Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

HOOFDSTUK 4

Jehovah verhoogt zijn naam

Jehovah verhoogt zijn naam

HOOFDGEDACHTE

Gods volk geeft Gods naam de plaats die hij verdient

1, 2. Hoe verhoogt de Nieuwe-Wereldvertaling Gods naam?

 OP DE koele maar zonnige ochtend van dinsdag 2 december 1947 begon een groepje gezalfde broeders op Bethel in Brooklyn aan een enorme taak. Het was geen makkelijk werk, maar ze gaven het niet op. Na twaalf jaar, op zondag 13 maart 1960, waren ze eindelijk klaar met de tekst van een nieuwe Bijbelvertaling. Drie maanden later, op 18 juni 1960, kondigde broeder Nathan Knorr op een congres in Manchester (Engeland) de uitgave aan van het laatste deel van de volledige Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift. Hij gaf de gevoelens van de enthousiaste aanwezigen goed weer: „Vandaag zijn Jehovah’s Getuigen over de gehele wereld verheugd!” Ze waren vooral blij met een opvallend kenmerk van de nieuwe vertaling: het frequente gebruik van Gods naam.

De New World Translation of the Christian Greek Scriptures werd in 1950 uitgegeven op de „Toename der Theocratie”-vergadering (Links: Yankeestadion (New York); rechts: Ghana)

2 Veel vertalers van de Bijbel laten Gods naam weg. Maar Jehovah’s gezalfde aanbidders namen stelling tegen Satans plan om de naam van God uit het collectieve geheugen van de mens te wissen. In de inleiding van de Nieuwe-Wereldvertaling staat: „Het voornaamste kenmerk van deze vertaling is dat de goddelijke naam weer op zijn rechtmatige plaats in de bijbeltekst is gezet.” De Nieuwe-Wereldvertaling gebruikt de naam Jehovah meer dan 7000 keer. Wat een geweldige manier om de naam van onze hemelse Vader te verhogen!

3. (a) Wat gingen onze broeders inzien over de betekenis van Gods naam? (b) Hoe moeten we Exodus 3:13, 14 begrijpen? (Zie het kader „ De betekenis van Gods naam”.)

3 In de beginjaren namen de Bijbelonderzoekers aan dat Gods naam „Ik ben, die Ik ben” betekende (Ex. 3:14, NBG-vertaling 1951). In The Watch Tower van 1 januari 1926 stond: „De naam Jehovah duidt op de uit zichzelf Bestaande, (...) degene die geen begin en geen eind heeft.” Maar tegen de tijd dat de vertalers van de Nieuwe-Wereldvertaling met hun werk begonnen, had Jehovah zijn volk geholpen in te zien wat zijn naam inhoudt: niet alleen dat hij ’uit zichzelf bestaat’ maar vooral dat hij een God van doelen en van actie is. Ze kwamen tot de opvatting dat de naam Jehovah letterlijk „Hij veroorzaakt te worden” betekent. Hij liet het universum en intelligente wezens tot bestaan komen en hij laat voortdurend zijn wil en doelen realiteit worden. Maar waarom is het zo belangrijk dat Gods naam verhoogd wordt, en hoe kunnen we daaraan meewerken?

De heiliging van Gods naam

4, 5. (a) Waar vragen we om als we bidden „Uw naam worde geheiligd”? (b) Hoe en wanneer zal God zijn naam heiligen?

4 Jehovah wil dat zijn naam verhoogd wordt. Het heiligen van zijn naam is zelfs zijn belangrijkste doel. Dat blijkt uit het eerste verzoek in Jezus’ modelgebed: „Uw naam worde geheiligd” (Matth. 6:9). Als we dat bidden, waar vragen we dan om?

5 Zoals we in hoofdstuk 1 hebben gezien, is het verzoek „Uw naam worde geheiligd” een van de drie verzoeken in het Onzevader die te maken hebben met Jehovah’s voornemens. De andere twee zijn: „Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede” (Matth. 6:10). Dus net zoals we Jehovah vragen actie te ondernemen om zijn Koninkrijk te laten komen en zijn wil te laten geschieden, vragen we hem actie te ondernemen om zijn naam te heiligen. Met andere woorden, we vragen Jehovah om alle smaad weg te nemen die zijn naam sinds de opstand in Eden te verduren heeft. Hoe reageert Jehovah op zo’n gebed? Hij zegt: „Ik zal mijn grote naam stellig heiligen, die onder de natiën werd ontheiligd” (Ezech. 36:23; 38:23). Wanneer Jehovah in Armageddon alle slechtheid verwijdert, zal de hele schepping zien dat hij zijn naam heiligt.

