Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

HOOFDSTUK 1

‘Kijk! Dit is onze God!’

‘Kijk! Dit is onze God!’

1, 2. (a) Welke vragen zou jij aan God willen stellen? (b) Wat vroeg Mozes aan God?

 HOE zou je het vinden als je met God zou kunnen praten? Alleen al de gedachte is overweldigend — dat de Soeverein van het universum tegen jou praat! Misschien aarzel je eerst, maar dan lukt het je toch om iets terug te zeggen. Hij luistert naar je, hij geeft antwoord en hij geeft je zelfs het gevoel dat je elke vraag mag stellen die je maar wilt. Welke vraag zou je hem stellen?

2 Lang geleden was er een man die zoiets meemaakte. Zijn naam was Mozes. Maar het zal je misschien verbazen welke vraag hij uitkoos om aan God te stellen. Hij vroeg niets over zichzelf, zijn toekomst of de ellendige situatie van de mensheid. In plaats daarvan vroeg hij naar Gods naam. Dat lijkt misschien vreemd, want Mozes kende Gods naam al. Zijn vraag moet dus een diepere betekenis hebben gehad. Eigenlijk was het de belangrijkste vraag die Mozes ooit had kunnen stellen. Het antwoord is voor ons allemaal belangrijk. Het kan je helpen om een hechtere band met God te krijgen. Laten we eens kijken naar dat opmerkelijke gesprek.

3, 4. Welke gebeurtenissen waren de aanleiding tot Mozes’ gesprek met God, en waar ging dat gesprek over?

3 Mozes was 80 jaar. Hij leefde al 40 jaar afgezonderd van zijn volk, de Israëlieten, die slaven in Egypte waren. Toen hij op een dag de kudden van zijn schoonvader aan het hoeden was, zag hij iets heel vreemds. Op de berghelling stond een doornstruik in brand. De struik bleef maar branden maar verbrandde niet. Mozes ging ernaartoe om het van dichtbij te bekijken. Ineens hoorde hij een stem vanuit het vuur tot hem spreken! Het was God, die via een engel tot Mozes sprak. God gaf Mozes de opdracht zijn vredige leventje vaarwel te zeggen en naar Egypte terug te gaan om de Israëlieten uit slavernij te bevrijden (Exodus 3:1-12).

4 Op dat moment had Mozes God alles kunnen vragen wat hij maar wilde weten. Maar het is interessant welke vraag hij besloot te stellen: ‘Stel dat ik naar de Israëlieten ga en tegen ze zeg: “De God van jullie voorvaders heeft me naar jullie toe gestuurd.” Als ze dan tegen me zeggen: “Wat is zijn naam?”, wat moet ik dan antwoorden?’ (Exodus 3:13)

5, 6. (a) Welke simpele, belangrijke waarheid leert Mozes’ vraag ons? (b) Wat hebben mensen met Gods naam gedaan, en waarom is dat zo erg? (c) Waarom is het zo bijzonder dat God ons laat weten wat zijn naam is?

5 Die vraag leert ons in de eerste plaats dat God een naam heeft. Maar veel mensen vinden het niet belangrijk om te weten wat Gods naam is. Gods naam is uit veel Bijbelvertalingen verwijderd en vervangen door titels als ‘Heer’ en ‘God’. Dat is een van de ergste en meest trieste dingen die in naam van religie zijn gedaan. Want wat is gewoonlijk het eerste dat je doet als je iemand ontmoet? Je vraagt naar zijn naam. Dat geldt ook als je God wilt leren kennen. Hij is geen naamloos, afstandelijk wezen dat je niet kunt leren kennen of begrijpen. We kunnen hem niet zien, maar hij bestaat echt. En hij heeft een naam: Jehovah.

6 Dat God ons heeft laten weten wat zijn persoonlijke naam is, betekent nog iets heel bijzonders. Hij nodigt ons uit om hem te leren kennen. Hij wil dat we de best mogelijke keus maken in het leven: de keus om dicht tot hem te naderen. Daarom heeft Jehovah ons niet alleen verteld wat zijn naam is, maar heeft hij ons ook geleerd wat voor Persoon hij is.

