Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

HOOFDSTUK 2

Het Koninkrijk wordt in de hemel geboren

Het Koninkrijk wordt in de hemel geboren

HOOFDGEDACHTE

Hoe Gods aanbidders werden voorbereid op de geboorte van het Koninkrijk

1, 2. Wat was de belangrijkste gebeurtenis in de wereldgeschiedenis, en waarom is het niet vreemd dat geen mens die gebeurtenis heeft gezien?

 MISSCHIEN vraag je je weleens af hoe het geweest zou zijn om tijdens een belangrijk keerpunt in de geschiedenis te leven. Maar als je echt in zo’n bijzondere tijd had geleefd, zou je dan zelf getuige zijn geweest van de gebeurtenissen die voor een omwenteling zorgden? Waarschijnlijk niet. Gebeurtenissen die de ondergang betekenen voor regimes en die in de geschiedenisboeken terechtkomen, vinden vaak niet in het openbaar plaats. Veel geschiedenis wordt eigenlijk geschreven achter gesloten deuren: in troonzalen, raadszalen of regeringsgebouwen. Toch beïnvloeden zulke veranderingen het leven van miljoenen.

2 Hoe zit het met de belangrijkste gebeurtenis in de wereldgeschiedenis? Geen mens heeft die gebeurtenis gezien, maar het leven van miljoenen wordt erdoor beïnvloed. We hebben het natuurlijk over de geboorte van Gods Koninkrijk, de langverwachte Messiaanse regering die binnenkort een eind zal maken aan het huidige stelsel. (Lees Daniël 2:34, 35, 44, 45.) Als mensen die bijzondere geboorte niet hebben gezien, betekent dat dan dat Jehovah de gebeurtenis voor ze verborgen hield? Of heeft hij iets gedaan om zijn loyale aanbidders erop voor te bereiden?

„Mijn boodschapper (...) moet een weg voor mijn aangezicht banen”

3-5. (a) Wie was „de boodschapper van het verbond” uit Maleachi 3:1? (b) Wat zou er gebeuren voordat „de boodschapper van het verbond” tot de tempel kwam?

3 Al in de oudheid wilde Jehovah zijn aanbidders voorbereiden op de geboorte van het Messiaanse Koninkrijk. Kijk bijvoorbeeld eens naar de profetie in Maleachi 3:1: „Ziet! Ik zend mijn boodschapper, en hij moet een weg voor mijn aangezicht banen. En plotseling zal tot Zijn tempel komen de ware Heer, die gijlieden zoekt, en de boodschapper van het verbond, in wie gij behagen hebt.”

4 Wanneer kwam „de ware Heer”, Jehovah, in de hedendaagse vervulling degenen inspecteren die in het aardse voorhof van zijn geestelijke tempel dienst doen? In de profetie wordt gezegd dat Jehovah met „de boodschapper van het verbond” zou komen. Wie was dat? Niemand minder dan de Messiaanse Koning, Jezus Christus! (Luk. 1:68-73) Kort na zijn installatie als Regeerder zou hij Gods volk op aarde inspecteren en louteren (1 Petr. 4:17).

5 Maar wie was de eerste „boodschapper” die in Maleachi 3:1 wordt genoemd? Deze boodschapper zou vóór de tegenwoordigheid van de Messiaanse Koning op het toneel verschijnen. Was er in de jaren vóór 1914 iemand die de weg baande voor de Messiaanse Koning?

6. Wie deden het werk van de voorspelde „boodschapper”?

6 Dit boek laat zien hoe de boeiende geschiedenis van Jehovah’s hedendaagse volk zulke vragen beantwoordt. Uit die geschiedenis blijkt dat er in de tweede helft van de negentiende eeuw een groep trouwe aanbidders opkwam die de enige echte christenen waren in een enorm veld van namaakchristenen. Ze werden de Bijbelonderzoekers genoemd. De mannen die de leiding hadden — Charles Taze Russell en zijn naaste medewerkers — deden het werk van de voorspelde boodschapper. Ze gaven geestelijk leiding aan Gods aanbidders en bereidden ze voor op wat nog in de toekomst lag. Laten we eens vier manieren bekijken waarop de boodschapper dat deed.

