Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

HOOFDSTUK 10

De Koning loutert zijn volk geestelijk

De Koning loutert zijn volk geestelijk

HOOFDGEDACHTE

Waarom en hoe Jezus zijn volgelingen geestelijk heeft gelouterd en gereinigd

1-3. Wat deed Jezus toen hij zag dat de tempel verontreinigd werd?

 JEZUS had veel respect voor de tempel in Jeruzalem, want hij wist waar die voor stond. De tempel was al heel lang het centrum van ware aanbidding op aarde. Maar die aanbidding, de aanbidding van de heilige God, Jehovah, moet rein en zuiver zijn. Stel je dus eens voor hoe Jezus zich voelde toen hij op 10 Nisan 33 naar de tempel ging en zag dat die verontreinigd werd. Wat was er aan de hand? (Lees Mattheüs 21:12, 13.)

2 In het Voorhof van de heidenen maakten hebberige handelaars en geldwisselaars misbruik van de aanbidders die offers aan Jehovah kwamen brengen. a Jezus „wierp allen die in de tempel verkochten en kochten eruit en keerde de tafels van de geldwisselaars en de banken van de duivenverkopers om”. (Vergelijk Nehemia 13:7-9.) Hij veroordeelde die egoïstische mannen omdat ze „een rovershol” maakten van het huis van zijn Vader. Zo liet hij zien dat hij respect had voor de tempel en voor wat die vertegenwoordigde. De aanbidding van zijn Vader moest rein gehouden worden!

3 Eeuwen later, nadat Jezus geïnstalleerd was als Messiaanse Koning, reinigde hij opnieuw een tempel. Deze tempel is belangrijk voor iedereen die Jehovah nu op een aanvaardbare manier wil dienen. Welke tempel is dat?

„De zonen van Levi” reinigen

4, 5. (a) Hoe werden Jezus’ gezalfde volgelingen van 1914 tot begin 1919 gelouterd en gereinigd? (b) Hield de loutering en reiniging van Gods volk hiermee op? Leg uit.

4 Zoals we in hoofdstuk 2 hebben gezien, kwam Jezus na zijn troonsbestijging in 1914 met zijn Vader naar de geestelijke tempel (de regeling voor zuivere aanbidding) om die te inspecteren. b Door die inspectie zag de Koning dat „de zonen van Levi” (gezalfde christenen) nog gelouterd en gereinigd moesten worden (Mal. 3:1-3). Van 1914 tot begin 1919 liet de Louteraar (Jehovah) zijn volk verschillende beproevingen en problemen meemaken waardoor ze werden gelouterd en gereinigd. Gelukkig kwamen de gezalfden geestelijk reiner uit die vurige test tevoorschijn, vol verlangen om te laten zien dat ze achter de Messiaanse Koning stonden.

5 Hield de loutering en reiniging van Gods volk hiermee op? Nee. In de laatste dagen blijft Jehovah zijn aanbidders via de Messiaanse Koning helpen om rein te zijn, zodat ze in de geestelijke tempel mogen blijven. In de volgende twee hoofdstukken zullen we zien hoe hij ze moreel en organisatorisch heeft gelouterd. Maar we gaan het eerst over geestelijke reiniging hebben. Het is geloofversterkend te zien wat Jezus heeft gedaan — zowel duidelijk aanwijsbaar als achter de schermen — om zijn volgelingen te helpen geestelijk rein te zijn.

„Houdt u rein”

6. Hoe helpen de geboden die Jehovah de Joodse ballingen gaf ons om te begrijpen wat geestelijke reinheid inhoudt?

6 Wat is geestelijke reinheid? Laten we eens kijken wat Jehovah zei tegen de Joodse ballingen die in de zesde eeuw v.Chr. op het punt stonden uit Babylon te vertrekken. (Lees Jesaja 52:11.) Die ballingen gingen in de eerste plaats naar Jeruzalem terug om de tempel te herbouwen en de ware aanbidding te herstellen (Ezra 1:2-4). Jehovah wilde dat zijn volk geen spoortje van Babylons religie meenam. Hij gaf ze een aantal geboden: „raakt niets onreins aan”, „gaat uit haar midden vandaan” en „houdt u rein”. Jehovah’s zuivere aanbidding mag niet besmet worden door valse aanbidding. Wat kunnen we dus concluderen? Geestelijke reinheid houdt in vrij te blijven van de leerstellingen en gebruiken van valse religie.

