Inleiding deel 10
Jehovah is Koning over alles en iedereen. Hij heeft altijd alles onder controle gehad, en dat zal ook altijd zo blijven. Toen Jeremia bijvoorbeeld vastzat in een diepe put, redde Jehovah hem van de dood. Ook redde hij Sadrach, Mesach en Abednego uit een brandende oven en Daniël uit een kuil vol leeuwen. Hij beschermde Esther zodat ze haar volk kon redden. Jehovah zal niet toelaten dat slechtheid blijft bestaan. De profetie van het grote beeld en die van de enorme boom geven ons de zekerheid dat Jehovah’s Koninkrijk binnenkort alle slechtheid zal verwijderen en over de aarde zal regeren.
IN DIT DEEL
VERHAAL 58
Jeruzalem wordt verwoest
Het volk van Juda blijft valse goden aanbidden. Daarom helpt Jehovah ze niet meer.
VERHAAL 59
Vier jongens gehoorzamen Jehovah
Vier jongens uit Juda zijn vastbesloten om trouw te blijven aan Jehovah, zelfs aan het koninklijk hof van Babylon.
VERHAAL 60
Een koninkrijk dat altijd zal blijven bestaan
Daniël legt uit wat de vreemde droom van Nebukadnezar betekent.
VERHAAL 61
Ze weigeren te buigen
Sadrach, Mesach en Abednego weigeren het gouden beeld van koning Nebukadnezar te aanbidden.
VERHAAL 63
Geheimzinnige woorden op een muur
Wanneer verschijnen die geheimzinnige woorden en wat betekenen ze?
VERHAAL 66
Ezra geeft onderwijs over Gods wet
De Israëlieten hebben geluisterd naar Ezra. Nu doen ze een speciale belofte aan Jehovah.
VERHAAL 67
De muren van Jeruzalem
Nehemia ontdekt dat zijn vijanden Jeruzalem willen aanvallen. Waarom is hij niet bang?