6. Hoe kunnen we meewerken aan de heiliging van Gods naam?

6 Door de hele geschiedenis heen heeft Jehovah zijn aanbidders laten meewerken aan de heiliging van zijn naam. Natuurlijk is zijn naam al in absolute zin heilig en kunnen we die niet heiliger maken. Maar hoe moeten we hem dan heiligen? Jesaja zegt: „Jehovah der legerscharen — Hem dient gij als heilig te beschouwen.” En Jehovah zei zelf over zijn volk: „Zij [zullen] mijn naam heiligen (...), en voor de God van Israël zullen zij ontzag hebben” (Jes. 8:13; 29:23). We heiligen Gods naam dus door die te bezien als speciaal en hoger dan alle andere namen, door te respecteren waar de naam voor staat en door anderen te helpen de naam als heilig te bezien. We tonen vooral ontzag en eerbied voor Jehovah’s naam door hem als onze Regeerder te erkennen en hem met heel ons hart te gehoorzamen (Spr. 3:1; Openb. 4:11).

Voorbereid om Gods naam te dragen en te verhogen

7, 8. (a) Waarom konden de Bijbelonderzoekers niet meteen Gods naam dragen? (b) Wat gaan we nu bespreken?

7 Sinds de jaren zeventig van de negentiende eeuw hebben de Bijbelonderzoekers Gods naam in hun publicaties gebruikt. Bijvoorbeeld in Zion’s Watch Tower van augustus 1879 en in Songs of the Bride, een liederenbundel die in datzelfde jaar werd uitgegeven. Maar voordat Jehovah zijn volk het grote voorrecht gaf in het openbaar zijn naam te dragen, zorgde hij er blijkbaar eerst voor dat ze aan de vereisten voldeden. Hoe deed hij dat?

8 Een terugblik op het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw laat zien dat Jehovah zijn volk een beter begrip heeft gegeven van belangrijke waarheden over zijn naam. We gaan er nu drie bespreken.

9, 10. (a) Waarom legde de Watch Tower in het begin vaak het accent op Jezus? (b) Wat veranderde er vanaf 1919, en wat was het resultaat? (Zie ook het kader „ Hoe De Wachttoren Gods naam heeft verhoogd”.)

9 Ten eerste gingen Jehovah’s aanbidders inzien hoe belangrijk Gods naam is. De eerste Bijbelonderzoekers bezagen de regeling van de losprijs als de belangrijkste leerstelling van de Bijbel. Dat verklaart waarom in de Watch Tower het accent vaak op Jezus werd gelegd. In het eerste jaar bijvoorbeeld stond de naam Jezus er tien keer zo vaak in als de naam Jehovah. De Wachttoren van 1 juli 1976 zei dat de Bijbelonderzoekers in de beginperiode „overmatige belangrijkheid” aan Jezus toekenden. Maar na verloop van tijd hielp Jehovah ze in te zien welke belangrijke rol Gods naam in de Bijbel speelt. Wat deed dat met de Bijbelonderzoekers? Vooral vanaf 1919, zo zegt hetzelfde artikel, „begonnen zij echter meer waardering voor de hemelse Vader van de Messias, Jehovah God, aan de dag te leggen”. In de tien jaar daarna stond Gods naam zelfs meer dan 6500 keer in The Watch Tower!

10 Door de naam Jehovah de aandacht te geven die hij verdient, lieten onze broeders zien dat ze van die naam hielden. Net als Mozes wilden ze „de naam van Jehovah uitroepen” (Deut. 32:3; Ps. 34:3). En zoals in de Bijbel was beloofd, merkte Jehovah hun liefde voor zijn naam op en gaf hij ze zijn goedkeuring (Ps. 119:132; Hebr. 6:10).

11, 12. (a) Wat veranderde er kort na 1919 aan onze publicaties? (b) Waar richtte Jehovah de aandacht van zijn aanbidders op, en waarom?

11 Ten tweede gingen ware christenen inzien welk werk God heeft opgedragen. Kort na 1919 onderzochten de gezalfde broeders die de leiding hadden het profetische boek Jesaja. Daarna veranderde het centrale thema van onze publicaties. Waarom kunnen we zeggen dat die verandering voedsel „te rechter tijd” was? — Matth. 24:45.