Aanbidden in waarheid

7, 8. (a) Wie stelden in de negentiende eeuw het dogma van de onsterfelijke ziel als leugen aan de kaak? (b) Welke andere leerstellingen werden door Charles Russell en zijn medewerkers ontmaskerd?

7 De Bijbelonderzoekers bestudeerden Gods Woord gebedsvol; ze werden het eens over heldere leerstellige waarheden, die ze verzamelden en publiceerden. Eeuwenlang was er geestelijke duisternis in de christelijke wereld; veel leerstellingen hadden een heidense oorsprong. Een goed voorbeeld is het dogma van de onsterfelijke ziel. In de negentiende eeuw maakten enkele mensen die oprecht de Bijbel onderzochten een studie van die leerstelling. Ze zagen in dat er in de Bijbel geen ondersteuning voor te vinden was. Henry Grew, George Stetson en George Storrs ontmaskerden deze satanische leugen moedig in wat ze schreven en in hun toespraken. a Hun werk had grote invloed op Charles Russell en zijn medewerkers.

8 Het groepje Bijbelonderzoekers ontdekte dat ook andere leerstellingen die verband hielden met de onsterfelijke ziel verwarrend waren en niet klopten, bijvoorbeeld dat alle goede mensen naar de hemel gaan of dat God de onsterfelijke ziel van slechte mensen eeuwig pijnigt in een hel. Russell en zijn naaste medewerkers stelden die leugens moedig aan de kaak in een groot aantal artikelen, boeken, pamfletten, traktaten en gedrukte preken.

9. Wat maakte Zion’s Watch Tower duidelijk over de Drie-eenheid?

9 De Bijbelonderzoekers ontmaskerden ook het wijdverbreide dogma van de Drie-eenheid. In 1887 stond er in Zion’s Watch Tower: „De Bijbel is heel duidelijk over de unieke identiteit van Jehovah en van onze Heer Jezus en over wat precies de relatie tussen hen is.” Vervolgens werd in dit tijdschrift gezegd hoe opmerkelijk het was dat „het denkbeeld van een drie-enige God — drie goden in één en tegelijkertijd één God in drie — ooit bekendheid heeft gekregen en algemeen is aanvaard. Dat dit zo is, laat alleen maar zien hoe vast de kerk in slaap was toen de vijand haar ketende in de boeien van dwaling.”

10. Wat zeiden de schrijvers van de Watch Tower over het jaar 1914?

10 De volledige titel Zion’s Watch Tower and Herald of Christ’s Presence liet zien dat dit tijdschrift zich vooral richtte op profetieën over Christus’ tegenwoordigheid. De trouwe gezalfde schrijvers zagen in dat Daniëls profetie over de „zeven tijden” verband hield met de vraag wanneer Gods voornemens betreffende het Messiaanse Koninkrijk in vervulling zouden gaan. Al in de jaren zeventig van de negentiende eeuw wezen ze naar 1914 als het jaar waarin die zeven tijden zouden eindigen (Dan. 4:25; Luk. 21:24). Hoewel onze broeders de betekenis van dat bijzondere jaar toen nog niet helemaal begrepen, maakten ze overal bekend wat ze wisten. Dat had blijvende gevolgen.

11, 12. (a) Aan wie gaf broeder Russell de eer voor wat hij leerde? (b) Waarom was het werk van Russell en zijn medewerkers in de jaren vóór 1914 zo belangrijk?

11 Russell en zijn trouwe medewerkers beweerden niet dat het ontdekken en begrijpen van die belangrijke geestelijke waarheden hun eigen verdienste was. Russell erkende dat hij veel te danken had aan anderen die hem waren voorgegaan. Hij gaf vooral de eer aan Jehovah, die Zijn aanbidders op het juiste moment leert wat ze moeten weten. Het is duidelijk dat Jehovah’s zegen rustte op wat Russell en zijn medewerkers deden om waarheid te scheiden van leugens. Na verloop van tijd werd het verschil tussen hen en de christenheid steeds duidelijker.

