geschiedenis van Albarracín.

De handwerkslieden van Albarracín vervaardigden prachtige voorwerpen en kennelijk floreerde de geneeskunde hier ook. De set chirurgische instrumenten die bij een opgraving werd aangetroffen, vormt een aanwijzing dat plaatselijke chirurgen zelfs staaroperaties uitvoerden. Albarracín bleef tot aan het einde van de twaalfde eeuw onder moslimbewind en kwam daarna in rooms-katholieke handen. Het is opmerkenswaard dat dit de enige keer in de Spaanse geschiedenis schijnt te zijn dat een dergelijke politieke verandering vreedzaam heeft plaatsgevonden.

Hoe ziet Albarracín er tegenwoordig uit? Een bezoeker kan nog steeds door een compleet middeleeuws stadje dolen omdat er nergens moderne gebouwen aan zijn toegevoegd.

Een prachtig silhouet

De Spaanse filosoof José Ortega y Gasset (1883-1955) beschreef Albarracín als „de stad die zich met haar prachtige silhouet in de hoogten verheft”. Dat is een passende beschrijving, want de stad ligt boven op een hoge rots, op zo’n 1200 meter boven de zeespiegel, en wordt omringd door een diepe kloof die als een vestinggracht dient. Dit natuurlijke fort heeft de stad door de eeuwen heen beschermd en Albarracín de bijnaam Adelaarsnest opgeleverd.

Al wandelend door de nauwe, met keien geplaveide straatjes van de stad zal de bezoeker boeiende architectuur uit vroeger tijden tegenkomen. Prachtige voorbeelden daarvan zijn het Hoekbalkon, het Blauwe huis (2) en het Julianetahuis (3). Dit laatstgenoemde huis lijkt wel tussen twee straten te balanceren.

De huizen in die tijd werden opgetrokken uit hout en pleister, materialen die veel minder wegen dan steen — een belangrijke factor als je boven op een heuvel gaat bouwen. Ook de kleine ramen met kanten gordijntjes en ijzeren traliewerk (4) trekken de aandacht van de bezoeker. En de overhangende dakranden, de met snijwerk versierde houten balkons en de bijzondere deurkloppers die vaak de vorm van een dier hebben, geven het geheel een bijzonder accent.

Iemand die gauw duizelig wordt, kan maar beter niet naar beneden kijken bij het binnengaan van een van de hangende huizen. Omdat de stad boven op een rots is gebouwd en de bouwgrond beperkt was, bouwden enkele bewoners hun huis precies langs de rand van de rotswand.

Op de heuvel boven de stad, waar zich ooit het hart van de stad bevond, prijkt een Moors kasteel. De Torre del Andador maakt deel uit van de originele muur die in de tiende eeuw door de Arabieren werd gebouwd. Uit de zestiende eeuw stammen een gotische kathedraal en een hoefijzervormig stadhuis met arcaden.

Natuurschoon in de buurt

Voor natuurliefhebbers heeft Albarracín zelfs nog meer te bieden. De omringende bergketen heeft een grote verscheidenheid van ecosystemen, met een rijke flora en fauna. De bronnen en watervallen geven de bosrijke bergen een schitterende aanblik. En mensen die hier kamperen, kunnen van de spectaculaire sterrenhemel genieten.

In het gebied wonen enkele gezinnen van Jehovah’s Getuigen. De prachtige omgeving herinnert hen aan de Bijbelse belofte dat de gehoorzame mensheid onder Gods koninkrijk in een wereldwijd paradijs zal wonen. Dat is het goede nieuws dat ze graag met hun naasten willen delen (Psalm 98:7-9; Mattheüs 24:14).

Elk jaar lopen er meer dan honderdduizend toeristen door de nauwe straten van Albarracín. Als u naar Spanje komt, zult u geen spijt krijgen van een bezoek aan dit unieke, in de bergen verscholen ’adelaarsnest’.

[Kader/Illustraties op blz. 18]

KUNSTSCHATTEN VAN ALBARRACÍN

Zilveren zalfkruik. Een kruik die de Moorse koning Abdel Malik liet maken voor zijn vrouw Zahr, wat in het Arabisch „Bloem” betekent. Gouden inlegwerk op de kruik bevat de tekst: „Eeuwige zegen (...), goddelijke hulp, en leiding met betrekking tot goedheid en gerechtigheid.” De kruik wordt beschouwd als een van de fraaiste zilverschatten van de Spaans-Arabische kunst.

Vis van bergkristal. De vis is gedecoreerd met schubben en heeft een zilveren bek en vinnen van goud. Hij is ook versierd met parels en robijnen en is zo kunstig bewerkt dat deskundigen niet geloven dat één handwerksman hem in de loop van zijn leven voltooid kan hebben.

[Verantwoording]

Jar: Museo de Teruel. Foto Jorge Escudero; crystal: Sta. Ma de Albarracín Foundation

[Kaart op blz. 16]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

PORTUGAL

SPANJE

MADRID

Albarracín

[Illustratie op blz. 17]

1 Aquaduct

[Illustraties op blz. 18]

2 Blauwe huis

3 Julianetahuis

4 IJzeren traliewerk

[Illustratieverantwoording op blz. 17]

© Ioseba Egibar/age fotostock