12 Vóór 1919 was The Watch Tower nog nooit diep ingegaan op Jesaja’s woorden: „’Gij zijt mijn getuigen,’ is de uitspraak van Jehovah, ’ja, mijn knecht die ik verkozen heb.’” (Lees Jesaja 43:10-12.) Maar kort na 1919 gingen onze publicaties aandacht besteden aan dat Bijbelgedeelte en werden alle gezalfden aangemoedigd deel te nemen aan het werk dat Jehovah ze had opgedragen: van hem getuigen. Jesaja 43 werd alleen al van 1925 tot 1931 in 57 uitgaven van The Watch Tower besproken. Elke keer werden Jesaja’s woorden op ware christenen toegepast. Het is duidelijk dat Jehovah in die jaren de aandacht van zijn aanbidders richtte op het werk dat ze moesten doen. Waarom? In zekere zin zodat ze eerst „op hun geschiktheid” beproefd konden worden (1 Tim. 3:10). Voordat de Bijbelonderzoekers het recht kregen om Gods naam te dragen, moesten ze door wat ze deden aan Jehovah bewijzen dat ze echt zijn getuigen waren (Luk. 24:47, 48).

13. Hoe blijkt uit Gods Woord wat de kwestie is waar alles om draait?

13 Ten derde ging Jehovah’s volk begrijpen hoe belangrijk de heiliging van Gods naam is. In de jaren twintig gingen ze beseffen dat de heiliging van Gods naam de kwestie is waar alles om draait. Hoe blijkt dat uit Gods Woord? Denk eens aan de belangrijkste reden waarom Jehovah Israël uit Egypte bevrijdde. Hij zei: „Ten einde mijn naam over de gehele aarde te laten bekendmaken” (Ex. 9:16). En waarom vergaf Jehovah Israël als ze tegen hem in opstand waren gekomen? Opnieuw zei hij: „Ik handelde vervolgens ter wille van mijn eigen naam, opdat die niet ontheiligd zou worden voor de ogen van de natiën” (Ezech. 20:8-10). Wat leerden de Bijbelonderzoekers van deze en andere Bijbelgedeelten?

14. (a) Wat ging Gods volk eind jaren twintig begrijpen? (b) Welke uitwerking had het verbeterde begrip van de Bijbelonderzoekers op de prediking? (Zie ook het kader „ Een krachtige motivatie om te prediken”.)

14 Eind jaren twintig ging Gods volk de betekenis begrijpen van wat Jesaja zo’n 2700 jaar eerder over Jehovah had gezegd: „Zo hebt gij uw volk geleid om uzelf een luisterrijke naam te maken” (Jes. 63:14). De Bijbelonderzoekers begrepen dat persoonlijke redding niet de belangrijkste kwestie was, maar de heiliging van Gods naam (Jes. 37:20; Ezech. 38:23). In 1929 werd het boek Profetie uitgegeven, waarin stond: „Jehova’s naam is voor de geheele schepping de meest belangrijke strijdvraag.” Dit veranderde begrip motiveerde Gods aanbidders om van Jehovah te getuigen en zijn naam te zuiveren.

15. (a) Wat waren onze broeders begin jaren dertig gaan inzien? (b) Waar was het de juiste tijd voor?

15 Begin jaren dertig waren onze broeders gaan inzien hoe belangrijk Gods naam is, welk werk God ze had opgedragen en dat de heiliging van Gods naam de kwestie is waar alles om draait. Nu vond Jehovah het de juiste tijd om zijn aanbidders de eer te geven in het openbaar zijn naam te dragen. Laten we eens kijken wat er gebeurde.

Jehovah neemt „een volk voor zijn naam”

16. (a) Op welke opvallende manier verhoogt Jehovah zijn naam? (b) Wie waren in het verleden het eerste volk voor Gods naam?

16 Een opvallende manier waarop Jehovah zijn naam verhoogt, is door op aarde een volk te kiezen dat zijn naam draagt. Vanaf 1513 v.Chr. was Israël het volk dat hem vertegenwoordigde (Jes. 43:12). Maar ze hielden zich niet aan hun deel van het verbond met God, en in het jaar 33 kwam er een eind aan hun speciale relatie met hem. Kort daarna richtte Jehovah „zijn aandacht op de natiën (...) om uit hen een volk voor zijn naam te nemen” (Hand. 15:14). Dat nieuwe volk kwam bekend te staan als „het Israël Gods” en bestaat uit gezalfde volgelingen van Christus uit allerlei landen (Gal. 6:16).

17. Wat kreeg Satan voor elkaar?

17 Het was rond het jaar 44 dat Christus’ volgelingen „door goddelijke voorzienigheid christenen werden genoemd” (Hand. 11:26). In het begin was dat een onderscheidende naam die alleen voor ware christenen werd gebruikt (1 Petr. 4:16). Maar Satan kreeg het voor elkaar dat de unieke naam christen ook voor alle namaakchristenen werd gebruikt. Eeuwenlang was het verschil tussen ware christenen en namaakchristenen niet duidelijk, zoals Jezus’ illustratie van de tarwe en het onkruid al aangaf. Maar dat veranderde in „de oogsttijd”, die in 1914 aanbrak. Engelen begonnen toen namaakchristenen te scheiden van ware christenen (Matth. 13:30, 39-41).

