Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

VERHAAL 103

‘Laat uw Koninkrijk komen’

‘Laat uw Koninkrijk komen’

Jehovah heeft beloofd: ‘Er zal geen verdriet, geen pijn, geen ziekte en geen dood meer zijn. Ik zal elke traan uit hun ogen wissen. Iedereen zal de nare dingen van vroeger vergeten.’

Jehovah gaf Adam en Eva de tuin van Eden, waar ze in vrede en geluk konden leven. Het was de bedoeling dat ze hun hemelse Vader zouden aanbidden en de aarde zouden vullen met hun kinderen. Adam en Eva werden ongehoorzaam, maar Jehovah’s bedoeling met de mensen is niet veranderd. In dit boek hebben we gezien dat alles wat Jehovah belooft ook echt gebeurt. Zijn Koninkrijk zal van de aarde een prachtig paradijs maken, precies zoals hij Abraham had beloofd.

Binnenkort zullen Satan, zijn demonen en alle slechte mensen verdwenen zijn. Iedereen die leeft, zal Jehovah dienen. We zullen nooit meer ziek worden of doodgaan. We zullen altijd zin hebben om aan een leuke, nieuwe dag te beginnen. De aarde zal een paradijs worden, waar iedereen veilig is. Er zal gezond en lekker voedsel zijn. Mensen zullen vriendelijk zijn, niet gemeen of gewelddadig. En we zullen niet meer bang hoeven te zijn voor wilde dieren, en zij niet voor ons.

Wat zal het geweldig zijn als Jehovah mensen uit de dood gaat opwekken! We zullen personen uit het verleden ontmoeten, zoals Abel, Noach, Abraham, Sara, Mozes, Ruth, Esther en David. Samen met hen zullen we van de hele aarde een paradijs maken. Er zal altijd genoeg te doen zijn, werk dat leuk en interessant is.

Jehovah wil graag dat jij er dan ook bij bent. In het paradijs zul je hem leren kennen op een manier die je je nu niet eens kunt voorstellen. Blijf je best doen om een echte vriend van Jehovah te zijn. Nu, en voor altijd!

‘Jehovah, onze God, u bent het waard de lof en de eer en de kracht te ontvangen, want u hebt alle dingen geschapen.’ — Openbaring 4:11