Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Toen de zon rood werd

Toen de zon rood werd

Toen de zon rood werd

TIJDENS de zomer van 1783 waren grote delen van het noordelijk halfrond maandenlang in een vreemde, droge mist gehuld. De zon werd bloedrood, planten verdorden en talloze mensen stierven. Alleen al in Frankrijk en Engeland kostte de mist naar schatting aan tienduizenden mensen het leven. Vele anderen werden ziek — blijkbaar was het ziektecijfer zo hoog dat boeren amper werkers konden vinden om de oogsten die niet aangetast waren binnen te halen.

Die mist is wel „een van de opmerkelijkste meteorologische en geofysische fenomenen van de afgelopen duizend jaar” genoemd. Maar in die tijd kenden alleen de bewoners van IJsland de oorzaak: een plaatselijke vulkanische uitbarsting van het soort dat volgens deskundigen slechts eens in de paar eeuwen voorkomt. Het ligt voor de hand dat IJsland het ergst getroffen werd: naar schatting stierf 20 procent van de bevolking.

Eruptie van de Lakispleet

Op 8 juni 1783 zagen bewoners van het gebied Síða in het zuiden van IJsland de eerste onheilspellende tekenen van wat bekend is komen te staan als de eruptie van de Lakispleet. Omdat de eruptie door waarnemers in een aantal landen werd gedocumenteerd, hebben onderzoekers een kaart kunnen samenstellen van de weg die de vulkanische wolk dag na dag aflegde. Een van de ooggetuigen op IJsland, Jón Steingrímsson, berichtte dat hij vanuit het noorden „een zwarte nevel” zag die steeds groter werd. De lucht werd donker, en op de grond kwam een laagje fijn as te liggen. Toen begon de aarde te beven en te trillen. Hij schreef dat er een week later „een verschrikkelijke vuurstroom uit de Skaftákloof vloeide”, die alles wat op zijn weg lag verzwolg. Steingrímsson heeft de gebeurtenis acht maanden lang gedocumenteerd.

Uit een 25 kilometer lange scheur in de aardkorst stroomde 15 kubieke kilometer lava, de grootste uitstoot van lava in de vastgelegde geschiedenis! Dit wordt in technische termen een continentale basaltstroom genoemd. Vlammende fonteinen van gesmolten rotsmassa spoten honderden meters de lucht in, en uit de spleet vloeide een lavastroom van zo’n tachtig kilometer lang die een gebied van 580 vierkante kilometer bedekte en de bedding van de rivier de Skaftá vulde.

In de loop van het volgende jaar stierf ruim 50 procent van de runderen en ongeveer 80 procent van de paarden en schapen als gevolg van de as en giftige stoffen die op de IJslandse weilanden terecht waren gekomen. Er ontstond een grootschalige hongersnood. Ook stootte de Lakispleet naar schatting 122 miljoen ton zwaveldioxide de atmosfeer in, waar het een verbinding aanging met waterdamp en zo’n 200 miljoen ton zure nevel produceerde. *

Gevolgen verder weg

Die zomer nam de wind de schadelijke gaswolken over grote afstanden mee. In Groot-Brittannië en Frankrijk spraken mensen over een ’vreemde nevel of rokerige mist’ die ze nog nooit eerder hadden gezien. De stinkende, zwavelhoudende mist veroorzaakte ademhalingsproblemen, dysenterie, hoofdpijn, pijnlijke ogen, keelpijn en andere problemen. De dikke wolk zwaveldioxide en het zwavelzuur bleken dodelijk voor jong en oud.

Een bericht uit Duitsland meldde dat de bladeren van de bomen langs de oevers van de Eems in één nacht door de giftige wolk verdord waren. In Engeland verschrompelden gewassen en stierven bladeren af alsof ze verschroeid waren. Soortgelijke berichten kwamen uit Frankrijk, Hongarije, Italië, Nederland, Roemenië, Scandinavië en Slowakije. De zwavelachtige mist werd zelfs in Portugal, Tunesië, Syrië, Rusland, West-China en Newfoundland waargenomen.

Er zijn aanwijzingen dat ook de temperatuur beïnvloed werd doordat de zwaar vervuilde atmosfeer de zonnestralen tegenhield. In 1784 lag de temperatuur op het Europese vasteland zo’n twee graden lager dan de gemiddelde temperatuur in de tweede helft van de achttiende eeuw. Op IJsland was het bijna vijf graden kouder. In Noord-Amerika was de winter van 1783/1784 zo koud dat er naar verluidt ijsschotsen „in de Mississippi dreven (...), die in de Golf van Mexico terechtkwamen”.

Sommige geleerden geloven dat het feit dat de Kauwerak, een Inuitstam in het noordwesten van Alaska, bijna uitstierf, te maken kan hebben gehad met een hongersnood die werd veroorzaakt door de eruptie van de Lakispleet. Aan de hand van jaarringen van bomen is vastgesteld dat de zomer van 1783 de koudste zomer in Alaska was in meer dan vierhonderd jaar tijd. En de Kauwerak hebben een mondelinge overlevering over een jaar waarin het warme seizoen eindigde in juni, gevolgd door extreme kou en hongersnood.

Louter oude geschiedenis?

De natuurramp van 1783 is bijna in de vergetelheid geraakt, deels omdat het al zo lang geleden is, en deels omdat de meeste mensen die de ramp meemaakten, niet wisten wat de oorzaak was. Maar op IJsland wordt deze eruptie als een van de grootste natuurrampen in de geschiedenis van het land beschouwd.

Sommigen zagen de ramp als een straf van God. Maar de Bijbel ondersteunt die gedachte niet (Jakobus 1:13). God komt niet lukraak in actie tegen goede en slechte mensen, want „al zijn wegen zijn gerechtigheid” (Deuteronomium 32:4). Er zal in de toekomst op een geweldige manier gerechtigheid worden getoond als God ingrijpt in menselijke aangelegenheden. De Bijbel zegt dat het zijn doel is alle oorzaken van dood en lijden, waaronder natuurrampen, uit de weg te ruimen (Jesaja 25:8; Openbaring 21:3, 4).

[Voetnoot]

^ ¶7 Zwaveldioxide is ook in deze tijd een grote veroorzaker van luchtverontreiniging en zure regen. Het gas komt vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen zoals steenkool, aardgas en aardolie.

[Illustratie op blz. 14, 15]

Luchtfoto van het landschap rond de Lakispleet

[Illustratie op blz. 14, 15]

Een roodgloeiende lavafontein

[Illustratie op blz. 15]

Satellietfoto van IJsland

[Illustratieverantwoording op blz. 14]

Lava fountain: © Tom Pfeiffer; aerial photo: U.S. Geological Survey; satellite photo: Jacques Descloitres, MODIS Rapid Response Team, NASA/GSFC