LIED 132
Van nu af één
-
1. Jij vult mij aan, jij staat me bij.
Ik zorg voor jou, ik maak je graag blij.
Ik ben Jehovah zo dankbaar,
jij hoort nu echt bij mij.
Wij tweeën zijn nu een gezin
als man en vrouw — een heel nieuw begin.
Twee levens samengesmolten,
wij zijn van nu af één.
Met z’n twee blijven wij trouw aan u.
Met uw hulp ontstaat een liefde die nooit vergaat.
Mijn leven lang blijf ik bij jou,
zo eer ik God en toon ik mijn trouw.
Zo laat ik iedereen weten:
ik hou met heel mijn hart van jou.
(Zie ook Gen. 29:18; Pred. 4:9, 10; 1 Kor. 13:8.)