Wat Gods naam betekent

7. (a) Wat betekent Gods naam kennelijk? (b) Wat wilde Mozes eigenlijk weten toen hij God naar Zijn naam vroeg?

7 Jehovah heeft zelf zijn naam gekozen, een naam die ons veel over hem leert. De naam Jehovah betekent kennelijk ‘Hij veroorzaakt te worden’. Er is in het hele universum niemand als hij, want hij heeft alles geschapen. Ook zorgt hij ervoor dat alles wat hij zich voorneemt uitkomt. Hij kan zelfs zijn onvolmaakte menselijke aanbidders laten worden wat hij maar wil. Dat is heel indrukwekkend als je erover nadenkt. Maar Gods naam leert ons nog meer over hem. Mozes wilde kennelijk meer weten. Hij wist namelijk dat Jehovah de Schepper is, en hij kende Gods naam. Die naam werd al eeuwenlang door mensen gebruikt. Dus toen Mozes naar Gods naam vroeg, wilde hij blijkbaar meer weten over de Persoon achter de naam. Hij vroeg eigenlijk: ‘Wat kan ik uw volk Israël over u vertellen dat hun geloof in u zal opbouwen, dat hen ervan zal overtuigen dat u hen echt zult bevrijden?’

8, 9. (a) Hoe beantwoordde Jehovah Mozes’ vraag, en waarom is de manier waarop Zijn antwoord vaak wordt vertaald niet correct? (b) Wat betekent ‘Ik zal worden wat ik wil worden’?

8 Als antwoord onthulde Jehovah een boeiend aspect van zijn persoonlijkheid, iets wat verband houdt met de betekenis van zijn naam. Hij zei tegen Mozes: ‘Ik zal worden wat ik wil worden’ (Exodus 3:14). Veel Bijbelvertalingen zeggen hier: ‘Ik ben die ik ben.’ Maar uit andere vertalingen blijkt dat God niet alleen maar bevestigde dat Hij bestond. Hij leerde Mozes, en ons allemaal, dat hij zou worden wat hij wilde worden of zou verkiezen te worden wat er maar nodig was om zijn beloften te vervullen. De vertaling van J.B. Rotherham geeft dit vers als volgt weer: ‘Ik zal worden wat mij ook behaagt.’ Een deskundige op het gebied van het Bijbelse Hebreeuws legt de uitdrukking op de volgende manier uit: ‘Wat de situatie of de behoefte ook is (...), God zal de oplossing voor die behoefte “worden”.’

9 Wat betekende dat voor de Israëlieten? Welk obstakel ze ook zouden tegenkomen en in wat voor moeilijke situatie ze zich ook zouden bevinden, Jehovah zou worden wat er maar nodig was om ze uit slavernij te bevrijden en ze naar het beloofde land te brengen. De betekenis van die naam zal ze zeker geholpen hebben op God te vertrouwen. Dat kan Gods naam ook voor ons in deze tijd doen (Psalm 9:10).

10, 11. Hoe helpt de betekenis van Jehovah’s naam ons te beseffen dat hij de beste Vader is die je je maar kunt voorstellen? Illustreer dat.

10 Denk eens aan het volgende: Ouders moeten elke dag veelzijdig en flexibel zijn om goed voor hun kinderen te kunnen zorgen. Ze moeten ze onderwijzen en corrigeren, voor ze koken, ze verzorgen als ze ziek zijn en ruzies oplossen. Veel ouders voelen zich overweldigd door de vele verschillende rollen die ze moeten vervullen. Ze zien het grenzeloze vertrouwen van hun kinderen, die er geen moment aan twijfelen dat papa of mama het wondje beter kan maken, alle ruzies bij kan leggen, elk kapot stuk speelgoed kan repareren en elke vraag kan beantwoorden die in hun eindeloos nieuwsgierige geest opkomt. Sommige ouders voelen zich onbekwaam en soms gefrustreerd als het ze niet lukt om al die rollen goed te vervullen.