Russell en zijn medewerkers verdedigden Bijbelse waarheden

12 Wat die trouwe mannen in de jaren vóór 1914 deden om leerstellige waarheden te verdedigen, was echt indrukwekkend! The Watch Tower and Herald of Christ’s Presence van 1 november 1917 schreef daarover: „Miljoenen mensen zijn nu bevrijd van de angst die ze hadden door de leer van het hellevuur en andere valse dogma’s (...) Het getij van Waarheid, dat meer dan veertig jaar geleden begon op te komen, zwelt nog steeds aan en zal blijven aanzwellen totdat de hele aarde overspoeld wordt; tegenstanders die willen voorkomen dat de Waarheid zich over de hele aarde verspreidt, kunnen net zo goed proberen om de golven van een geweldige oceaan met een gewone bezem terug te vegen.”

13, 14. (a) Hoe baande de „boodschapper” de weg voor de Messiaanse Koning? (b) Wat kunnen we leren van onze broeders die meer dan honderd jaar geleden leefden?

13 Zouden Gods aanbidders voorbereid zijn geweest op het begin van Christus’ tegenwoordigheid als ze het verschil niet wisten tussen Jezus en zijn Vader, Jehovah? Of als ze dachten dat onsterfelijkheid iets was wat iedereen automatisch had en niet een kostbaar geschenk voor relatief weinig volgelingen van Christus? Of als ze dachten dat God mensen voor eeuwig pijnigde in een hel, zonder hoop op verlichting? Natuurlijk niet! De boodschapper heeft absoluut de weg gebaand voor de Messiaanse Koning!

14 Wat kunnen wij leren van onze broeders die meer dan honderd jaar geleden leefden? Net als zij moeten we de Bijbel enthousiast lezen en bestuderen (Joh. 17:3). Terwijl deze materialistische wereld geestelijk uitgemergeld raakt, moet onze geestelijke eetlust steeds groter worden. (Lees 1 Timotheüs 4:15.)

„Gaat uit van haar, mijn volk”

15. Wat gingen de Bijbelonderzoekers geleidelijk beseffen? (Zie ook de voetnoot.)

15 De Bijbelonderzoekers leerden dat het nodig was om je los te maken van wereldse kerken. In 1879 werd er in de Watch Tower gesproken over de „Babylonkerk”. Ging dat over het pausdom? Over de rooms-katholieke kerk? Eeuwenlang hadden protestantse denominaties zulke toepassingen gegeven aan het Babylon uit Bijbelse profetieën. Maar de Bijbelonderzoekers gingen geleidelijk beseffen dat alle kerken van de christenheid bij het hedendaagse Babylon hoorden. Waarom? Omdat ze allemaal leugens onderwezen zoals die we net hebben besproken. b In de loop van de tijd zeiden onze publicaties in steeds directere taal wat oprechte leden van Babylons kerken moesten doen.

16, 17. (a) Hoe werden mensen in het derde deel van Millennial Dawn en in de Watch Tower aangespoord om zich terug te trekken van valse religie? (b) Waarom verloren zulke vroege waarschuwingen aan kracht? (Zie de voetnoot.)

16 In 1891 werd bijvoorbeeld in het derde deel van Millennial Dawn over Gods verwerping van het hedendaagse Babylon gezegd: „Het hele systeem — een systeem van systemen — is verworpen.” Er werd aan toegevoegd dat iedereen „die het niet eens is met haar valse leerstellingen en gebruiken nu opgeroepen wordt om zich van haar af te scheiden”.

