Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

HOOFDSTUK 11

‘Al zijn wegen zijn gerechtigheid’

‘Al zijn wegen zijn gerechtigheid’

1, 2. (a) Welk grote onrecht maakte Jozef mee? (b) Hoe herstelde Jehovah het onrecht?

 HET was een groot onrecht. De knappe jonge man had geen misdaad begaan en toch zat hij opgesloten in een kerker, vals beschuldigd van poging tot verkrachting. Maar dit was niet de eerste keer dat hij met onrecht te maken kreeg. Jaren eerder was deze jonge man, Jozef, op 17-jarige leeftijd verraden door zijn eigen broers, die hem bijna hadden vermoord. Vervolgens was hij als slaaf verkocht en naar een vreemd land gebracht. Daar had hij geweigerd in te gaan op de avances van de vrouw van zijn meester. De afgewezen vrouw verzon de valse beschuldiging, en zo belandde hij in de gevangenis. Helaas leek er niemand te zijn die het voor Jozef opnam.

2 Maar de God die ‘rechtvaardigheid en recht liefheeft’ keek toe (Psalm 33:5). Jehovah greep in om het onrecht te herstellen. Hij zorgde ervoor dat Jozef uit de gevangenis werd vrijgelaten en zelfs een positie met grote verantwoordelijkheid en eer kreeg (Genesis 40:15; 41:41-43; Psalm 105:17, 18). Uiteindelijk werd Jozef van alle verdenking gezuiverd, en hij gebruikte zijn hoge positie om Gods voornemen te bevorderen (Genesis 45:5-8).

Jozef onderging ten onrechte lijden in de gevangenis

3. Waarom is het niet vreemd dat we allemaal rechtvaardig behandeld willen worden?

3 Zo’n verslag doet iets met ons, want iedereen heeft weleens onrecht gezien of is er het slachtoffer van geweest. We willen allemaal graag rechtvaardig en eerlijk behandeld worden. Dat is niet zo vreemd, want Jehovah heeft ons gemaakt met dezelfde eigenschappen als hij, en gerechtigheid is een van zijn voornaamste eigenschappen (Genesis 1:27). Om Jehovah goed te leren kennen, moeten we begrijpen wat gerechtigheid voor hem betekent. Dan zullen we meer waardering krijgen voor alles wat hij doet en worden we gemotiveerd om nog dichter tot hem te naderen.

Wat is gerechtigheid?

4. Hoe denken veel mensen over gerechtigheid?

4 Veel mensen denken dat gerechtigheid niets meer is dan het eerlijk toepassen van de wet. Het boek Right and Reason—Ethics in Theory and Practice zegt dat ‘gerechtigheid verband houdt met wetten, vereisten, rechten en plichten, en haar oordelen velt naar gelijkheid of verdienste’. Maar Jehovah’s gerechtigheid omvat meer dan het mechanisch opvolgen van voorschriften uit plichtsbesef.

5, 6. (a) Wat is de betekenis van de woorden in de oorspronkelijke talen die met ‘gerechtigheid’ zijn weergegeven? (b) Wat wil het zeggen dat God rechtvaardig is?

5 De breedte en diepte van Jehovah’s gerechtigheid zijn beter te begrijpen als je kijkt naar de oorspronkelijke woorden die in de Bijbel worden gebruikt. In de Hebreeuwse Geschriften gaat het voornamelijk om drie woorden. Het woord dat het vaakst met ‘gerechtigheid’ wordt weergegeven, kan ook vertaald worden met ‘recht’ of ‘wat rechtvaardig is’ (Genesis 18:25). De andere twee woorden worden meestal met ‘rechtvaardigheid’ weergegeven. Het woord dat in de christelijke Griekse Geschriften met ‘rechtvaardigheid’ wordt vertaald, is wel gedefinieerd als de ‘eigenschap gerechtigheid of eerlijkheid’. Eigenlijk is er dus geen verschil tussen gerechtigheid en rechtvaardigheid (Amos 5:24).

