Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Zonde

Zonde

Zonde

Definitie: Letterlijk, volgens de Hebreeuwse en Griekse tekst van de bijbel: het doel missen. God zelf bepaalt het „doel” dat zijn met verstand begiftigde schepselen moeten bereiken. Het missen van dat doel is zonde, terwijl zonde tevens onrechtvaardigheid of wetteloosheid is (Rom. 3:23; 1 Joh. 5:17; 3:4). Zonde is alles wat niet strookt met Gods heilige persoonlijkheid, maatstaven, wegen en wil. Zonde kan een kwestie zijn van onjuist gedrag, verzuimen te doen wat men moet doen, goddeloze spraak, onreine gedachten, of zelfzuchtige verlangens of beweegredenen. De bijbel maakt verschil tussen overgeërfde zonde en opzettelijke zonde, tussen een daad van zonde waarvan men berouw heeft en het beoefenen van zonde.

Hoe kon Adam zondigen indien hij volmaakt was?

Gelieve in verband met Adams volmaaktheid Genesis 1:27, 31 en Deuteronomium 32:4 te lezen. Wat betekende het toen Jehovah God zijn aardse schepping, met inbegrip van de man en de vrouw, „zeer goed” noemde? Wanneer Iemand wiens activiteit volmaakt is, zegt dat hetgeen hij heeft gemaakt „zeer goed” is, dan moet het aan zijn volmaakte maatstaven hebben voldaan.

Hield volmaaktheid in dat Adam en Eva niet in staat waren iets verkeerds te doen? De maker van een robot verwacht dat deze precies datgene doet waarvoor hij hem heeft geprogrammeerd. Maar een volmaakte robot zou geen volmaakt mens zijn. De eigenschappen die als essentieel worden beschouwd, zijn niet dezelfde. Adam en Eva waren mensen, geen robots. Aan de mensheid heeft God het vermogen geschonken om te kiezen tussen goed en kwaad, tussen gehoorzaamheid en ongehoorzaamheid, het vermogen om morele beslissingen te nemen. Aangezien mensen zo zijn gemaakt, zou het onvermogen om zulke beslissingen (en niet een onverstandige beslissing) te nemen, op onvolmaaktheid hebben geduid. — Vergelijk Deuteronomium 30:19, 20; Jozua 24:15.

Als Adam en Eva volmaakt geschapen waren, volgt daar dan uit dat zij alleen juiste beslissingen konden nemen? Dat zou erop neerkomen dat zij niet over de vrijheid van keus beschikten. Maar God had hen niet zo gemaakt dat hun gehoorzaamheid automatisch zou zijn. God schonk hun het vermogen om te kiezen, zodat zij hem uit liefde konden gehoorzamen. Zouden zij daarentegen toelaten dat hun hart zelfzuchtig werd, dan zouden zij ongehoorzaam worden. Wat hebt u liever: dat iemand iets voor u doet omdat hij daartoe gedwongen is, of omdat hij het wil doen? — Vergelijk Deuteronomium 11:1; 1 Johannes 5:3.

Hoe konden zulke volmaakte mensen zelfzuchtig worden, wat tot zondige daden leidde? Hoewel zij volmaakt geschapen waren, zou hun fysieke lichaam niet volmaakt blijven functioneren als het niet het juiste voedsel kreeg. Zo was het ook met de geest: als zij hun geest met verkeerde gedachten zouden vullen, zou dit moreel verval, onheiligheid, veroorzaken. In Jakobus 1:14, 15 wordt uitgelegd: „Een ieder wordt beproefd doordat hij door zijn eigen begeerte meegetrokken en verlokt wordt. Vervolgens baart de begeerte, als ze vruchtbaar is geworden, zonde.” In het geval van Eva begonnen de verkeerde verlangens zich te ontwikkelen toen zij met belangstelling naar Satan luisterde, die een slang als zijn woordvoerder gebruikte. Adam zwichtte voor de aandrang van zijn vrouw om ook van de verboden vrucht te eten. In plaats van de verkeerde gedachten van zich af te zetten, gaven beiden voedsel aan zelfzuchtige verlangens. Het gevolg was dat zij zondigden. — Gen. 3:1-6.

Vormde Adams zonde een onderdeel van „Gods plan”?

Zie „Adam en Eva”, blz. 37, 38; „Noodlot”, blz. 313, 314.

Bestaat er in deze tijd werkelijk wel zo iets als „zonde”?

Illustraties: Als een zieke de thermometer zou breken, zou dat dan bewijzen dat hij geen koorts had? Als een dief zou zeggen dat hij niet gelooft wat er in het wetboek staat, zou dat hem dan onschuldig aan de misdaad maken? Zo maakt ook het feit dat veel mensen niet geloven dat men volgens bijbelse maatstaven moet leven, nog geen eind aan de zonde. — Zie 1 Johannes 1:8.

Sommige mensen verkiezen wellicht te doen wat Gods Woord verbiedt. Maar dat bewijst nog niet dat de bijbel het bij het verkeerde eind heeft. Galáten 6:7, 8 waarschuwt: „Wordt niet misleid: God laat niet met zich spotten. Want wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten; want wie met het oog op zijn vlees zaait, zal uit zijn vlees verderf oogsten.” De epidemie van door seksueel contact overgedragen ziekten, uiteengevallen huisgezinnen, enzovoort, bewijst dat wat de bijbel zegt waar is. God heeft de mens gemaakt; Hij weet wat ons blijvend geluk zal schenken; Hij vertelt het ons in de bijbel. Is het dan niet verstandig naar Hem te luisteren? (Zie voor bewijzen dat God bestaat, het onderwerp „God”.)