17 In januari 1900 gaf de Watch Tower raad aan degenen die nog ingeschreven stonden bij een kerk en die dat verdedigden door te zeggen: „Ik ben het helemaal met de waarheid eens, en ik ga bijna nooit naar andere bijeenkomsten.” In het artikel werd gevraagd: „Maar is dat goed — half in en half uit Babylon zijn? Is dat de gehoorzaamheid die vereist wordt (...) en aangenaam en aanvaardbaar is voor God? Beslist niet. Hij [het kerklid] heeft openlijk een overeenkomst gesloten met de denominatie toen hij zich erbij aansloot, en hij zou zich trouw aan alle voorwaarden ervan moeten houden totdat hij (...) openlijk zijn lidmaatschap opzegt.” Die boodschap is door de jaren heen steeds krachtiger geworden. c Aanbidders van Jehovah moeten alle banden met valse religie verbreken.

18. Waarom moesten mensen uit Babylon de Grote gaan?

18 Zou Christus kort na zijn installatie als Koning een groep voorbereide, gezalfde dienstknechten op aarde hebben gehad als er niet geregeld waarschuwingen waren gegeven om uit Babylon de Grote te gaan? Natuurlijk niet, want alleen christenen die uit Babylons greep bevrijd zijn, kunnen Jehovah „met geest en waarheid aanbidden” (Joh. 4:24). Zijn wij net zo vastbesloten om niets met valse religie te maken te hebben? Laten we het gebod blijven opvolgen: „Gaat uit van haar, mijn volk.” (Lees Openbaring 18:4.)

Bijeenkomen voor aanbidding

19, 20. Hoe moedigde de Watch Tower Gods aanbidders aan om voor aanbidding bij elkaar te komen?

19 De Bijbelonderzoekers leerden dat geloofsgenoten waar mogelijk voor aanbidding bij elkaar moeten komen. Voor ware christenen is het niet genoeg om valse religie te verlaten. Het is ook belangrijk deel te nemen aan ware aanbidding. Lezers van de Watch Tower werden vanaf de eerste uitgaven aangemoedigd om voor aanbidding bij elkaar te komen. In juli 1880 bracht broeder Russell bijvoorbeeld verslag uit van een rondreis die hij had gemaakt om lezingen te houden. Hij vertelde hoe opbouwend alle bijeenkomsten waren geweest. Vervolgens spoorde hij de lezers aan om briefkaarten op te sturen over hun vooruitgang. Sommige daarvan zouden in het tijdschrift gepubliceerd worden. Het doel? „Laat ons allemaal weten (...) hoe de Heer jullie voorspoed geeft, en of jullie geregeld samenkomen met hen die hetzelfde kostbare geloof hebben.”

Russell met een groep Bijbelonderzoekers in Kopenhagen (1909)

20 In 1882 stond er in de Watch Tower een artikel dat helemaal over samenkomen ging. Daarin werden christenen aangespoord vergaderingen te houden „voor wederzijdse opbouw, aanmoediging en versterking”. Er werd gezegd: „Er hoeft niet per se een ontwikkeld of getalenteerd persoon bij te zijn. Laat iedereen zijn eigen bijbel en pen en papier meenemen, en gebruik zoveel mogelijk hulpmiddelen zoals een concordantie (...) Kies een onderwerp; vraag de leiding van de Geest om het te begrijpen; lees en overdenk Bijbelteksten en vergelijk ze met elkaar, en jullie zullen beslist naar waarheid geleid worden.”

21. Welk voorbeeld gaf de gemeente in Allegheny?

21 De Bijbelonderzoekers op het hoofdkantoor in Allegheny (Pennsylvania, VS) gaven een goed voorbeeld door gehoorzaam aan de geïnspireerde raad in Hebreeën 10:24, 25 samen te komen. (Lees.) Jaren later schreef een oudere broeder, Charles Capen, over de tijd dat hij als jongen naar die vergaderingen ging: „Ik herinner me nog een van de teksten die op de muur van de vergaderzaal van het Genootschap stond. ’Eén is uw Meester, namelijk Christus, en gij zijt allen broeders.’ Die tekst is me altijd bijgebleven — er is bij Jehovah’s volk geen onderscheid tussen geestelijken en leken” (Matth. 23:8). Broeder Capen herinnerde zich ook hoe opbouwend en aanmoedigend de vergaderingen waren, en hoeveel moeite broeder Russell deed om elk lid van de gemeente persoonlijk herderlijke zorg te geven.