6 Wanneer de Bijbel dus zegt dat God rechtvaardig is, wil dat zeggen dat hij doet wat juist en eerlijk is en dat hij dat consequent doet, zonder partijdigheid (Romeinen 2:11). Het is zoals Elihu zei, die Jehovah heel goed kende: ‘Het is ondenkbaar dat de ware God slechte dingen doet, dat de Almachtige onrecht doet!’ (Job 34:10) Het is voor Jehovah onmogelijk iets te doen dat onrechtvaardig is. Daar zijn twee belangrijke redenen voor.

7, 8. (a) Waarom kan Jehovah niets doen wat onrechtvaardig is? (b) Wat motiveert Jehovah om mensen rechtvaardig te behandelen?

7 Ten eerste is Jehovah heilig. Zoals we in hoofdstuk 3 hebben gezien, is Jehovah oneindig zuiver en oprecht. Daarom kan hij niets doen wat onrechtvaardig of oneerlijk is. Sta er eens bij stil wat dat betekent. De heiligheid van onze hemelse Vader geeft ons alle reden om erop te vertrouwen dat hij zijn kinderen nooit slecht zal behandelen. Dat is het vertrouwen dat Jezus had. In de laatste nacht van zijn leven op aarde bad hij: ‘Heilige Vader, waak over hen [de discipelen] ter wille van uw naam’ (Johannes 17:11). In de Bijbel wordt de aanspreekvorm ‘Heilige Vader’ alleen voor Jehovah gebruikt. Dat is passend, want geen enkele menselijke vader is in heiligheid met Hem te vergelijken. Jezus had het volste vertrouwen dat zijn discipelen beschermd zouden worden door de Vader, die absoluut zuiver en rein is en volledig vrij van zonde (Mattheüs 23:9).

8 Ten tweede is Jehovah altijd liefdevol en onzelfzuchtig. Die liefde zet hem ertoe aan om rechtvaardig of eerlijk te zijn tegenover anderen. In tegenstelling daarmee behandelen mensen anderen vaak onrechtvaardig — denk bijvoorbeeld aan racisme, discriminatie of partijdigheid. Meestal komt dat doordat ze hebzuchtig en zelfzuchtig zijn. Dat is het tegenovergestelde van liefde. De Bijbel verzekert ons in verband met de God van liefde: ‘Jehovah is rechtvaardig, hij houdt van rechtvaardige daden’ (Psalm 11:7). Jehovah zegt over zichzelf: ‘Ik, Jehovah, heb het recht lief’ (Jesaja 61:8). Het is echt een troost te weten dat het Jehovah gelukkig maakt te doen wat juist of rechtvaardig is (Jeremia 9:24).

Barmhartigheid en Jehovah’s volmaakte gerechtigheid

9-11. (a) Welk verband bestaat er tussen Jehovah’s gerechtigheid en zijn barmhartigheid? (b) Hoe blijkt uit de manier waarop Jehovah met zondige mensen omgaat dat hij zowel rechtvaardig als barmhartig is?

9 Jehovah’s gerechtigheid is net als al zijn andere prachtige eigenschappen volmaakt en schiet nooit tekort. Mozes prees Jehovah met de woorden: ‘De Rots, alles wat hij doet is volmaakt, want al zijn wegen zijn gerechtigheid. Een God van trouw, zonder onrecht; rechtvaardig en oprecht is hij’ (Deuteronomium 32:3, 4). Jehovah toont zijn gerechtigheid altijd op een volmaakte manier. Hij is nooit te toegeeflijk en nooit te streng.

10 Er bestaat een nauw verband tussen Jehovah’s gerechtigheid en zijn barmhartigheid. Psalm 116:5 zegt: ‘Jehovah is meelevend en rechtvaardig. Onze God is barmhartig.’ Jehovah is dus zowel rechtvaardig als barmhartig. Die twee eigenschappen zijn niet in strijd met elkaar. Wanneer hij barmhartigheid toont, betekent dat niet dat hij zijn gerechtigheid afzwakt, alsof die anders te strikt zou zijn. In plaats daarvan toont hij deze twee eigenschappen vaak tegelijkertijd. Hij doet dan iets op een manier die zowel rechtvaardig als barmhartig is. Kijk eens naar een voorbeeld.

