Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Gods koninkrijk — De nieuwe heerschappij over de aarde

Gods koninkrijk — De nieuwe heerschappij over de aarde

Gods koninkrijk — De nieuwe heerschappij over de aarde

„Het koninkrijk . . . zal al deze koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan.” — DANIËL 2:44.

1. Welk vertrouwen kunnen wij in de bijbel hebben?

DE BIJBEL is Gods openbaring aan mensen. De apostel Paulus schreef: „Toen gij Gods woord hebt ontvangen, hetwelk gij van ons hebt gehoord, hebt gij het niet als het woord van mensen aangenomen, maar, wat het ook inderdaad is, als het woord van God” (1 Thessalonicenzen 2:13). De bijbel bevat datgene wat wij over God moeten weten: informatie over zijn persoonlijkheid, zijn voornemens en wat hij van ons verlangt. Daarin staat de beste raad over het gezinsleven en het dagelijkse gedrag. Er worden uitvoerig profetieën in beschreven die in het verleden in vervulling gingen, thans in vervulling gaan en in de toekomst vervuld zullen worden. Ja, „de gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten, streng te onderrichten in rechtvaardigheid, opdat de mens Gods volkomen bekwaam zij, volledig toegerust voor ieder goed werk”. — 2 Timotheüs 3:16, 17.

2. Hoe heeft Jezus het thema van de bijbel beklemtoond?

2 Van het allergrootste belang in de bijbel is zijn thema: de rechtvaardiging van Gods soevereiniteit (zijn recht om te regeren) door middel van zijn hemelse koninkrijk. Jezus stelde dat centraal in zijn bediening. „Jezus [begon] te prediken en te zeggen: ’Hebt berouw, want het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen’” (Mattheüs 4:17). Hij toonde aan welke plaats het in ons leven moet innemen door erop aan te dringen: „Blijft dan eerst het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid zoeken” (Mattheüs 6:33). Ook toonde hij aan hoe belangrijk het is door zijn volgelingen te leren tot God te bidden: „Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde.” — Mattheüs 6:10.

De nieuwe heerschappij over de aarde

3. Waarom is Gods koninkrijk van onmiddellijk belang voor ons?

3 Waarom is het koninkrijk van God zo uitermate belangrijk voor mensen? Omdat het weldra tot actie zal overgaan waardoor de heerschappij over deze aarde voor eeuwig zal worden veranderd. De profetie in Daniël 2:44 zegt: „In de dagen van die koningen [die thans op aarde regeren] zal de God des hemels een koninkrijk [een regering in de hemel] oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht. En het koninkrijk zelf zal aan geen ander volk worden overgedragen. Het zal al deze koninkrijken [aardse regeringen] verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan.” Wanneer Gods hemelse koninkrijk volledig regeert, zullen mensen nooit meer over de aarde heersen. Verdeeldheid brengende en onbevredigende menselijke heerschappij zal voor eeuwig tot het verleden behoren.

4, 5. (a) Waarom is Jezus degene die het meest geschikt is om de Koning van het Koninkrijk te zijn? (b) Welke toewijzing zal Jezus in de nabije toekomst krijgen?

4 De Voornaamste Regeerder in het hemelse koninkrijk, onder Jehovah’s rechtstreekse leiding, is degene die er het meest geschikt voor is — Christus Jezus. Voordat hij naar de aarde kwam, bestond hij in de hemel als Gods „meesterwerker” en was de eerste van al Gods scheppingswerken (Spreuken 8:22-31). „Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene van heel de schepping; want door bemiddeling van hem werden alle andere dingen in de hemelen en op de aarde geschapen” (Kolossenzen 1:15, 16). En toen Jezus door God naar de aarde werd gezonden, deed hij te allen tijde Gods wil. Hij verduurde de moeilijkste beproevingen en stierf getrouw aan zijn Vader. — Johannes 4:34; 15:10.

