Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Waarom is het zo moeilijk om over mijn geloof te praten?

Waarom is het zo moeilijk om over mijn geloof te praten?

HOOFDSTUK 17

Waarom is het zo moeilijk om over mijn geloof te praten?

„Een paar keer kreeg ik op school een mooie kans om over mijn geloof te praten. Maar ik heb er niks mee gedaan.” — Kaleb.

„De lerares vroeg ons als klas wat we van evolutie vonden. Ik wist dat dit het perfecte moment was om iets over mijn geloof te zeggen. Maar ik vond het zo eng dat ik niks heb gezegd. Achteraf had ik daar echt spijt van.” — Jasmine.

ALS je christen bent, kun je misschien meevoelen met Kaleb en Jasmine. Net als zij ben je waarschijnlijk blij met de Bijbelse waarheden die je hebt geleerd. Misschien wil je anderen daar zelfs over vertellen. Maar het kan zijn dat je dat doodeng vindt. Toch kun je leren moediger te zijn. Doe daarvoor het volgende:

1. Ga na waar je bang voor bent. Als je erover nadenkt hoe je anderen over je geloof kunt vertellen, is het niet zo moeilijk je voor te stellen wat er allemaal mis kan gaan! Maar soms wordt je angst minder als je die onder woorden brengt.

Maak de volgende zin af:

● Als ik op school over mijn geloof praat, ben ik bang dat het volgende gebeurt: ․․․․․

Misschien vind je het een troost te weten dat veel andere jongeren ook zulke gevoelens hebben. Christopher (14) geeft bijvoorbeeld toe: „Ik ben bang dat ze me gaan uitlachen en tegen iedereen gaan zeggen dat ik raar ben.” En Kaleb zegt: „Ik maakte me zorgen dat iemand iets zou vragen waarop ik het antwoord niet wist.”

2. Ga de uitdaging aan. Is je angst overdreven? Niet per se. Ashley (20) vertelt: „Sommige jongeren deden alsof ze interesse voor mijn geloof hadden, maar later gebruikten ze de dingen die ik gezegd had tegen me en zetten me bij anderen voor schut.” Nicole (17) maakte het volgende mee: „Een jongen vergeleek een vers in zijn bijbel met hetzelfde vers in mijn bijbel, en er stond niet helemaal hetzelfde. Hij zei dat mijn bijbel veranderd was. Ik stond echt met mijn mond vol tanden!” *

Zulke situaties kunnen heel eng lijken! Maar in plaats van ze uit de weg te gaan, is het beter om te accepteren dat ze nu eenmaal bij je leven als christen horen (2 Timotheüs 3:12). Matthew (13) zegt: „Jezus zei dat zijn volgelingen vervolgd zouden worden, dus we kunnen niet verwachten dat iedereen blij is met ons en ons geloof” (Johannes 15:20).

3. Denk aan de voordelen. Kan het ook voordelen hebben als je iets vervelends meemaakt? Amber (21) vindt van wel: „Het is niet makkelijk om je geloof uit te leggen aan mensen die geen respect voor de Bijbel hebben, maar je gaat er wel beter door begrijpen wat je zelf gelooft” (Romeinen 12:2).

Kijk nu nog eens naar het probleem dat je bij stap 1 hebt beschreven. Bedenk minstens twee goede resultaten die de situatie zou kunnen opleveren en schrijf die hieronder op.

1 ․․․․․

2 ․․․․․

Hint: Zou je minder last hebben van groepsdruk als je je klasgenoten vertelt wat je gelooft? Welke uitwerking zou dat op je zelfvertrouwen kunnen hebben? Op je gevoelens voor Jehovah God? Op zijn gevoelens voor jou? — Spreuken 23:15.

4. Bereid je voor. „Het hart van de rechtvaardige mediteert om te antwoorden”, staat in Spreuken 15:28. Denk er van tevoren over na wat je gaat zeggen en wat voor vragen je kunt verwachten. Doe nazoekwerk over die onderwerpen en bedenk antwoorden die je durft te geven. (Zie het werkblad „ Bedenk hoe je gaat reageren” op blz. 127.)

5. Ga aan de slag. Als je je er eenmaal op hebt voorbereid over je geloof te praten, hoe begin je dan? Er zijn meerdere mogelijkheden. Over je geloof praten is te vergelijken met zwemmen: sommigen gaan heel voorzichtig het water in en anderen duiken er gewoon in. Zo kun je voorzichtig beginnen te praten over een onderwerp dat niet met geloof te maken heeft. Maar als je merkt dat je je te veel zorgen maakt over wat er allemaal fout kan gaan, is het misschien beter ’er in te duiken’ (Lukas 12:11, 12). Andrew (17) zegt: „Nadenken over hoe ik mijn geloof met anderen kon delen was altijd moeilijker dan het doen. Als het gesprek eenmaal op gang was, ging het veel makkelijker dan ik had gedacht!” *

6. Wees verstandig. „Iedere verstandige man gaat met overleg te werk”, schreef Salomo (Spreuken 13:16, WV). Net zoals je niet in het ondiepe zou duiken, zo moet je ook oppassen dat je niet aan zinloze discussies begint. Er is een tijd om te praten en een tijd om je stil te houden (Prediker 3:1, 7). Ook Jezus weigerde soms vragen te beantwoorden (Mattheüs 26:62, 63).