11 Alle mensen hebben zonde geërfd en verdienen dus de straf op de zonde: de dood (Romeinen 5:12). Maar Jehovah is niet blij met de dood van zondaars. Hij is ‘een God die graag vergeeft, die meelevend en barmhartig is’ (Nehemia 9:17). Toch kan hij onrechtvaardigheid niet door de vingers zien, want hij is heilig. Hoe kan hij dan barmhartigheid tonen voor mensen die van nature zondig zijn? Het antwoord is te vinden in een van de kostbaarste waarheden uit Gods Woord: Jehovah heeft voorzien in een losprijs om de mensheid te redden. In hoofdstuk 14 zullen we meer over die liefdevolle regeling te weten komen. Die regeling is absoluut rechtvaardig en tegelijk heel barmhartig. Door middel van deze regeling kan Jehovah barmhartigheid tonen voor berouwvolle zondaars terwijl hij toch vasthoudt aan zijn normen van volmaakte gerechtigheid (Romeinen 3:21-26).

Jehovah’s gerechtigheid is hartverwarmend

12, 13. (a) Waarom trekt Jehovah’s gerechtigheid ons tot hem? (b) Wat leerde David over Jehovah, en waarom is zijn conclusie een geruststelling?

12 Jehovah’s gerechtigheid is geen ongevoelige eigenschap die ons afstoot, maar een innemende eigenschap die ons tot hem trekt. De Bijbel laat duidelijk zien dat Jehovah zijn gerechtigheid of rechtvaardigheid op een liefdevolle, barmhartige manier uitoefent. We gaan kijken naar een paar hartverwarmende voorbeelden daarvan.

13 Jehovah’s volmaakte gerechtigheid beweegt hem ertoe een trouwe en loyale vriend voor zijn aanbidders te zijn. De psalmist David leerde dat aspect van Jehovah’s gerechtigheid persoonlijk kennen. Hij had Jehovah leren kennen als een trouwe vriend en had veel geleerd van de manier waarop Jehovah een vriend voor anderen was. Daarom kon hij zeggen: ‘Jehovah heeft gerechtigheid lief, hij laat zijn loyalen niet in de steek. Ze zullen altijd beschermd worden’ (Psalm 37:28). Wat een geruststelling! Jehovah zal degenen die hem trouw zijn nooit ook maar één moment in de steek laten. We kunnen er daarom op vertrouwen dat hij dicht bij ons is en liefdevol voor ons zal zorgen. Zijn gerechtigheid garandeert dat! (Spreuken 2:7, 8)

14. Hoe blijkt Jehovah’s bezorgdheid voor behoeftige mensen uit de wet die hij aan Israël gaf?

14 Omdat Jehovah van gerechtigheid houdt, is hij gevoelig voor de behoeften van mensen die het moeilijk hebben. Die bezorgdheid is terug te zien in de wet die hij aan Israël gaf. Daarin werden bijvoorbeeld specifieke instructies gegeven om te garanderen dat er voor wezen en weduwen werd gezorgd (Deuteronomium 24:17-21). Jehovah wist hoe moeilijk het leven voor zulke gezinnen kon zijn. Daarom werd hijzelf hun Vader, die hen beschermde en ‘recht deed aan vaderloze kinderen en weduwen’ (Deuteronomium 10:18; Psalm 68:5). a Jehovah waarschuwde de Israëlieten dat als ze weerloze vrouwen en kinderen onrechtvaardig zouden behandelen, hij hun luide geroep zeker zou horen. Hij zei: ‘Mijn woede zal losbarsten’ (Exodus 22:22-24). Jehovah wordt niet snel kwaad, maar als iemand anderen expres onrechtvaardig behandelt, wordt hij terecht boos, vooral wanneer het om arme, hulpeloze mensen gaat (Psalm 103:6).