11 Ook Jehovah is een liefdevolle ouder. Maar wat hem anders maakt dan menselijke ouders, is dat hij altijd kan worden wat nodig is om op de best mogelijke manier voor zijn kinderen op aarde te zorgen. Zijn naam leert ons dus dat Jehovah wil dat we hem zien als de beste Vader die we ons maar kunnen voorstellen (Jakobus 1:17). Mozes en alle andere trouwe Israëlieten ondervonden al gauw dat Jehovah zijn naam waarmaakt. Ze keken vol ontzag toe hoe Jehovah alles werd wat ze nodig hadden: hij versloeg al hun vijanden, liet het water van de Rode Zee in tweeën splijten, gaf ze volmaakte wetten, trad op als Rechter, gaf ze in de woestijn voedsel en water, zorgde ervoor dat hun kleding en sandalen niet versleten, en nog veel meer.

12. Hoe bezag de farao Jehovah?

12 God heeft ons dus laten weten wat zijn persoonlijke naam is, ons verteld wat voor iemand hij is, en ons zelfs laten zien dat wat hij over zichzelf zegt, waar is. Het is duidelijk dat God wil dat we hem kennen. Wil jij dat ook? Mozes wilde God heel graag leren kennen. Dat intense verlangen had invloed op elke beslissing die hij nam en hielp hem om heel dicht tot zijn hemelse Vader te naderen (Numeri 12:6-8; Hebreeën 11:27). Jammer genoeg hadden maar weinig mensen in Mozes’ tijd datzelfde verlangen. Toen Mozes de farao over Jehovah vertelde, vroeg die trotse Egyptische koning respectloos: ‘Wie is Jehovah?’ (Exodus 5:2) Dat vroeg hij niet omdat hij Jehovah wilde leren kennen. Het was een cynische manier om duidelijk te maken dat het hem niets kon schelen wat Jehovah te zeggen had. Zo denken veel mensen er tegenwoordig over. Daarom begrijpen ze niet wat het allerbelangrijkste is — dat Jehovah de Soeverein van het universum is.

De Soevereine Heer Jehovah

13, 14. (a) Waarom heeft Jehovah in de Bijbel veel titels, en wat zijn enkele ervan? ( Zie kader op blz. 14.) (b) Waarom kan alleen Jehovah de ‘Soevereine Heer’ genoemd worden?

13 Jehovah is zo veelzijdig en flexibel dat de Bijbel veel verschillende titels voor hem gebruikt. Die titels zijn niet zo belangrijk als zijn persoonlijke naam, maar ze leren ons meer over wat zijn naam betekent. Zo wordt hij bijvoorbeeld de ‘Soevereine Heer Jehovah’ genoemd (2 Samuël 7:22). Die verheven titel, die honderden keren in de Bijbel voorkomt, vertelt ons iets over Jehovah’s positie. Hij alleen heeft het recht om de Regeerder van het hele universum te zijn. Laten we eens zien waarom.

14 Niemand is als Jehovah, want hij heeft alles geschapen. Openbaring 4:11 zegt: ‘Jehovah, onze God, u bent het waard de lof en de eer en de kracht te ontvangen, want u hebt alle dingen geschapen en dankzij uw wil zijn ze tot bestaan gekomen en werden ze geschapen.’ Die verheven woorden kunnen alleen op Jehovah worden toegepast. Alles in het universum bestaat dankzij Jehovah! Het is dan ook alleen maar juist dat we Jehovah alle lof en eer geven, omdat hij de Soevereine Heer en Schepper van alle dingen is.