7. Via welk kanaal heeft Jezus zijn volgelingen geholpen geestelijk rein te zijn?

7 Kort na zijn installatie als Koning zorgde Jezus voor een duidelijk herkenbaar kanaal om zijn volgelingen te helpen geestelijk rein te blijven. Dat kanaal is de getrouwe en beleidvolle slaaf, die in 1919 door Christus is aangesteld (Matth. 24:45). Vóór die tijd hadden de Bijbelonderzoekers zich al gereinigd van veel valsreligieuze leerstellingen. Toch moesten ze nog verder gereinigd worden. Via zijn getrouwe slaaf heeft Christus zijn volgelingen geleidelijk meer begrip gegeven over bepaalde feestdagen en gebruiken waarmee ze moesten stoppen (Spr. 4:18). Laten we eens naar een paar voorbeelden kijken.

Mogen christenen Kerstmis vieren?

8. Wat wisten de Bijbelonderzoekers al langer over Kerstmis, maar wat begrepen ze nog niet?

8 De Bijbelonderzoekers wisten al vrij snel dat Kerstmis een heidense oorsprong heeft en dat Jezus niet op 25 december werd geboren. In Zion’s Watch Tower van december 1881 stond: „Miljoenen werden vanuit het Heidendom in de kerk gebracht. Maar dat was vooral een verandering in naam, want de heidense priesters werden christelijke priesters en de heidense feesten kregen een christelijke naam; Kerstmis was daar een van.” In 1883 werd in de Watch Tower in het artikel „Wanneer werd Jezus geboren?” beredeneerd dat Jezus rond het begin van oktober werd geboren. c Maar de Bijbelonderzoekers vonden het in die tijd niet nodig om met het vieren van Kerstmis te stoppen. Zelfs leden van de Bethelfamilie in Brooklyn vierden kerst. Maar na 1926 kwam daar verandering in.

9. Wat gingen de Bijbelonderzoekers inzien over Kerstmis?

9 Na een grondig en dieper onderzoek van het onderwerp gingen de Bijbelonderzoekers beseffen dat de oorsprong van Kerstmis en de gebruiken eromheen in feite God onteren. In het artikel „De oorsprong van Kerstmis” (The Golden Age van 14 december 1927) stond dat Kerstmis een heidense viering is die om genoegens draait en waarbij afgoderij betrokken is. Het artikel maakte duidelijk dat Christus niet had gezegd dat dit feest gevierd moest worden, en besloot met de heldere uitspraak: „Het feit dat de wereld, het vlees en de Duivel het willen handhaven en vieren (...) is voor hen die zich helemaal wijden aan de dienst van Jehovah het laatste en doorslaggevende argument om het niet te vieren.” Het hoeft ons niet te verbazen dat de Bethelfamilie vanaf december dat jaar geen kerst meer heeft gevierd!

10. (a) Welke grondige uiteenzetting over Kerstmis werd in december 1928 gegeven? (Zie ook het kader „ Oorsprong en doel van Kerstmis”.) (b) Hoe werd Gods volk gewezen op nog meer feestdagen en vieringen die vermeden moeten worden? (Zie het kader „ Andere feestdagen en vieringen”.)

10 Het jaar daarna kregen de Bijbelonderzoekers een nog grondiger uiteenzetting over Kerstmis. Op 12 december 1928 hield broeder Richard Barber, die op het hoofdkantoor werkte, een radiotoespraak waarin hij de onreine oorsprong van deze feestdag aan het licht bracht. Hoe reageerde Gods volk op de duidelijke richtlijnen van het hoofdkantoor? Broeder Charles Brandlein zei over het stoppen met Kerstmis: „Vonden we het erg om deze heidense gebruiken achterwege te laten? Helemaal niet! (...) Voor ons was het alsof we een vuil kledingstuk uittrokken en weggooiden.” Broeder Henry Cantwell, die later als reizend opziener diende, had dezelfde instelling: „We vonden het fijn dat we iets konden opgeven om onze liefde voor Jehovah te tonen.” Christus’ loyale volgelingen waren bereid de nodige veranderingen aan te brengen en niet mee te doen aan een viering die afkomstig was van onreine aanbidding (Joh. 15:19; 17:14). d

11. Hoe kunnen we laten zien dat we de Messiaanse Koning steunen?

11 Wat waren die trouwe Bijbelonderzoekers een mooi voorbeeld voor ons! Als we daarover nadenken, is het goed ons af te vragen: Hoe bezie ik de richtlijnen die we van het hoofdkantoor krijgen? Accepteer ik ze dankbaar en pas ik toe wat ik leer? Door bereidwillig te gehoorzamen, laten we zien dat we de Messiaanse Koning steunen. Hij is namelijk degene die via de getrouwe slaaf op de juiste tijd geestelijk voedsel uitdeelt (Hand. 16:4, 5).