15, 16. Wat is een heel bijzonder voorbeeld van Jehovah’s onpartijdigheid?

15 Jehovah geeft ons ook de verzekering dat hij ‘niemand partijdig behandelt en zich niet laat omkopen’ (Deuteronomium 10:17). In tegenstelling tot veel mensen die macht of invloed hebben, laat Jehovah zich niet beïnvloeden door materiële rijkdom of uiterlijke schijn. Hij heeft geen vooroordelen en trekt niemand voor. Sta eens stil bij een heel bijzonder voorbeeld van Jehovah’s onpartijdigheid. De gelegenheid om hem te aanbidden en eeuwig te leven is niet beperkt tot een kleine groep bevoorrechte mensen. ‘In elk volk is iedereen die ontzag voor hem heeft en het juiste doet, aanvaardbaar voor hem’ (Handelingen 10:34, 35). Dit schitterende vooruitzicht staat open voor alle mensen, ongeacht hun sociale status, hun huidskleur of het land waar ze wonen. Jehovah’s gerechtigheid is duidelijk ongeëvenaard!

16 Er is nog een aspect van Jehovah’s volmaakte gerechtigheid dat onze aandacht en ons respect verdient: de manier waarop hij met overtreders van zijn rechtvaardige normen omgaat.

Geen vrijstelling van straf

17. Leg uit waarom het onrecht in de wereld geen reden is om te twijfelen aan Jehovah’s gerechtigheid.

17 Maar sommigen vragen zich misschien af: als Jehovah onrecht niet tolereert, waarom is er dan zo veel lijden en onrecht? Maar de situatie in de wereld hoeft ons niet te laten twijfelen aan Jehovah’s gerechtigheid. Dat er in deze slechte wereld zo veel onrecht is, komt door de zonde die de mensen van Adam hebben geërfd en doordat veel mensen in deze wereld ervoor hebben gekozen Jehovah niet te gehoorzamen. Maar dat zal niet lang meer duren (Deuteronomium 32:5).

18, 19. Hoe weten we dat Jehovah personen die zijn rechtvaardige wetten opzettelijk overtreden niet voor altijd zal tolereren?

18 Hoewel Jehovah heel barmhartig is voor personen die oprecht tot hem naderen, zal hij personen die schande brengen over zijn heilige naam niet voor altijd tolereren (Psalm 74:10, 22, 23). De God van gerechtigheid laat niet met zich spotten. Hij zal ervoor zorgen dat opzettelijke zondaars hun straf niet ontlopen. Jehovah is ‘een God die barmhartig en meelevend is, die niet snel kwaad wordt en die vol loyale liefde en waarheid is (...). Maar hij laat schuldigen beslist niet ongestraft’ (Exodus 34:6, 7). In het verleden heeft Jehovah dat herhaaldelijk laten zien door personen die zijn rechtvaardige wetten opzettelijk overtraden te oordelen.

19 Denk bijvoorbeeld aan het oude Israël. Zelfs toen de Israëlieten zich in het beloofde land hadden gevestigd, werden ze Jehovah steeds opnieuw ontrouw. Hoewel ze Jehovah ‘verdriet deden’ met hun slechte gedrag, liet hij ze niet meteen vallen (Psalm 78:38-41). In plaats daarvan gaf hij ze barmhartig de kans om hun gedrag te veranderen. Hij deed ze het dringende verzoek: ‘De dood van een slecht mens geeft mij geen vreugde. Ik heb liever dat hij een andere weg inslaat en in leven blijft. Keer je af, keer je af van je slechte wegen, want waarom zouden jullie sterven, huis van Israël?’ (Ezechiël 33:11) Omdat Jehovah het leven kostbaar vindt, stuurde hij herhaaldelijk profeten zodat de Israëlieten hun slechte gedrag zouden veranderen. Maar over het algemeen weigerde het koppige volk om te luisteren en berouw te tonen. Uiteindelijk gaf Jehovah hen in het belang van zijn heilige naam en alles waar die naam voor staat, in handen van hun vijanden (Nehemia 9:26-30).

