Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Trouwe, samenwerkende ouders

Trouwe, samenwerkende ouders

Trouwe, samenwerkende ouders

▪ De temperatuur op het Zuid-Afrikaanse Hoge Veld ligt vlak bij het vriespunt. Vanuit mijn warme kantoor kijk ik bezorgd naar een kale boom die door de koude gierende wind heen en weer wordt gezwiept. Onder in een vork van de boom houdt een koppel palmtortels een paar kuikens warm die drie dagen geleden uit het ei zijn gekropen.

Voordat de eerste eieren werden gelegd, werkte het duivenkoppel samen bij de bouw van het nest: het mannetje bracht de takjes en het vrouwtje stak ze op hun plek. En dat leverde een stevig nest op dat niet door de harde wind is losgeraakt en waarin ze al twee keer eieren hebben uitgebroed. Het vrouwtje broedde ’s nachts op de eieren en het mannetje overdag. Na zo’n veertien dagen kropen de kuikens uit het ei. Over nog eens twee weken zullen de jongen groot en ook sterk genoeg zijn om uit te vliegen.

Luister eens! Hoort u dat mooie koerende geluid dat klinkt als een vriendelijke lach? Het palmtortelvrouwtje heeft haar krop vol voedsel voor de hongerige jongen en kondigt vanaf een tak in de buurt aan dat ze eraan komt en dat ze het van het mannetje kan overnemen. Zelfs nadat de jongen zijn uitgevlogen, zullen ze door beide ouders gevoerd worden totdat ze voor zichzelf kunnen zorgen.

Ik sta vaak versteld van de samenwerking en zorg van deze vogels met hun instinct dat eindeloos van de ene generatie op de andere is doorgegeven. Zulke dingen doen me denken aan de woorden in Psalm 86:8: „Er is niemand als gij (...), o Jehovah, ook zijn er geen werken als de uwe.”

Jehovah God heeft in zijn geschreven Woord, de Bijbel, menselijke ouders leiding verschaft die net zo betrouwbaar is als het instinct dat hij aan de duiven heeft gegeven. De Bijbel spoort bijvoorbeeld moeders aan „hun kinderen lief te hebben” (Titus 2:4). Vaders krijgen de raad: „Irriteert uw kinderen niet, maar blijft hen in het strenge onderricht en de ernstige vermaning van Jehovah grootbrengen” (Efeziërs 6:4; 1 Timotheüs 5:8). Ouders die dat doen, zijn echt waardevol in Gods ogen.