5 Jezus werd ervoor beloond dat hij zich zelfs tot de dood loyaal aan God had betoond. God wekte hem tot hemels leven op en gaf hem het recht om Koning van het hemelse koninkrijk te zijn (Handelingen 2:32-36). Als Koning van het Koninkrijk zal Christus Jezus de ontzagwekkende toewijzing van God hebben om myriaden machtige geestelijke schepselen erin aan te voeren menselijke heerschappij van de aarde te verwijderen en onze aardbol van alle goddeloosheid te ontdoen (Spreuken 2:21, 22; 2 Thessalonicenzen 1:6-9; Openbaring 19:11-21; 20:1-3). Vervolgens zal Gods hemelse koninkrijk onder Christus de nieuwe regeringsautoriteit zijn, de enige regering over de gehele aarde. — Openbaring 11:15.

6. Wat voor regering kunnen wij van de Koning van het Koninkrijk verwachten?

6 Gods Woord zegt over de nieuwe Heerser over de aarde: „Hem werd heerschappij en waardigheid en een koninkrijk gegeven, opdat de volken, nationale groepen en talen alle hèm zouden dienen” (Daniël 7:14). Omdat Jezus Gods liefde zal navolgen, zal de vrede en het geluk onder zijn heerschappij groot zijn (Mattheüs 5:5; Johannes 3:16; 1 Johannes 4:7-10). „Aan de toename van zijn regering en aan vrede zal geen einde zijn, . . . om haar hoog te houden met gerechtigheid en rechtvaardigheid” (Jesaja 9:7, Revised Standard Version). Wat een zegen zal het zijn een Heerser te hebben die met liefde, gerechtigheid en rechtvaardigheid regeert! Bijgevolg voorzegt 2 Petrus 3:13: „Er zijn nieuwe hemelen [Gods hemelse koninkrijk] en een nieuwe aarde [een nieuwe aardse mensenmaatschappij], die wij overeenkomstig zijn belofte verwachten, en daarin zal rechtvaardigheid wonen.”

7. Hoe gaat Mattheüs 24:14 in deze tijd in vervulling?

7 Gods koninkrijk is beslist het allerbeste nieuws voor allen die liefhebben wat juist is. Daarom voorzei Jezus als een onderdeel van het teken dat wij thans in „de laatste dagen” van dit goddeloze samenstel leven: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen” (2 Timotheüs 3:1-5; Mattheüs 24:14). Die profetie gaat thans in vervulling, nu ongeveer zes miljoen Getuigen van Jehovah in 234 landen er meer dan een miljard uur per jaar aan besteden om anderen over Gods koninkrijk te vertellen. Elk van hun plaatsen van aanbidding voor zo’n 90.000 gemeenten over de hele wereld wordt terecht een Koninkrijkszaal genoemd. Daar worden mensen over de komende nieuwe regering onderwezen.

Mederegeerders

8, 9. (a) Waar komen Christus’ mederegeerders vandaan? (b) Welk vertrouwen kunnen wij in de heerschappij van de Koning en zijn mederegeerders stellen?

8 Er zullen mederegeerders met Christus Jezus in Gods hemelse koninkrijk zijn. Volgens Openbaring 14:1-4 zouden 144.000 personen „uit het midden van de mensen gekocht” en tot hemels leven opgewekt worden. Hiertoe behoren mannen en vrouwen die, in plaats van gediend te worden, nederig God en medemensen dienden. „Zij zullen priesters van God en van de Christus zijn en zullen de duizend jaar met hem als koningen regeren” (Openbaring 20:6). Zij zijn veel geringer in aantal dan de „grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natiën en stammen en volken en talen” waarvan de leden het einde van dit samenstel zullen overleven. Ook dezen verrichten „dag en nacht heilige dienst” voor God, maar zij hebben geen hemelse roeping (Openbaring 7:9, 15). Zij vormen de kern van de nieuwe aarde als onderdanen van Gods hemelse koninkrijk. — Psalm 37:29; Johannes 10:16.

