Toen Jehovah ons maakte, gaf hij ons iets heel moois: het vermogen om te praten. Maakt het hem iets uit hoe we dat vermogen gebruiken? Absoluut! (Lees Jakobus 1:26.) Hoe kunnen we Jehovah blij maken met wat we zeggen?

1. Hoe kun je je spraakvermogen op een goede manier gebruiken?

De Bijbel zegt: ‘Blijf elkaar aanmoedigen en opbouwen’ (1 Thessalonicenzen 5:11). Ken jij personen die aanmoediging kunnen gebruiken? Wat kun je voor ze doen? Verzeker ze ervan dat je om ze geeft. Misschien kun je ze vertellen wat je aan ze waardeert. Ken je een Bijbeltekst waarmee je iemand die je kent zou kunnen aanmoedigen? Er zijn veel Bijbelteksten waaruit je kunt kiezen. Bedenk ook dat de manier waarop je iets zegt net zo’n grote impact kan hebben als de woorden die je gebruikt. Probeer dus altijd op een vriendelijke manier te praten (Spreuken 15:1).

2. Wat voor spraak moet je vermijden?

In de Bijbel staat: ‘Laat geen slecht woord uit je mond komen.’ (Lees Efeziërs 4:29.) Dat betekent dat we geen smerige taal zullen gebruiken en geen gemene of beledigende opmerkingen zullen maken waarmee we iemand zouden kwetsen. We zullen ook niet over iemand roddelen of kwaadspreken. (Lees Spreuken 16:28.)

3. Wat zal je helpen om anderen op te bouwen door wat je zegt?

Vaak blijkt uit de dingen waarover we praten, wat er echt in ons hart en onze geest leeft (Lukas 6:45). Dus moeten we moeite doen om ons op positieve dingen te focussen — dingen die rechtvaardig, eerbaar, lieflijk en prijzenswaardig zijn (Filippenzen 4:8). Om ons daarop te kunnen focussen, moeten we voorzichtig zijn welke vrienden en welk entertainment we kiezen (Spreuken 13:20). Neem de tijd om na te denken voordat je iets zegt. Sta erbij stil wat voor effect je woorden zullen hebben op anderen. In de Bijbel staat: ‘Ondoordachte woorden zijn als dolksteken, maar de tong van de wijze is genezing’ (Spreuken 12:18).

 MEER LEREN

4. Let op wat je zegt

We zeggen allemaal weleens dingen waar we later spijt van hebben (Jakobus 3:2). Lees Galaten 5:22, 23. Gespreksvragen:

• Om welke van deze eigenschappen zou je kunnen bidden om controle te krijgen over wat je zegt? Hoe kunnen die eigenschappen je helpen?

Lees 1 Korinthiërs 15:33. Gespreksvraag:

• Welk effect kunnen het entertainment en de vrienden die je kiest hebben op je taalgebruik?

Lees Prediker 3:1, 7. Gespreksvraag:

• Wanneer kan het verstandig zijn om te zwijgen of te wachten op een beter moment om iets te zeggen?

 5. Praat positief over anderen

6. Wees vriendelijk tegen je familie

 SAMENVATTING

Woorden hebben veel kracht. We moeten goed nadenken over wat we zeggen, wanneer we het zeggen en hoe we het zeggen.

Overzichtsvragen

• Op wat voor manieren kun je anderen helpen door wat je zegt?

• Wat voor manier van praten wil je vermijden?

• Wat kan je helpen om altijd op een vriendelijke en opbouwende manier te praten?