18. Waardoor gingen onze broeders inzien dat ze een nieuwe naam nodig hadden?

18 Na de aanstelling van de getrouwe slaaf in 1919 hielp Jehovah zijn volk om in te zien welk werk hij ze had opgedragen. Ze begrepen dat de prediking van huis tot huis ze anders maakte dan alle namaakchristenen. Al snel beseften ze dat de aanduiding ’Bijbelonderzoekers’ niet onderscheidend genoeg was. Het belangrijkste doel in hun leven was niet gewoon de Bijbel te onderzoeken maar getuigenis te geven van God en zijn naam te eren en te verhogen. Welke naam paste bij het werk dat ze deden? Die vraag werd in 1931 beantwoord.

Congresprogramma uit 1931

19, 20. (a) Welke bijzondere resolutie werd op het congres in 1931 voorgelegd? (b) Hoe reageerden onze broeders en zusters op de nieuwe naam?

19 In juli 1931 kwamen zo’n 15.000 Bijbelonderzoekers voor een congres naar Columbus (Ohio, VS). Hun nieuwsgierigheid werd gewekt door twee grote letters op de voorkant van het programma: J en W. Ze vroegen zich af wat die letters betekenden. Sommigen dachten ’Just Wait’ en anderen ’Just Watch’. Op zondag 26 juli legde broeder Joseph Rutherford een resolutie voor met de krachtige verklaring: „Wij willen bekendstaan als en genoemd worden bij de naam Jehovah’s getuigen.” Op dat moment begrepen alle aanwezigen wat die letters betekenden: ze stonden voor Jehovah’s Witnesses, een Bijbelse naam gebaseerd op Jesaja 43:10.

20 De toehoorders reageerden met een donderend „Ja!” en een lang applaus. Via de radio was die enthousiaste reactie in Columbus ook aan de andere kant van de wereld te horen. Ernest en Naomi Barber uit Australië vertelden: „Toen ze in Amerika gingen applaudisseren, sprongen de broeders en zusters in Melbourne overeind, en ze bleven maar klappen. Dat vergeten we nooit meer!” a

Gods naam wordt overal verhoogd

21. Waarom was de nieuwe naam een stimulans voor de prediking?

21 De nieuwe naam Jehovah’s Getuigen gaf Gods aanbidders extra motivatie voor de prediking. Zo zeiden Edward en Jessie Grimes, pioniers in de VS die op het congres in Columbus waren: „We vertrokken als Bijbelonderzoekers en kwamen terug als Jehovah’s Getuigen. We waren blij dat we nu een naam hadden die ons hielp de naam van onze God te verhogen.” Na dat congres hadden sommige Getuigen daar een nieuwe methode voor. Ze stelden zich aan huisbewoners voor met een visitekaartje waarop stond „Een van JEHOVAH’s getuigen, prediker van het Koninkrijk van JEHOVAH, onze God”. Gods volk was er echt trots op de naam Jehovah te dragen en wilde de betekenis ervan overal bekendmaken (Jes. 12:4).

„We vertrokken als Bijbelonderzoekers en kwamen terug als Jehovah’s Getuigen”

22. Waaruit blijkt dat Jehovah’s volk een unieke identiteit heeft?

22 Er zijn al heel wat jaren voorbij sinds Jehovah onze gezalfde broeders ertoe bracht hun nieuwe naam aan te nemen. Is het Satan ondertussen gelukt de identiteit van Gods volk te laten vervagen? Is het hem gelukt ons te laten verdwijnen in het religieuze landschap van deze wereld? Nee! Onze unieke identiteit als getuigen van God valt juist meer op dan ooit. (Lees Micha 4:5; Maleachi 3:18.) Als iemand Gods naam gebruikt, wordt er al gauw gedacht dat hij een Getuige van Jehovah is, zo sterk worden wij aan die naam gelinkt. De ware aanbidding is „stevig bevestigd (...) boven de top der bergen”, stijgt boven de valse religies uit (Jes. 2:2). Jehovah’s aanbidding en zijn heilige naam worden nu inderdaad verhoogd.

23. Welke belangrijke waarheid over Jehovah uit Psalm 121:5 is heel bemoedigend voor ons?

23 Wat is het bemoedigend te weten dat Jehovah ons nu en in de toekomst zal beschermen tegen Satans aanvallen! (Ps. 121:5) We hebben alle reden om het eens te zijn met de psalmist die schreef: „Gelukkig is de natie wier God Jehovah is, het volk dat hij als zijn erfdeel heeft gekozen” (Ps. 33:12).

a Zie voor details over het gebruik van de radio hoofdstuk 7, blz. 72-74.