Lied 121
Moedig elkaar aan
1. Wij dienen onze God Jehovah
en moedigen elkaar steeds aan
tot liefde en tot goede werken,
waardoor er eenheid blijft bestaan.
Oprechte broederlijke liefde
geeft kracht om moedig door te gaan.
Wij vinden hulp in de gemeente,
een ware schuilplaats biedt ze aan.
2. Hoe aangenaam zijn goede woorden,
gesproken op de juiste tijd!
De troost en hulp van ware vrienden
verzachten pijn als iemand lijdt.
Wij allen werken vredig samen,
bezielen zo elkaar met moed.
Door lasten van elkaar te dragen,
wordt elk voor struikelen behoed.
3. Wij zien, nu God ons hart verlicht heeft:
Jehovah’s grote dag komt snel.
Wij moeten daarom samenkomen,
ons leven staat zelfs op het spel!
Wij willen God graag eeuwig dienen
en moedigen elkaar dus aan
om trouw, met onze vele broeders,
Jehovah’s weg te blijven gaan.
(Zie ook Luk. 22:32; Hand. 14:21, 22; Gal. 6:2; 1 Thess. 5:14.)