Is veel van wat zonde wordt genoemd, niet gewoon wat mensen van nature doen?

Is seks zondig? Zondigden Adam en Eva door seksuele gemeenschap met elkaar te hebben? Niet volgens de bijbel. In Genesis 1:28 staat dat God zelf Adam en Eva de opdracht gaf om ’vruchtbaar te zijn en tot velen te worden en de aarde te vullen’. Dat hield toch in dat zij seksuele gemeenschap moesten hebben? En Psalm 127:3 zegt dat ’zonen een erfdeel van Jehovah zijn’, „een beloning”. Merk op dat Eva als eerste van de verboden vrucht at en dit deed toen zij alleen was; pas later gaf zij Adam er wat van (Gen. 3:6). De boom was kennelijk een letterlijke boom. De bijbel verbiedt niet de seksuele gemeenschap tussen huwelijkspartners, maar wel praktijken zoals hoererij, overspel, homoseksualiteit en bestialiteit. De slechte vruchten van die praktijken bewijzen dat het verbieden ervan een blijk van liefdevolle zorg is van de zijde van Degene die weet hoe wij gemaakt zijn.

Gen. 1:27: „God ging ertoe over de mens [Adam] te scheppen naar zijn beeld, naar Gods beeld schiep hij hem.” (Normaal was dus dat Adam Gods heilige eigenschappen zou weerspiegelen en vol waardering Gods leiding zou aanvaarden. Hierin te kort schieten, zou betekenen het doel missen, zondigen. Zie Romeinen 3:23; ook 1 Petrus 1:14-16.)

Ef. 2:1-3: „[God] heeft . . . ú [christenen] levend gemaakt, ofschoon gij dood waart in uw overtredingen en zonden, waarin gij eens hebt gewandeld overeenkomstig het samenstel van dingen van deze wereld, overeenkomstig de heerser van de autoriteit der lucht, de geest die thans werkzaam is in de zonen der ongehoorzaamheid. Ja, onder hen hebben wij allen ons eens in overeenstemming met de begeerten van ons vlees gedragen, doende de dingen die het vlees en de gedachten wilden, en wij waren van nature kinderen der gramschap, evenals de overigen.” (Als nakomelingen van de zondaar Adam zijn wij in zonde geboren. Vanaf onze geboorte is ons hart tot het slechte geneigd. Als wij deze verkeerde neigingen niet bedwingen, raken wij mettertijd wellicht gewend aan een dergelijke levenswijze. Het kan zelfs „normaal” lijken omdat anderen om ons heen soortgelijke dingen doen. Maar de bijbel geeft aan wat van Gods standpunt uit bezien goed is en wat verkeerd is, aangezien hij weet hoe hij de mens heeft gemaakt en wat zijn voornemen met de mensheid is. Indien wij naar God luisteren en hem liefdevol gehoorzamen, zal ons leven een ongekende rijkdom aan betekenis krijgen en zullen wij een eeuwige toekomst hebben. Onze Schepper nodigt ons hartelijk uit te proeven en te zien hoe goed dat is. — Ps. 34:8.)

Hoe is zonde van invloed op iemands verhouding tot God?

1 Joh. 3:4, 8: „Een ieder die zonde beoefent, beoefent ook wetteloosheid, en daarom is zonde wetteloosheid. Wie zonde beoefent, spruit uit de Duivel voort.” (Wat een krachtige verklaring! Degenen die opzettelijk een zondige handelwijze kiezen door zondigen tot een gewoonte te maken, worden door God als misdadigers beschouwd. De door hen verkozen handelwijze is de handelwijze die Satan zelf als eerste heeft gekozen.)

Rom. 5:8, 10: ’Christus is voor ons gestorven, terwijl wij nog zondaars waren. . . . Toen wij vijanden waren, werden wij met God verzoend door middel van de dood van zijn Zoon.’ (Merk op dat zondaars vijanden van God worden genoemd. Hoe verstandig dus om gebruik te maken van de voorziening die God heeft getroffen om met hem verzoend te worden!)

1 Tim. 1:13: „Mij [werd] barmhartigheid betoond [zegt de apostel Paulus] omdat ik onwetend was en in ongeloof handelde.” (Maar toen de Heer hem de juiste weg wees, aarzelde hij niet die te bewandelen.)

2 Kor. 6:1, 2: „Met hem samenwerkend, verzoeken wij u ook dringend de onverdiende goedheid van God niet te aanvaarden en dan het doel ervan te missen. Want hij zegt: ’In een tijd van aanvaarding heb ik u verhoord en op een dag van redding ben ik u te hulp gekomen.’ Ziet! Nu in het bijzonder is het de tijd van aanvaarding. Ziet! Nu is het de dag van redding.” (Nu is het de tijd waarin de gelegenheid tot redding openstaat. God zal zondige mensen niet eeuwig zulk een onverdiende goedheid blijven betonen. Wij dienen er dus zorgvuldig op toe te zien dat wij niet het doel ervan missen.)

Hoe kunnen wij van onze zonden verlost worden?

Zie „Losprijs”.