22. Hoe reageerden trouwe aanbidders op de aanmoediging om naar christelijke bijeenkomsten te gaan, en wat kunnen we van ze leren?

22 Velen reageerden gunstig op dit voorbeeld en op de richtlijnen die gegeven werden. Er ontstonden gemeenten in andere staten, zoals Ohio en Michigan, en daarna in heel Noord-Amerika en in andere landen. Zouden ware aanbidders echt voorbereid zijn geweest op de tegenwoordigheid van Christus als niemand ze gewezen had op de geïnspireerde raad om voor aanbidding samen te komen? Natuurlijk niet! We moeten in deze tijd net zo vastbesloten zijn om trouw naar de vergaderingen te gaan, en elke gelegenheid aangrijpen om Jehovah samen te aanbidden en elkaar geestelijk op te bouwen.

IJverig prediken

23. Hoe maakte de Watch Tower duidelijk dat alle gezalfden de waarheid moeten prediken?

23 De Bijbelonderzoekers leerden dat alle gezalfden de waarheid moeten prediken. In 1885 stond in de Watch Tower: „We mogen niet vergeten dat elk lid van het gezalfde lichaam gezalfd is om te prediken (Jes. 61:1), geroepen tot de bediening.” In een uitgave van 1888 stond de aansporing: „Onze opdracht is duidelijk (...) Als we die negeren en ons excuseren, zijn we beslist luie dienstknechten, en laten we zien dat we de hoge positie waartoe we zijn geroepen, onwaardig zijn.”

24, 25. (a) Wat deden Russell en zijn medewerkers nog meer behalve mensen aanmoedigen te gaan prediken? (b) Wat vertelde een colporteur over zijn werk?

24 Broeder Russell en zijn naaste medewerkers deden meer dan mensen aanmoedigen om te gaan prediken. Ze publiceerden ook traktaten: Bible Students’ Tracts (later ook Old Theology Quarterly genoemd). Lezers van de Watch Tower kregen deze traktaten om gratis onder het publiek te verspreiden.

Vraag je af: draait mijn leven om de prediking?

25 Degenen die fulltime predikten, werden colporteurs genoemd. De eerder genoemde Charles Capen was een van hen. Hij vertelde: „Ik gebruikte kaarten van de Amerikaanse Geologische Dienst om het gebied in Pennsylvania te bewerken. Hierop stonden alle wegen, zodat ik alle delen van elke county te voet kon bereiken. Als ik tijdens een reis van drie dagen door het platteland bestellingen had opgenomen voor de boeken uit de serie Studies in the Scriptures, huurde ik soms paard-en-wagen om de boeken af te leveren. Vaak overnachtte ik bij boeren. Dat was nog in de tijd dat er geen auto’s waren.”

Een colporteur. Op de zijkant van de wagen is de „Kaart der tijdperken” geschilderd

26. (a) Waarom moesten Gods aanbidders prediken? (b) Wat moeten we ons afvragen?

26 Er was voor de prediking in die tijd echt moed en ijver nodig. Zouden ware christenen voorbereid zijn geweest op Christus’ regering als hun niet geleerd was hoe belangrijk de prediking is? Natuurlijk niet! Dat werk zou namelijk een opvallend kenmerk van Christus’ tegenwoordigheid worden (Matth. 24:14). Gods aanbidders moesten bereid zijn dat levensreddende werk centraal te stellen in hun leven. Vraag je af: Draait mijn leven om de prediking? Breng ik offers om zoveel mogelijk in de dienst te kunnen doen?

Gods Koninkrijk wordt geboren!

27, 28. (a) Wat zag Johannes in een visioen? (b) Hoe reageerden Satan en zijn demonen op de geboorte van het Koninkrijk?