Mogen christenen het kruis gebruiken?

Kruis-en-kroonsymbool (Zie alinea 12, 13)

12. Hoe hebben de Bijbelonderzoekers jarenlang over het kruis gedacht?

12 Jarenlang hebben de Bijbelonderzoekers het kruis als een aanvaardbaar symbool van het christendom gezien. Natuurlijk dachten ze niet dat het kruis aanbeden moest worden, want ze begrepen dat afgoderij verkeerd is (1 Kor. 10:14; 1 Joh. 5:21). In 1883 zei de Watch Tower al duidelijk dat „alle afgoderij walgelijk is voor God”. Maar in het begin hadden de Bijbelonderzoekers er geen bezwaar tegen het kruis op andere manieren te gebruiken. Ze droegen bijvoorbeeld trots een kruis-en-kroonspeldje als identificatie. Dat was voor hen een symbool van de kroon des levens die ze zouden ontvangen als ze tot de dood trouw bleven. Begin 1891 kwam er een kruis-en-kroonsymbool op de voorkant van de Watch Tower te staan.

13. Wat gingen Christus’ volgelingen begrijpen over het gebruik van het kruis? (Zie ook het kader „ Geleidelijk meer inzicht in het gebruik van het kruis”.)

13 De Bijbelonderzoekers waren gehecht aan het kruis-en-kroonsymbool. Maar vanaf eind jaren twintig kregen ze steeds meer inzicht in het gebruik van het kruis. Broeder Grant Suiter, die later lid van het Besturende Lichaam was, vertelde over het congres van 1928 in Detroit (Michigan, VS): „Op het congres werd aangetoond dat het niet alleen onnodig maar ook verkeerd was het insigne met kruis en kroon te dragen.” In de jaren daarna werd het begrip steeds helderder. Het was duidelijk dat het kruis niet thuishoort in aanbidding die zuiver en rein is.

14. Hoe reageerde Gods volk op het verduidelijkte begrip?

14 Hoe reageerde Gods volk op het verduidelijkte begrip? Hielden ze vast aan het kruis-en-kroonsymbool, waar ze zo aan gehecht waren? „We vonden het niet moeilijk er afstand van te doen toen we eenmaal wisten waar het voor stond”, vertelde Lela Roberts, een zuster met een lange staat van dienst. Een andere trouwe zuster, Ursula Serenco, bracht de gevoelens van velen onder woorden: „We gingen beseffen dat wat we eens koesterden als een symbool van de dood van onze Heer en van onze christelijke toewijding eigenlijk een heidens symbool was. We waren dankbaar dat het pad helderder verlicht werd, zoals in Spreuken 4:18 staat.” Christus’ loyale volgelingen wilden niets te maken hebben met onreine valsreligieuze gebruiken!

15, 16. Hoe kunnen we laten zien dat we vastbesloten zijn de aardse voorhoven van Jehovah’s geestelijke tempel rein te houden?

15 Wij denken er in deze tijd net zo over. We erkennen dat Christus zijn volk helpt geestelijk rein te blijven via een duidelijk herkenbaar kanaal: zijn getrouwe en beleidvolle slaaf. Als we gewezen worden op feestdagen, gebruiken of gewoonten die besmet zijn door valse religie, passen we zulke raad dus meteen toe. Net als onze broeders en zusters die in het begin van Christus’ tegenwoordigheid leefden, zijn we vastbesloten de aardse voorhoven van Jehovah’s geestelijke tempel rein te houden.

16 In de laatste dagen doet Christus ook achter de schermen veel om de gemeenten van Jehovah’s volk te beschermen tegen personen die geestelijke verontreiniging kunnen veroorzaken. Laten we eens kijken hoe hij dat doet.