9 Bij het uitkiezen van degenen die met Christus in de hemel zouden regeren, koos Jehovah getrouwe mensen die het leven met al zijn problemen hadden meegemaakt. Er is vrijwel niets wat mensen hebben meegemaakt dat deze koning-priesters niet eveneens hebben ervaren. Dat zij op aarde hebben geleefd, zal dus hun bekwaamheid vergroten om over mensen te regeren. Zelfs Jezus heeft „gehoorzaamheid geleerd uit de dingen die hij heeft geleden” (Hebreeën 5:8). De apostel Paulus zei over hem: „Wij hebben als hogepriester niet iemand die geen medegevoel kan hebben met onze zwakheden, maar iemand die evenals wij in alle opzichten op de proef is gesteld, maar zonder zonde” (Hebreeën 4:15). Wat is het vertroostend te weten dat mensen in Gods rechtvaardige nieuwe wereld door liefdevolle, meevoelende koningen en priesters geregeerd zullen worden!

Lag het Koninkrijk in Gods voornemen besloten?

10. Waarom maakte het koninkrijk der hemelen geen deel uit van Gods oorspronkelijke voornemen?

10 Maakte het hemelse koninkrijk deel uit van Gods oorspronkelijke voornemen toen hij Adam en Eva schiep? In het scheppingsverslag van Genesis wordt geen melding gemaakt van een koninkrijk dat over de mensheid zou heersen. Jehovah was hun Heerser, en zolang zij hem gehoorzaamden, bestond er geen noodzaak voor enige andere heerschappij. Uit Genesis hoofdstuk 1 blijkt dat Jehovah, waarschijnlijk door bemiddeling van zijn eerstgeboren hemelse Zoon, bemoeienissen had met Adam en Eva. Het verslag gebruikt uitdrukkingen als „God zei tot hen” en „Verder zei God” tot hen. — Genesis 1:28, 29; Johannes 1:1.

11. Welk volmaakte begin kreeg de mensheid?

11 De bijbel zegt: „God [zag] alles wat hij gemaakt had en zie! het was zeer goed” (Genesis 1:31). Alles in de tuin van Eden was absoluut volmaakt. Adam en Eva leefden in een paradijs. Zij bezaten een volmaakte geest en een volmaakt lichaam. Zij konden met hun Maker communiceren en hij met hen. En door getrouw te blijven, zouden zij volmaakte kinderen krijgen. Er zou geen noodzaak voor een nieuwe hemelse regering zijn geweest.

12, 13. Waarom zou God, naarmate de volmaakte mensheid in aantal toenam, nog steeds in staat geweest zijn met hen te communiceren?

12 Hoe zou God, naarmate de menselijke familie in aantal toenam, met hen allen communiceren? Beschouw de sterren des hemels eens. Ze zijn bijeengebracht in eiland-heelallen, sterrenstelsels genoemd. Sommige sterrenstelsels bevatten een miljard sterren. Andere bevatten wel een biljoen sterren. En geleerden schatten dat er ongeveer honderd miljard sterrenstelsels in het waarneembare heelal zijn! Toch zegt de Schepper: „Heft uw ogen naar omhoog en ziet. Wie heeft deze dingen geschapen? Het is Degene die het heerleger daarvan zelfs naar het getal uitleidt, ze alle zelfs bij name roept. Vanwege de overvloed van dynamische energie, en omdat hij sterk is in kracht, ontbreekt er niet één aan.” — Jesaja 40:26.

13 Aangezien God het oog kan houden op al deze hemellichamen, zou het voor hem beslist geen probleem zijn een veel kleiner aantal mensen te blijven volgen. Zelfs thans bidden miljoenen van zijn dienstknechten dagelijks tot hem. Die gebeden bereiken God ogenblikkelijk. Met alle volmaakte mensen communiceren zou dus geen probleem voor hem gevormd hebben. Hij zou geen hemels koninkrijk nodig hebben gehad om te weten hoe het hun verging. Wat een schitterende regeling — Jehovah als Heerser te hebben, rechtstreeks toegang tot hem te hebben en het vooruitzicht te hebben nooit te sterven en voor eeuwig op een paradijsaarde te leven!

„Het staat niet aan een man . . .”

