Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

LIED 35

Wat is echt belangrijk?

Wat is echt belangrijk?

(Filippenzen 1:10)

  1. 1. Het valt niet mee verstandig te kiezen

    en niet je tijd te verdoen.

    Wat geeft het leven grotere waarde?

    O, leer me wat ik moet doen!

    (REFREIN)

    Leer mij, o God, waar u van houdt.

    Wat vindt u fout?

    Wat kan ik doen om gelukkig te zijn?

    Wat maakt u blij?

    Leer mij wat u echt belangrijk vindt.

  2. 2. Ik weet dat u het heel erg belangrijk vindt

    dat ik goed nieuws vertel

    aan mensen die de waarheid niet kennen

    — hun leven staat op het spel.

    (REFREIN)

    Leer mij, o God, waar u van houdt.

    Wat vindt u fout?

    Wat kan ik doen om gelukkig te zijn?

    Wat maakt u blij?

    Leer mij wat u echt belangrijk vindt.

  3. 3. U leert mij om tevreden te blijven.

    Zo’n leven geeft mij veel rust.

    Uw vrede gaat begrip ver te boven

    en stelt mijn hart steeds gerust.

    (REFREIN)

    Leer mij, o God, waar u van houdt.

    Wat vindt u fout?

    Wat kan ik doen om gelukkig te zijn?

    Wat maakt u blij?

    Leer mij wat u echt belangrijk vindt.