Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Jonge mensen vragen

Wie ben ik?

Wie ben ik?

Als Michael Tom naar zich toe ziet komen, krijgt hij het al benauwd. „Hé Mike, je moet dit eens proberen!”, zegt Tom. En zoals Michael al verwachtte, biedt Tom hem een joint aan. Die wil hij niet aanpakken, maar hij wil ook niet overkomen als een loser. Hij zegt zwakjes: „Eh, misschien een andere keer, oké?”

Als Jessica Tom naar zich toe ziet komen, is ze er klaar voor. „Hé Jess, je moet dit eens proberen!”, zegt Tom. En zoals ze al verwachtte, biedt hij haar een joint aan. „Nee, bedankt”, zegt ze zelfverzekerd. „Ik ben van plan om in de toekomst gewoon lekker te blijven ademen. En Tom, ik dacht eigenlijk dat jij te slim was om te blowen!”

HOE komt het dat Jessica beter tegen de druk kan? Omdat ze iets heeft wat Michael niet heeft: een eigen identiteit. Dat is een gevoel vanbinnen dat je vertelt wie je bent en waar je voor staat. Met een eigen identiteit is het makkelijker om nee te zeggen tegen verkeerde dingen en om je eigen keuzes te maken in plaats van je leven door anderen te laten bepalen. Hoe kun je zo’n zelfvertrouwen ontwikkelen? De volgende vragen beantwoorden is een goed begin.

1 WAT ZIJN MIJN STERKE PUNTEN?

Waarom het belangrijk is: Als je weet wat je talenten en goede eigenschappen zijn, heb je meer zelfvertrouwen.

Denk hier eens over na: Iedereen heeft een aantal talenten. Sommigen zijn bijvoorbeeld goed in tekenen of muziek maken, terwijl anderen goed zijn in sport. Raquel * vindt het leuk om aan auto’s te sleutelen. Ze vertelt: „Toen ik een jaar of vijftien was, wist ik dat ik monteur wilde worden.”

Bijbels voorbeeld: De apostel Paulus schreef: „Spreken is mijn vak niet, maar kennis bezit ik wel” (2 Korinthiërs 11:6, GNB). Omdat Paulus de Bijbel goed kende, kon hij zich verdedigen als anderen hem uitdaagden. Hij liet niet toe dat zijn zelfvertrouwen door hun negatieve houding werd ondermijnd (2 Korinthiërs 10:10; 11:5).

Analyseer jezelf. Schrijf hieronder iets op waar je goed in bent.

․․․․․

Schrijf nu een goede eigenschap van jezelf op. (Ben je bijvoorbeeld zorgzaam, vrijgevig, betrouwbaar of punctueel?)

․․․․․

„Ik probeer er voor anderen te zijn. Als iemand wil praten, stop ik met wat ik aan het doen ben en luister ik.” — Brianne.

Als je moeite hebt om een goede eigenschap van jezelf te noemen, schrijf dan op in welk opzicht je de laatste tijd volwassener bent geworden. (Voorbeelden vind je in het  kader hiernaast.)

․․․․․

2 WAT ZIJN MIJN ZWAKKE PUNTEN?

Waarom het belangrijk is: Van een ketting wordt wel gezegd dat die zo sterk is als de zwakste schakel. Zo is het ook met je identiteit. Als je niet uitkijkt, zouden je zwakke punten snel de overhand kunnen krijgen.

Denk hier eens over na: Niemand is volmaakt (Romeinen 3:23). Iedereen heeft wel een eigenschap die hij zou willen veranderen. Seija zegt: „Ik kan het niet uitstaan dat ik soms van een klein dingetje al in de stress schiet. Bij het minste of geringste gaat het mis en dan heb ik ineens mijn emoties niet meer onder controle.”

Bijbels voorbeeld: Paulus kende zijn zwakke punten. Hij schreef: „Innerlijk stem ik vol vreugde in met de wet van God, maar in alles wat ik doe zie ik die andere wet. Hij voert strijd tegen de wet waarmee ik met mijn verstand instem en maakt van mij een gevangene van de wet van de zonde, die in mij leeft” (Romeinen 7:22, 23, NBV).