27 Eindelijk brak het gedenkwaardige jaar 1914 aan. Zoals in het begin van dit hoofdstuk naar voren kwam, hebben mensen de bijzondere gebeurtenissen in de hemel niet gezien. Maar de apostel Johannes kreeg een visioen waarin alles symbolisch werd voorgesteld. Beeld je dat eens in: Johannes ziet „een groot teken” in de hemel. Gods „vrouw” (zijn organisatie van geestelijke schepselen in de hemel) is zwanger en baart een zoon. Over dit symbolische kind wordt gezegd dat het binnenkort „alle natiën zal weiden met een ijzeren staf”. Maar het kind wordt na de geboorte „weggerukt tot God en tot zijn troon”. Een luide stem in de hemel zegt: „Nu is gekomen de redding en de kracht en het koninkrijk van onze God en de autoriteit van zijn Christus” (Openb. 12:1, 5, 10).

28 Johannes zag in dit visioen de geboorte van het Messiaanse Koninkrijk. Dat was echt een magnifieke gebeurtenis, maar niet iedereen was er blij mee. Satan en zijn demonen voerden oorlog tegen de trouwe engelen, die aangevoerd werden door Michaël, Christus. Hoe liep het af? Er staat: „Neergeslingerd werd daarom de grote draak, de oorspronkelijke slang, die Duivel en Satan wordt genoemd, die de gehele bewoonde aarde misleidt; neergeslingerd werd hij naar de aarde, en zijn engelen werden met hem neergeslingerd” (Openb. 12:7, 9).

In 1914 begonnen de Bijbelonderzoekers het teken van Christus’ onzichtbare tegenwoordigheid te herkennen

29, 30. Wat veranderde er na de geboorte van het Messiaanse Koninkrijk (a) op aarde? (b) in de hemel?

29 De Bijbelonderzoekers hadden al lang vóór 1914 gezegd dat in dat belangrijke jaar een moeilijke tijd zou beginnen. Maar zelfs zij hadden niet kunnen bedenken hoe nauwkeurig die voorspelling zou uitkomen. Zoals uit Johannes’ visioen bleek, zou Satan dan meer invloed krijgen op de maatschappij: „Wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft” (Openb. 12:12). In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit en werd het profetische teken van Christus’ tegenwoordigheid in Koningsmacht over de hele wereld zichtbaar. De „laatste dagen” van dit stelsel waren aangebroken (2 Tim. 3:1).

30 Maar in de hemel was vreugde. Satan en zijn demonen waren voorgoed verbannen. In Johannes’ verslag staat: „Weest hierom vrolijk, gij hemelen en gij die daarin verblijft!” (Openb. 12:12) Nu de hemel gereinigd was en Jezus als Koning op de troon zat, kon het Messiaanse Koninkrijk in actie komen voor Gods volk op aarde. Wat zou het Koninkrijk doen? Zoals we in het begin van dit hoofdstuk hebben gezien, zou Christus als „de boodschapper van het verbond” eerst Gods aanbidders op aarde louteren. Wat hield dat in?

Een tijd van beproeving

31. Wat voorspelde Maleachi over de tijd van loutering, en hoe begon die profetie in vervulling te gaan? (Zie ook de voetnoot.)

31 Maleachi voorspelde dat het louteringsproces niet makkelijk zou zijn: „Wie zal de dag van zijn komst verdragen, en wie zal standhouden wanneer hij verschijnt? Want hij zal zijn als het vuur van een louteraar en als het loog van de wassers” (Mal. 3:2). Vanaf 1914 kreeg Gods volk op aarde inderdaad te maken met de ene zware beproeving na de andere. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden veel Bijbelonderzoekers wreed vervolgd en gevangengezet. d

32. Met welke interne problemen kreeg Gods volk vanaf 1916 te maken?

32 De organisatie kreeg ook met interne problemen te maken. In 1916 stierf broeder Russell toen hij nog maar 64 was. Veel Bijbelonderzoekers waren helemaal van slag. Na zijn dood bleek dat sommigen te veel naar één voorbeeldige man hadden opgekeken. Hoewel broeder Russell die verering niet wilde, was er rondom hem iets ontstaan wat neerkwam op ’schepselaanbidding’. Velen dachten dat er bij zijn dood een eind was gekomen aan de toenemende openbaring van waarheid, en sommigen verzetten zich hevig tegen pogingen tot vooruitgang. Die houding werkte een grote afval in de hand, waardoor de organisatie verdeeld raakte.

