Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Lied 62

Aan wie behoren wij toe?

Aan wie behoren wij toe?

(Romeinen 14:8)

1. Aan wie behoor je toe?

Wie dien je als god en heer?

Want wie je aanbidt en eerbied geeft,

dat is de god voor wie je leeft.

Een slaaf kan niet van twee

verschillende meesters zijn.

Dan is hij verdeeld, zijn trouw is gespeeld,

hij dient alleen maar in schijn.

2. Aan wie behoor je toe?

Wie dien je als god en heer?

Want één god is slecht en één is goed:

zorg dat je nu een keuze doet.

Is ’caesar’ soms je god?

Verdient hij je trouw en tijd?

Of geef je veeleer Jehovah, je Heer,

oprechte loyaliteit?

3. Aan wie behoor ik toe?

Mijn Heer is Jehovah God!

Mijn hemelse Vader dien ik blij

want mijn geloften binden mij.

Hij heeft mij duur gekocht.

Graag volg ik loyaal mijn Heer.

Zijn Zoon werd gedood, dat offer was groot.

Ik loof Hem elke dag weer.