Analyseer jezelf. Aan welke zwakke punten moet je blijven werken?

․․․․․

„Ik heb gemerkt dat ik na het zien van een romantische film een beetje down ben en iemand wil vinden op wie ik verliefd kan worden. Nu weet ik dat ik voorzichtig moet zijn met dat soort films.” — Bridget.

3 WAT ZIJN MIJN DOELEN?

Waarom het belangrijk is: Een doel hebben geeft zin en richting aan je leven. Dan is de kans ook groter dat je mensen en situaties vermijdt die het bereiken van je doel in de weg kunnen staan.

Denk hier eens over na: Zou je in een taxi stappen en de chauffeur vragen om rondjes te rijden totdat de tank leeg was? Dat zou dom zijn — en ook duur! Een doel hebben voorkomt dat je in een kringetje blijft ronddraaien. Je weet waar je heen wilt en hoe je daar wilt komen.

Bijbels voorbeeld: Paulus schreef: ’Ik ren niet als iemand die geen doel heeft’ (1 Korinthiërs 9:26, NBV). Hij liet het leven niet zomaar een beetje over zich heen komen. Hij stelde zich doelen en plande zijn leven daaromheen (Filippenzen 3:12-14).

Analyseer jezelf. Schrijf hieronder drie doelen op die je binnen een jaar wilt bereiken.

  1. ․․․․․

  2. ․․․․․

  3. ․․․․․

Kies het doel uit dat je het belangrijkst vindt en schrijf op wat je nu kunt gaan doen om dat te bereiken.

․․․․․

„Als ik niet druk bezig blijf, merk ik dat ik maar een beetje aanmodder. Het is beter je een doel te stellen en je best te doen om dat te bereiken.” — José.

4 WAT ZIJN MIJN PRINCIPES?

Waarom het belangrijk is: Als je geen principes hebt, weet je niet waar je voor staat. Dan zul je je als een soort kameleon steeds aan je leeftijdgenoten aanpassen, en daarmee laat je zien dat je geen eigen identiteit hebt.

Denk hier eens over na: De Bijbel moedigt christenen aan om te onderzoeken „wat de goede en welgevallige en volmaakte wil van God is” (Romeinen 12:2). Als je een eigen identiteit hebt, houd je vast aan je principes, wat anderen ook doen.

Bijbels voorbeeld: Toen de profeet Daniël een tiener was, ’besloot hij in zijn hart’ dat hij zich aan Gods wetten zou houden, ook al woonde hij ver bij zijn familie en geloofsgenoten vandaan (Daniël 1:8). Op die manier bleef hij trouw aan zijn principes en zijn geloofsovertuiging.

Analyseer jezelf. Wat zijn jouw principes? Bijvoorbeeld:

  • Geloof je in God? Waarom? Welke bewijzen overtuigen jou ervan dat hij bestaat?

  • Geloof je dat Gods morele normen voor je bestwil zijn? Waarom? Wat overtuigt jou er bijvoorbeeld van dat je gelukkiger wordt als je je houdt aan Gods wetten over seks in plaats van de ’vrije’ leefstijl van andere jongeren te volgen?

Dat zijn geen vragen die je even snel kunt beantwoorden. Neem de tijd om de redenen voor je principes te onderzoeken. Dan zul je je overtuiging beter kunnen verdedigen (Spreuken 14:15; 1 Petrus 3:15).

„Op school word je onder druk gezet als je onzeker bent, en ik wilde niet onzeker zijn over mijn geloof. Daarom deed ik moeite om de redenen voor mijn overtuiging goed op een rijtje te zetten. Ik zei niet: ’Dat mag niet van mijn geloof’ maar: ’Ik sta er niet achter’. Het was mijn overtuiging.” — Danielle.

Wat zou jij graag willen zijn: een afgevallen blaadje dat door elk zuchtje wind heen en weer geblazen wordt of een boom die zware stormen kan doorstaan? Als je je identiteit versterkt, zul je als die boom zijn. Dan kun je ook antwoord geven op de vraag: wie ben ik?

Als je een sterke eigen identiteit hebt, ben je als een boom met stevige wortels die zware stormen kan doorstaan

 

^ ¶8 Sommige namen in dit artikel zijn veranderd.