33. Waarom waren bepaalde verwachtingen een beproeving voor Gods volk?

33 Nog een beproeving was dat bepaalde verwachtingen niet uitkwamen. Hoewel de Watch Tower er terecht op gewezen had dat in 1914 de tijden der heidenen zouden eindigen, begrepen de broeders nog niet wat er in dat jaar zou gebeuren (Luk. 21:24). Ze dachten dat Christus in 1914 zijn gezalfde bruidklasse naar de hemel zou halen om daar met hem te regeren. Die hoop werd niet vervuld. Eind 1917 kondigde The Watch Tower aan dat in de lente van 1918 een oogstperiode van veertig jaar zou eindigen. Maar er kwam geen eind aan de prediking. Dat werk bleef ook na die tijd vruchten afwerpen. Het tijdschrift opperde dat de oogst wel was geëindigd, maar dat er nog een periode van nalezing was. Toch waren velen zo teleurgesteld dat ze ermee stopten Jehovah te dienen.

34. Welke beproeving deed zich in 1918 voor, en waarom dacht de christenheid dat Gods volk ’dood’ was?

34 In 1918 deed zich een enorme beproeving voor. J.F. Rutherford, die als opvolger van C.T. Russell de leiding had over Gods volk, werd samen met zeven andere verantwoordelijke broeders gearresteerd. Ze werden onterecht veroordeeld tot lange gevangenisstraffen in de federale strafgevangenis in Atlanta (Georgia, VS). Een tijdlang leek het misschien of het werk van Gods volk lamgelegd was. Veel geestelijken van de christenheid waren blij: het hoofdkantoor in Brooklyn was gesloten, de ’leiders’ zaten gevangen en de prediking in Amerika en Europa werd tegengewerkt. Dus dachten ze dat deze irritante Bijbelonderzoekers ’dood’ waren en geen bedreiging meer vormden (Openb. 11:3, 7-10). Wat hadden ze het mis!

Een tijd van herstel

35. Waarom liet Jezus al die beproevingen toe, en wat deed hij om zijn volgelingen te helpen?

35 De vijanden van de waarheid wisten niet dat Jezus die beproevingen toeliet omdat Jehovah toen „als een louteraar en reiniger van zilver” bezig was (Mal. 3:3). Jehovah en zijn Zoon waren ervan overtuigd dat getrouwe aanbidders gelouterd en gezuiverd uit die vurige beproevingen tevoorschijn zouden komen en beter dan ooit in staat zouden zijn de Koning te dienen. Begin 1919 werd duidelijk dat Gods geest had gedaan wat de vijanden van zijn volgelingen voor onmogelijk hielden. De getrouwen was nieuw leven ingeblazen! (Openb. 11:11) In die tijd liet Christus een belangrijk onderdeel van het teken van de laatste dagen in vervulling gaan. Hij stelde „de getrouwe en beleidvolle slaaf” aan, een kleine groep gezalfde mannen die de leiding zou nemen over zijn volgelingen door op de juiste tijd geestelijk voedsel uit te delen (Matth. 24:45-47).

36. Waaruit bleek dat Gods volk geestelijk herstelde?

36 Broeder Rutherford en de anderen werden op 26 maart 1919 vrijgelaten. Meteen werd er voor september een congres gepland. Er werden plannen gemaakt om naast The Watch Tower een tweede tijdschrift uit te geven: The Golden Age. Het was bedoeld om in de velddienst te gebruiken. e Dat jaar werd ook het Bulletin (nu Werkboek leven-en-dienenvergadering) voor het eerst uitgegeven, dat vanaf het begin een stimulans voor de velddienst is geweest. Er werd vanaf 1919 duidelijk steeds meer nadruk gelegd op een persoonlijk aandeel aan de prediking van huis tot huis.

