Lied 127
Een plaats voor uw naam
1. Hoe groot is de eer, o Jehovah,
te bouwen een plaats voor uw naam!
Wij bieden dit huis aan met vreugde
en dragen zo bij tot uw faam.
Maar wat wij u ook zouden geven,
wij kregen het eerst uit uw hand.
Graag geven wij u onze krachten,
maar uw geest brengt alles tot stand.
(REFREIN)
Wij geven deze plaats aan u.
Uw naam is hier echt geliefd.
Wij dragen dit gebouw nu op,
o, aanvaard het alstublieft.
2. Wij willen dit huis nu graag vullen
met lof en met dank, tot uw eer.
Als velen u hier leren kennen,
vergroot dat uw lof zelfs nog meer.
Dit huis is bestemd voor aanbidding,
wij houden het liefdevol rein.
Het dient als een veilige haven
voor elk die uw vriend graag wil zijn.
(REFREIN)
Wij geven deze plaats aan u.
Uw naam is hier echt geliefd.
Wij dragen dit gebouw nu op,
o, aanvaard het alstublieft.
(Zie ook 1 Kon. 8:18, 27; 1 Kron. 29:11-14; Hand. 20:24.)