Als je ervoor kiest wel een antwoord te geven, houd het dan kort en wees tactvol. Stel bijvoorbeeld dat een klasgenoot je spottend vraagt: ’Waarom rook je niet?’ Dan zou je gewoon kunnen zeggen: ’Omdat ik graag gezond wil blijven!’ Afhankelijk van de reactie daarop kun je bepalen of je verder gaat uitleggen wat je gelooft of niet.

De zes stappen in dit hoofdstuk kunnen je helpen je geloof te verdedigen (1 Petrus 3:15). Natuurlijk wil dat nog niet zeggen dat je nooit zenuwachtig zult zijn. Maar Alana (18) zegt: „Als je over je geloof vertelt ook al vind je het eng, dan krijg je het gevoel dat je iets hebt bereikt: je hebt je angst overwonnen en het risico genomen dat het misgaat. En als het dan wél goed gaat, voel je je nog beter! Je zult blij zijn dat je het hebt aangedurfd iets te zeggen.”

IN HET VOLGENDE HOOFDSTUK

Heb je veel stress van school? Hoe kun je daarmee omgaan?

[Voetnoten]

^ ¶10 In Bijbelvertalingen staat niet altijd woordelijk hetzelfde. Sommige vertalingen liggen dichter bij de oorspronkelijke talen waarin de Bijbel geschreven is.

^ ¶18 Zie het kader „ Hoe breng ik het gesprek op gang?” hiernaast.

SLEUTELTEKST

„[Weest] altijd gereed u te verdedigen voor een ieder die van u een reden verlangt voor de hoop die in u is, maar doet dit met zachtaardigheid en diepe achting.” — 1 Petrus 3:15.

TIP

Vertel je klasgenoten niet wat ze wel en niet moeten geloven, maar vertel vol zelfvertrouwen wat jij gelooft en waarom je vindt dat jouw overtuiging redelijk is.

WEETJE

Sommige klasgenoten bewonderen je misschien omdat je je aan de normen van de Bijbel houdt, maar durven je niks over je geloof te vragen.

ACTIEPUNTEN

Een klasgenoot met wie ik over mijn geloof kan praten is (schrijf minstens één naam op) ․․․․․

Het onderwerp dat hem of haar het meest zal interesseren is ․․․․․

Wat ik mijn ouder(s) over dit onderwerp wil vragen: ․․․․․

WAT DENK JIJ?

● Wat kan een reden zijn waarom klasgenoten je geloof belachelijk maken?

● Als je besluit over je geloof te praten, waarom is het dan belangrijk dat met zelfvertrouwen te doen?

[Inzet op blz. 126]

„Toen ik jonger was, wilde ik niet anders zijn dan de rest. Maar toen begon ik te begrijpen dat mijn geloof ervoor zorgt dat de kwaliteit van mijn leven beter is. Daardoor kreeg ik meer zelfvertrouwen: ik werd trots op wat ik geloofde.” — Jason

[Kader op blz. 124]

 Hoe breng ik het gesprek op gang?

„Wat ga jij in de zomervakantie doen?” [Luister naar het antwoord en vertel dan over jouw plannen, bijvoorbeeld om een congres te bezoeken of je extra in te zetten voor je geloof.]

● Begin over iets wat in het nieuws is en vraag: Heb jij dat ook gehoord? Wat vind je daarvan?”

„Denk je dat er een oplossing komt voor de economische crisis [of een ander probleem]? [Geef gelegenheid voor antwoord.] Waarom denk je dat?”

Heb jij een geloof?”

„Hoe denk je dat jouw leven er over vijf jaar uitziet?” [Luister naar het antwoord en vertel dan wat je van plan bent voor je geloof te doen.]

[Tabel op blz. 127]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

 Werkblad

Bedenk hoe je gaat reageren

Kopieer dit!

Tip: Bespreek dit werkblad met je ouders en met andere jongeren in de gemeente. Vul het verder in. Kijk dan eens welke andere vragen je klasgenoten zouden kunnen stellen, en bedenk antwoorden die jij durft te geven.

neutraliteit

vraag

Waarom zingen jullie het volkslied niet? Hou je niet van je land?

antwoord

Ik heb respect voor het land waar ik woon, maar verder ben ik neutraal

volgende vraag

Zou je dan niet voor je land vechten?

antwoord

Nee, en miljoenen Getuigen van Jehovah in andere landen zouden ook niet tegen dit land vechten.

bloed

vraag

Waarom nemen jullie geen bloedtransfusie?

antwoord

Ik accepteer wel vervangende middelen, en die zijn een stuk veiliger, je krijgt er geen aids of hepatitis van. De Bijbel zegt dat we geen bloed mogen nemen, en daar wil ik me aan houden.

volgende vraag

Maar stel nu dat je zonder bloed dood zou gaan? Zou God het je dan niet vergeven?

antwoord

․․․․․

keuzes

vraag

Die-en-die heeft hetzelfde geloof als jij, en hij doet dat-en-dat wél. Waarom doe jij dat dan niet?

antwoord

We leren allemaal wat God van ons vraagt, maar we zijn niet gehersenspoeld! We moeten onze eigen keuzes maken.

volgende vraag

Is dat niet meten met twee maten?

antwoord

․․․․․

schepping

vraag

Waarom geloof je niet in evolutie?

antwoord

Waarom zou ik er wél in geloven? Zelfs wetenschappers zijn het niet met elkaar eens over dat onderwerp!

volgende vraag

․․․․․

antwoord

․․․․․

[Illustratie op blz. 125]

Over je geloof praten is te vergelijken met zwemmen: je kunt voorzichtig het water ingaan of er gewoon induiken!