„De goddelozen uit het midden der rechtvaardigen afscheiden”

17, 18. Wat is in de illustratie van het sleepnet de betekenis van (a) het neerlaten van het sleepnet, (b) het bijeenbrengen van vissen van allerlei soort, (c) het verzamelen van de voortreffelijke vissen in vaten en (d) het wegwerpen van de ongeschikte vissen?

17 Jezus Christus, onze Koning, houdt in de gemeenten van Gods volk wereldwijd een oogje in het zeil. Op manieren die we niet volledig kunnen doorgronden, doen hij en de engelen een scheidingswerk. Hij beschreef dit werk in zijn illustratie van het sleepnet. (Lees Mattheüs 13:47-50.) Wat is de betekenis van die illustratie?

Het sleepnet is een afbeelding van de Koninkrijksprediking in de hele mensenzee (Zie alinea 18)

18 Een sleepnet wordt in de zee neergelaten. Het sleepnet is een afbeelding van de Koninkrijksprediking in de hele mensenzee. Vissen van allerlei soort worden bijeengebracht. Het goede nieuws trekt allerlei mensen aan: mensen die stappen doen om een ware christen te worden en ook veel mensen die in het begin misschien belangstelling hebben maar niet echt een standpunt voor de zuivere aanbidding innemen. e De voortreffelijke vissen worden in vaten verzameld. Oprechte mensen worden bijeengebracht in gemeenten, die met vaten te vergelijken zijn. Daar kunnen ze Jehovah op een reine manier aanbidden. De ongeschikte vissen worden weggeworpen. In de laatste dagen zijn Christus en de engelen bezig „de goddelozen uit het midden der rechtvaardigen” af te scheiden. f Dat voorkomt dat personen die niet de juiste hartentoestand hebben — die misschien niet bereid zijn te breken met verkeerde geloofsovertuigingen of gebruiken — de gemeenten besmetten. g

19. Hoe denk je over wat Christus heeft gedaan om de reinheid van Gods volk en de zuiverheid van de ware aanbidding te beschermen?

19 Is het niet geruststellend dat onze Koning, Jezus Christus, degenen beschermt die aan zijn zorg zijn toevertrouwd? En is het niet vertroostend dat hij nu net zo’n ijver heeft voor de ware aanbidding en voor ware aanbidders als toen hij in de eerste eeuw de tempel reinigde? We zijn heel dankbaar dat hij de geestelijke reinheid van Gods volk en de zuiverheid van de ware aanbidding beschermt. Laat zien dat je de Koning en zijn Koninkrijk steunt door alle contact met valse religie te vermijden!

a Bezoekende Joden moesten de jaarlijkse tempelbelasting in de vereiste valuta betalen, en de geldwisselaars vroegen een vergoeding voor het wisselen. Daarnaast moesten sommige bezoekers misschien nog dieren kopen om te offeren. Jezus noemde de handelaars rovers, waarschijnlijk omdat ze exorbitant hoge bedragen voor hun diensten vroegen.

b Jehovah’s volk op aarde aanbidt hem in de aardse voorhoven van zijn grote geestelijke tempel.

c In dit artikel stond dat een datum in de winter „niet goed aansluit bij het verslag over de herders die met hun kudden buiten waren” (Luk. 2:8).

d In een persoonlijke brief gedateerd 14 november 1927 schreef broeder Frederick Franz: „We zullen dit jaar geen kerst vieren. De Bethelfamilie heeft er bij stemming voor gekozen geen Kerstmis meer te vieren.” Een paar maanden later, in een brief van 6 februari 1928, schreef hij: „Stap voor stap is de Heer ons aan het reinigen van de dwalingen van de Babylonische organisatie van de Duivel.”

e In 2013 was er bijvoorbeeld een hoogtepunt van 7.965.954 verkondigers terwijl 19.241.252 personen de jaarlijkse herdenking van Christus’ dood bijwoonden.

f Het scheiden van de voortreffelijke vissen en de ongeschikte vissen is niet hetzelfde als het scheiden van de schapen en de bokken (Matth. 25:31-46). Het scheiden van de schapen en de bokken, het definitieve oordeel over hen, vindt plaats tijdens de komende grote verdrukking. Tot die tijd kunnen personen die als ongeschikte vissen zijn naar Jehovah terugkeren en verzameld worden in de gemeenten, die met vaten te vergelijken zijn (Mal. 3:7).

g Uiteindelijk zullen de ongeschikte vissen symbolisch in een vuuroven gegooid worden, wat duidt op hun toekomstige vernietiging.