15. Waarom wordt Jehovah de ‘Koning van de eeuwigheid’ genoemd?

15 Nog een titel die alleen op Jehovah wordt toegepast, is ‘Koning van de eeuwigheid’ (1 Timotheüs 1:17; Openbaring 15:3). Wat betekent dat? Het is voor ons beperkte verstand moeilijk te begrijpen, maar Jehovah is eeuwig: hij heeft altijd bestaan en zal altijd blijven bestaan. Psalm 90:2 zegt: ‘U bent God, van eeuwigheid tot eeuwigheid.’ Jehovah heeft dus geen begin gehad. Hij is er altijd geweest. Hij wordt ook ‘de Oude van Dagen’ genoemd, omdat hij al een eeuwigheid bestond voordat er ook maar iemand of iets anders in het universum tot bestaan kwam! (Daniël 7:9, 13, 22) Het is duidelijk dat Jehovah het recht heeft om over alles en iedereen te regeren.

16, 17. (a) Waarom kunnen we Jehovah niet zien, en waarom hoeft dat ons niet te verbazen? (b) In welke zin is Jehovah reëler dan alles wat we kunnen zien of aanraken?

16 Toch trekken sommigen in deze tijd, net als de farao, dat recht in twijfel. De reden is dat onvolmaakte mensen vaak alleen vertrouwen op wat ze met hun ogen kunnen zien. We kunnen de Soevereine Heer niet zien. Hij is een geestelijk wezen, onzichtbaar voor menselijke ogen (Johannes 4:24). Bovendien zou een mens van vlees en bloed het niet overleven als hij zich in de onmiddellijke aanwezigheid van Jehovah zou bevinden. Jehovah zelf zei tegen Mozes: ‘Mijn gezicht kun je niet zien, want geen mens kan mij zien en in leven blijven’ (Exodus 33:20; Johannes 1:18).

17 Waarom is dat zo? Denk eens aan wat er met Mozes gebeurde. Hij kreeg maar een beetje van Jehovah’s glorie te zien, kennelijk via een engel. Wat was het gevolg? Een tijdlang had Mozes’ gezicht ‘een stralende glans’. De Israëlieten waren zelfs bang om rechtstreeks naar Mozes’ gezicht te kijken (Exodus 33:21-23; 34:5-7, 29, 30). We kunnen er dan ook zeker van zijn dat geen enkel mens naar Jehovah in al zijn glorie zou kunnen kijken! Betekent dit dan dat Jehovah minder reëel is dan dingen die we kunnen zien en aanraken? Nee, er zijn veel dingen die we niet kunnen zien waarvan we toch weten dat ze bestaan, zoals wind, radiogolven en gedachten. Bovendien zal alles wat we kunnen zien of aanraken, uiteindelijk verouderen of vervallen. Maar Jehovah verandert niet, hoeveel tijd er ook voorbijgaat, zelfs al zijn dat miljarden jaren! Hij is dus veel reëler dan dingen die we kunnen zien of aanraken (Mattheüs 6:19). Maar is hij alleen een abstracte, onpersoonlijke kracht, die ver van ons af staat? Dat gaan we nu bekijken.

Een God met een persoonlijkheid

18. Wat voor visioen kreeg Ezechiël, en wat symboliseren de vier gezichten van de ‘levende wezens’ dichtbij Jehovah?

18 Hoewel we God niet kunnen zien, zijn er Bijbelgedeelten die ons een kijkje geven in de hemel zelf. Bijvoorbeeld het eerste hoofdstuk van Ezechiël. Ezechiël kreeg een visioen van het hemelse deel van Jehovah’s universele organisatie, dat eruitzag als een reusachtige hemelse wagen. Vooral indrukwekkend is de beschrijving van de machtige geestelijke wezens rondom Jehovah (Ezechiël 1:4-10). Deze ‘levende wezens’ werken nauw met Jehovah samen, en hun uiterlijk vertelt ons iets belangrijks over de God die ze dienen. Elk van hen heeft vier gezichten — dat van een stier, een leeuw, een arend en een mens. Blijkbaar symboliseren die gezichten de vier eigenschappen die de basis vormen voor Jehovah’s ontzagwekkende persoonlijkheid (Openbaring 4:6-8, 10).

19. Welke eigenschap wordt afgebeeld door (a) het stierengezicht? (b) het leeuwengezicht? (c) het arendsgezicht? (d) het mensengezicht?