14. Waarom zullen mensen Jehovah’s heerschappij voor altijd nodig hebben?

14 Maar mensen — zelfs volmaakte mensen — zouden voor eeuwig Jehovah’s heerschappij nodig hebben. Waarom? Omdat Jehovah hen niet geschapen heeft met het vermogen zichzelf met succes onafhankelijk van zijn heerschappij te besturen. Dat is een wet van de mensheid, zoals de profeet Jeremia erkende: „Ik weet heel goed, o Jehovah, dat het niet aan de aardse mens is zijn weg te bepalen. Het staat niet aan een man die wandelt, zelfs maar zijn schrede te richten. Corrigeer mij, o Jehovah” (Jeremia 10:23, 24). Het zou voor mensen dwaas zijn te denken dat zij met succes de maatschappij zouden kunnen reguleren zonder dat Jehovah over hen zou heersen. Het zou in strijd zijn met de wijze waarop zij waren gemaakt. Onafhankelijkheid van Jehovah’s heerschappij zou zonder mankeren tot zelfzucht, haat, wreedheid, gewelddaad, oorlogen en de dood leiden. ’De ene mens zou over de andere mens heersen tot diens nadeel.’ — Prediker 8:9.

15. Welke gevolgen had de slechte keuze die onze eerste ouders deden?

15 Droevig genoeg besloten onze eerste ouders dat zij God als hun Regeerder niet nodig hadden en verkozen zij het onafhankelijk van hem te leven. Als gevolg daarvan hield God hun volmaaktheid niet langer in stand. Zij waren nu als een elektrisch apparaat dat van zijn krachtbron is afgesneden. Na verloop van tijd zouden zij dus langzamer gaan lopen en tot stilstand komen — in de dood. Zij werden als een gietvorm met gebreken en die toestand was alles wat zij aan hun nakomelingen konden doorgeven (Romeinen 5:12). „De Rots [Jehovah], volmaakt is zijn activiteit, want al zijn wegen zijn gerechtigheid. . . . Zij hebben van hùn zijde verderfelijk gehandeld; zij zijn zijn kinderen niet, het gebrek ligt bij henzelf” (Deuteronomium 32:4, 5). Adam en Eva werden weliswaar beïnvloed door het opstandige geestelijke schepsel dat Satan werd, maar zij bezaten een volmaakte geest en hadden zijn verkeerde suggesties kunnen verwerpen. — Genesis 3:1-19; Jakobus 4:7.

16. Hoe getuigt de geschiedenis van de gevolgen van onafhankelijkheid van God?

16 De geschiedenis getuigt overvloedig van de gevolgen van onafhankelijkheid van God. Duizenden jaren lang hebben mensen elke menselijke regeringsvorm, elk economisch en sociaal stelsel uitgeprobeerd. Toch blijft goddeloosheid „van kwaad tot erger voortgaan” (2 Timotheüs 3:13). De twintigste eeuw heeft dat bewezen. Ze was vol van boosaardige vijandschappen en meer gewelddaad, oorlogvoering, honger, armoede en lijden dan in enige andere tijd in de geschiedenis. En ongeacht welke vooruitgang op medisch gebied is geboekt, vroeg of laat sterft iedereen (Prediker 9:5, 10). Door te trachten hun eigen schreden te richten, hebben mensen toegelaten dat zij zelf een prooi van Satan en zijn demonen zijn geworden, en dat heeft zulke ernstige vormen aangenomen dat de bijbel Satan „de god van dit samenstel van dingen” noemt. — 2 Korinthiërs 4:4.

De gave van de vrije wil

17. Hoe moest Gods gave van de vrije wil worden gebruikt?

17 Waarom zou Jehovah mensen hun eigen gang laten gaan? Omdat hij hen geschapen heeft met de schitterende gave van de vrije wil, het vermogen een vrije keuze te doen. „Waar de geest van Jehovah is, daar is vrijheid”, zei de apostel Paulus (2 Korinthiërs 3:17). Niemand wil een robot zijn doordat elke seconde van de dag iemand anders voor hem beslist wat hij zal zeggen en doen. Maar Jehovah verlangde van mensen dat zij die gave van de vrije wil op verantwoorde wijze gebruiken, inzien dat het verstandig is om zijn wil te doen en aan hem onderworpen te blijven (Galaten 5:13). Vrijheid zou dus niet absoluut zijn, aangezien dat tot anarchie zou leiden. Ze moest gereguleerd worden binnen de grenzen van Gods weldadige wetten.