20. (a) Wat leren we over Jehovah door de manier waarop hij met Israël omging? (b) Waarom is de leeuw een passend symbool van Jehovah’s gerechtigheid?

20 De manier waarop Jehovah met Israël omging, leert ons veel over hem. We leren dat Jehovah al het onrecht ziet en dat het hem veel verdriet doet (Spreuken 15:3). En het is geruststellend te weten dat hij zoekt naar manieren om barmhartigheid te tonen als daar een basis voor is. Ook leren we dat Jehovah zijn gerechtigheid nooit overhaast uitoefent. Vanwege Jehovah’s geduld trekken veel mensen ten onrechte de conclusie dat hij slechte mensen nooit zal straffen. Maar dat is absoluut niet waar, want uit de manier waarop God met Israël omging, leren we ook dat zijn geduld grenzen kent. Jehovah zal er altijd voor zorgen dat er recht wordt gedaan. Hij is niet zoals mensen, die vaak aarzelen om het slechte gedrag van anderen te corrigeren. Hij komt altijd moedig op voor wat juist is. Daarom wordt de leeuw, die in de Bijbel symbool staat voor moedige gerechtigheid, in verband gebracht met Jehovah’s aanwezigheid en troon (Ezechiël 1:10; Openbaring 4:7). b We kunnen er dus zeker van zijn dat Jehovah’s belofte om de aarde van onrecht te bevrijden, zal uitkomen. Zijn manier van rechtspreken kan als volgt worden samengevat: waar nodig streng, waar mogelijk barmhartig (2 Petrus 3:9).

Dicht tot de God van gerechtigheid naderen

21. Hoe moeten we Jehovah bezien als we mediteren over zijn gerechtigheid, en waarom?

21 Wanneer we erover mediteren hoe Jehovah recht doet, moeten we niet aan hem denken als een kille, strenge rechter die er alleen maar op uit is mensen die verkeerde dingen doen te straffen. In plaats daarvan moeten we aan hem denken als een liefdevolle maar vastberaden Vader die altijd doet wat het beste voor zijn kinderen is. Als een rechtvaardige Vader komt Jehovah op voor wat juist is en toont hij tegelijk teder medegevoel voor zijn kinderen op aarde, die zijn hulp en vergeving nodig hebben (Psalm 103:10, 13).

22. Welke prachtige toekomst heeft Jehovah voor ons mogelijk gemaakt, en waarom?

22 Wat kunnen we dankbaar zijn dat Gods gerechtigheid veel meer inhoudt dan het veroordelen van slechte mensen! Vanwege zijn gerechtigheid heeft Jehovah ervoor gezorgd dat we kunnen uitkijken naar een prachtige toekomst: volmaakt, eeuwig leven in een wereld waarin ‘rechtvaardigheid zal heersen’ (2 Petrus 3:13). Dat laat zien dat zijn gerechtigheid hem ertoe aanzet naar manieren te zoeken om mensen te redden in plaats van te veroordelen. Een beter begrip van wat Jehovah’s gerechtigheid inhoudt, trekt ons dus tot hem! In de volgende hoofdstukken gaan we verder in op hoe Jehovah deze bijzondere eigenschap toont.

a De uitdrukking ‘vaderloos kind’ laat zien dat Jehovah niet alleen om vaderloze jongens gaf maar ook om vaderloze meisjes. Jehovah liet in de wet een verslag opnemen over een rechterlijke beslissing waardoor gegarandeerd werd dat de vaderloze dochters van Zelafead een erfdeel kregen. Die uitspraak schiep een precedent waardoor de rechten van vaderloze meisjes werden erkend (Numeri 27:1-8).

b Interessant is dat Jehovah zichzelf met een leeuw vergelijkt bij het voltrekken van het oordeel aan het ontrouwe Israël (Jeremia 25:38; Hosea 5:14).