19 Een stier is een enorm sterk dier, en daarom wordt het in de Bijbel vaak gebruikt als een afbeelding van macht of kracht. Een leeuw beeldt vaak gerechtigheid af, omdat er voor echte gerechtigheid moed nodig is, een eigenschap waar leeuwen om bekendstaan. Arenden staan bekend om hun scherpe gezichtsvermogen. Ze kunnen zelfs heel kleine voorwerpen op honderden meters afstand zien. Het arendsgezicht is dus een goede afbeelding van Gods ver vooruitziende wijsheid. En het mensengezicht? Omdat de mens naar Gods beeld is gemaakt, kan alleen hij Gods belangrijkste eigenschap, liefde, tonen (Genesis 1:26). Deze aspecten van Jehovah’s persoonlijkheid — macht, gerechtigheid, wijsheid en liefde — worden zo vaak in de Bijbel benadrukt dat ze als Gods voornaamste eigenschappen bezien kunnen worden.

20. Is Jehovah’s persoonlijkheid in de loop van de tijd veranderd? Leg dit uit.

20 Is God in de duizenden jaren sinds hij in de Bijbel werd beschreven, veranderd? Nee, Gods persoonlijkheid verandert niet. Hij zegt: ‘Ik ben Jehovah en ik verander niet’ (Maleachi 3:6). Jehovah bewijst dat hij een ideale Vader is door in elke situatie de eigenschappen te tonen die het best bij de situatie passen. Van al Gods eigenschappen is liefde de belangrijkste. Die eigenschap blijkt uit alles wat God doet. Hij gebruikt zijn macht, gerechtigheid en wijsheid op een liefdevolle manier. De Bijbel zegt in verband met deze eigenschap zelfs iets heel bijzonders over hem: ‘God is liefde’ (1 Johannes 4:8). Merk op dat er niet staat dat God liefde heeft. Nee, er staat dat God liefde is. Hij is de belichaming van liefde. Liefde is de motivatie bij alles wat hij doet.

‘Kijk! Dit is onze God!’

21. Wat zal het resultaat zijn als je Jehovah’s eigenschappen beter leert kennen?

21 Heb je weleens gezien dat een klein kind naar zijn vader wijst en dan heel blij en trots tegen zijn vriendjes zegt: ‘Dat is mijn papa’? Gods aanbidders hebben alle reden om dezelfde gevoelens voor Jehovah te hebben. De Bijbel voorspelt een tijd dat trouwe mensen enthousiast zullen zeggen: ‘Kijk! Dit is onze God!’ (Jesaja 25:8, 9) Hoe beter je Jehovah’s eigenschappen gaat begrijpen, hoe meer je zult beseffen dat je de beste Vader hebt die er is.

22, 23. Hoe beschrijft de Bijbel onze hemelse Vader, en hoe weten we dat hij wil dat we dicht tot hem naderen?

22 Het is duidelijk dat onze hemelse Vader heel liefdevol is. Hij is niet koel, gereserveerd of afstandelijk, zoals sommige filosofen en strenggelovige mensen beweren. Tot zo’n God zou je je niet aangetrokken voelen. Maar de Bijbel noemt hem juist ‘de gelukkige God’ (1 Timotheüs 1:11). Hij wordt geraakt door wat wij doen. Toen mensen zich niet hielden aan de richtlijnen die hij ze voor hun eigen bestwil had gegeven, ‘kwetste het hem in zijn hart’ (Genesis 6:6; Psalm 78:41). Maar wanneer we zo verstandig zijn om te leven naar zijn Woord, ‘verheugen we zijn hart’ (Spreuken 27:11).

23 Onze Vader wil dat we dicht tot hem naderen. Zijn Woord moedigt ons aan ‘naar hem te tasten en hem ook echt te vinden, hoewel hij eigenlijk niet ver is van elk van ons’ (Handelingen 17:27). Maar hoe kunnen wij als nietige mensen een hechte band krijgen met de Soevereine Heer van het universum?