Lied 90
De pracht van grijsheid
1. Onder ons zijn ouderen,
zelf ook jong geweest.
Zij volharden in geloof,
blijven jong van geest.
Hun vitaliteit neemt af,
velen zijn alleen.
Vader, troost hen, geef hun hoop,
vreugde als voorheen.
(REFREIN)
Vader, denk toch t’rug aan
hun getrouw bestaan.
Laat hen nu gerust zijn,
zeg hun: ’Wel gedaan!’
2. Grijsheid ziet Jehovah God
als een mooie kroon
bij wie in rechtvaardigheid
dienst doet voor zijn troon.
Vroeger heeft, vergeet dat nooit,
elk die jong begon,
hard gewerkt voor onze God,
toen hij dat nog kon.
(REFREIN)
Vader, denk toch t’rug aan
hun getrouw bestaan.
Laat hen nu gerust zijn,
zeg hun: ’Wel gedaan!’
(Zie ook Ps. 71:9, 18; Spr. 20:29; Matth. 25:21, 23; Luk. 22:28; 1 Tim. 5:1.)