37. Wat deden sommigen die deloyaal waren in de jaren na 1919?

37 Door de prediking werden de dienaren van Christus verder gelouterd, want trotse en arrogante personen hadden geen zin in dat nederige werk. Degenen die er niet aan mee wilden doen, scheidden zich van de getrouwen af. In de jaren na 1919 raakten sommigen van hen verbitterd. Ze namen hun toevlucht tot laster en smaad en kozen zelfs partij voor de vervolgers van Jehovah’s trouwe aanbidders.

38. Wat bewijzen de successen en overwinningen van Christus’ volgelingen?

38 Maar ondanks zulke aanvallen namen Christus’ volgelingen op aarde in aantal toe en bleven ze in geestelijk opzicht vooruitgaan. Alle successen en overwinningen die ze sinds die tijd hebben behaald, zijn voor ons het overtuigende bewijs dat Gods Koninkrijk regeert! Alleen dankzij Gods actieve steun en zegen — die hij via zijn Zoon en het Messiaanse Koninkrijk geeft — kon een groepje onvolmaakte mensen de ene overwinning na de andere behalen op Satan en zijn slechte wereld! (Lees Jesaja 54:17.)

Rutherford houdt kort na zijn vrijlating een bezielende toespraak op een congres

39, 40. (a) Wat zijn een paar kenmerken van dit boek? (b) Wat denk jij te halen uit een studie van dit boek?

39 In de volgende hoofdstukken gaan we onderzoeken wat Gods Koninkrijk in de honderd jaar sinds de geboorte ervan hier op aarde heeft bereikt. Elk deel van dit boek behandelt een ander aspect hiervan. In elk hoofdstuk helpt een overzichtskader je om te evalueren hoe reëel het Koninkrijk voor je is. In de laatste hoofdstukken zullen we bespreken wat we kunnen verwachten wanneer binnenkort het Koninkrijk komt om de slechte mensen te vernietigen en de aarde in een paradijs te veranderen. Wat wil jij halen uit een studie van dit boek?

40 Satan wil je geloof in Gods Koninkrijk ondermijnen. Maar Jehovah wil je geloof sterker maken zodat het je beschermt en kracht geeft (Ef. 6:16). Daarom sporen wij je aan dit boek gebedsvol te bestuderen. Vraag je steeds af: is Gods Koninkrijk reëel voor me? Hoe reëler het nu voor je is, hoe groter de kans dat je het Koninkrijk trouw en actief ondersteunt op de dag dat iedereen zal zien dat Gods Koninkrijk echt is en regeert!

a Zie voor meer informatie over Grew, Stetson en Storrs Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods koninkrijk, blz. 45, 46.

b Hoewel de Bijbelonderzoekers inzagen dat het nodig was te breken met religieuze organisaties die vrienden van de wereld waren, hebben ze personen die geen Bijbelonderzoekers waren maar wel beleden in de losprijs te geloven en zeiden dat ze zich aan God hadden gewijd, nog jarenlang als christelijke broeders gezien.

c Zulke vroege waarschuwingen verloren aan kracht omdat ze hoofdzakelijk werden toegepast op Christus’ kleine kudde van 144.000 gezalfden. In hoofdstuk 5 zullen we zien dat vóór 1935 werd gedacht dat de „grote schare” uit Openbaring 7:9, 10 zou bestaan uit een groot aantal leden van de kerken van de christenheid en dat ze een secundaire hemelse klasse zouden worden, als beloning omdat ze in de eindtijd aan Christus’ kant staan.

d In september 1920 verscheen er een speciale uitgave van The Golden Age (nu Ontwaakt!) die uitgebreid inging op gevallen van vervolging in oorlogstijd — soms extreem wreed — in Canada, Duitsland, Engeland en de VS. Maar in de jaren vóór de Eerste Wereldoorlog kwam dat soort vervolging niet veel voor.

e Jarenlang was The Watch Tower vooral bedoeld om leden van de kleine kudde op te bouwen.