18. Wat heeft God getoond door de mens toe te staan zijn vrije keuze aan te wenden?

18 Door de menselijke familie haar eigen weg te laten gaan, heeft God eens voor altijd aangetoond dat wij zijn heerschappij nodig hebben. Zijn wijze van regeren, zijn soevereiniteit, is de enige juiste weg. Ze leidt tot het grootste geluk, alsook tot de grootste tevredenheid en voorspoed. Dit komt omdat onze geest en ons lichaam door Jehovah werden ontworpen om optimaal te functioneren indien ze in overeenstemming met zijn wetten zouden zijn. „Ik, Jehovah, ben uw God, die u leert uzelf baat te verschaffen, die u doet treden op de weg die gij dient te bewandelen” (Jesaja 48:17). Vrije keuze binnen de grenzen van Gods wetten zou geen drukkende last zijn, maar zou leiden tot een heerlijke verscheidenheid van voedsel, huizen, kunstbeoefening en muziek. Wanneer de vrije wil op juiste wijze was aangewend, zou ze geresulteerd hebben in een schitterend, altijd fascinerend leven op een paradijsaarde.

19. Van welk werktuig bedient God zich om mensen met zich te verzoenen?

19 Maar wegens hun verkeerde keuze vervreemdden mensen zich van Jehovah, werden onvolmaakt, degenereerden en stierven. Zij moesten dus losgekocht worden van die droevige toestand en teruggebracht in een juiste verhouding tot God als zijn zonen en dochters. Het werktuig dat God verkoos om dit tot stand te brengen, is het Koninkrijk, en de Verlosser is Jezus Christus (Johannes 3:16). Door middel van deze regeling zullen personen die oprecht berouw hebben — net als de verloren zoon uit Jezus’ illustratie — met God verzoend en door hem weer als zijn kinderen aangenomen worden. — Lukas 15:11-24; Romeinen 8:21; 2 Korinthiërs 6:18.

20. Hoe wordt Gods voornemen verwezenlijkt door het Koninkrijk?

20 Zonder mankeren zal Jehovah’s wil op aarde volbracht worden (Jesaja 14:24, 27; 55:11). Door middel van zijn koninkrijk onder Christus zal God zijn recht om onze Soeverein te zijn volledig rechtvaardigen (bewijzen). Het Koninkrijk zal een eind maken aan menselijke en demonische heerschappij over deze aarde waarna alleen dit koninkrijk vanuit de hemel duizend jaar lang zal regeren (Romeinen 16:20; Openbaring 20:1-6). Maar hoe zal de superioriteit van Jehovah’s manier van regeren gedurende die tijd worden gedemonstreerd? En welke rol zal het Koninkrijk na de duizend jaar vervullen? Het volgende artikel zal deze vragen beschouwen.

Punten ter herhaling

• Wat is het thema van de bijbel?

• Wie vormen de nieuwe heerschappij over de aarde?

• Waarom kan menselijke regering onafhankelijk van God nooit succesvol zijn?

• Hoe moet de vrije wil worden aangewend?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 10]

Jezus’ leer beklemtoonde Gods heerschappij door middel van het Koninkrijk

[Illustraties op blz. 12]

In elk land maken Jehovah’s Getuigen het Koninkrijk tot hun belangrijkste leer

[Illustraties op blz. 14]

De geschiedenis getuigt van de slechte gevolgen waartoe onafhankelijkheid van God leidt

[Verantwoording]

WWI soldiers: U.S. National Archives photo; concentration camp: Oświęcim Museum; child: UN PHOTO 186156/J. Isaac