Jongeren, streef doelen na die God eren
Jongeren, streef doelen na die God eren
’Oefen je met godvruchtige toewijding als je doel.’ — 1 TIMOTHEÜS 4:7.
1, 2. (a) Waarom prees Paulus Timotheüs? (b) Hoe ’oefenen’ jongeren in deze tijd ’zich met godvruchtige toewijding als hun doel’?
’IK HEB niemand anders van gelijke gezindheid als hij, die echt zorg zal dragen voor de dingen die u betreffen. Hij heeft, gelijk een kind met een vader, met mij als een slaaf gediend ter bevordering van het goede nieuws’ (Filippenzen 2:20, 22). Dit welgemeende compliment van de apostel Paulus staat in zijn brief aan de eerste-eeuwse christenen in Filippi. Over wie had hij het? Over Timotheüs, zijn jongere reisgenoot. Je kunt je wel voorstellen dat het Timotheüs heel veel gedaan moet hebben die woorden te horen, waaruit Paulus’ genegenheid en vertrouwen bleek!
2 Geestelijk gezinde jongeren zoals Timotheüs zijn voor Jehovah’s volk altijd waardevol geweest (Psalm 110:3). In deze tijd is Gods organisatie gezegend met veel jonge mensen die als pionier, zendeling, bouwvrijwilliger of Betheliet dienen. En ook de jonge Getuigen die ijverig deelnemen aan gemeenteactiviteiten terwijl ze daarnaast nog andere verantwoordelijkheden hebben, verdienen beslist een compliment. Zulke jongeren kunnen je vertellen dat het diepe voldoening geeft doelen na te streven die onze hemelse Vader, Jehovah, eren. Er kan echt van hen gezegd worden dat ze ’zich oefenen met godvruchtige toewijding als hun doel’. — 1 Timotheüs 4:7, 8.
3. Welke vragen zullen in dit artikel besproken worden?
3 Heb jij als jongere specifieke geestelijke doelen die je probeert te bereiken? Waar kun je hulp en aanmoediging vinden om je zulke doelen te stellen? Hoe kun je de druk van deze materialistische wereld weerstaan? Welke zegeningen kun je verwachten als je doelen nastreeft die God eren? Laten we voor het antwoord op die vragen het leven en de loopbaan van Timotheüs eens bekijken.
Timotheüs’ achtergrond
4. Vertel in het kort hoe Timotheüs’ christelijke loopbaan eruitzag.
4 Timotheüs groeide op in Lystra, een plaats in de Romeinse provincie Galatië. Hij kwam waarschijnlijk als tiener met het christendom in aanraking toen Paulus rond het jaar 47 in Lystra predikte. Timotheüs bouwde al snel een uitstekende reputatie op bij de plaatselijke broeders. Toen Paulus twee jaar later naar Lystra terugkeerde en hoorde welke vorderingen Timotheüs had gemaakt, koos hij hem uit om met hem mee te gaan op zijn zendingsreizen (Handelingen 14:5-20; 16:1-3). Naarmate Timotheüs meer ervaring kreeg, werden hem nog grotere verantwoordelijkheden toevertrouwd; zo werd hij soms speciaal ergens heen gestuurd om de broeders en zusters te sterken. Toen Paulus omstreeks 65 vanuit de gevangenis in Rome aan Timotheüs schreef, diende die als ouderling in Efeze.
5. Welke twee factoren droegen volgens 2 Timotheüs 3:14, 15 bij tot Timotheüs’ beslissing om geestelijke doelen na te streven?
5 Timotheüs koos er duidelijk voor geestelijke doelen na te streven. Waarom maakte hij die keus? In zijn tweede brief aan Timotheüs noemde Paulus twee doorslaggevende factoren. ’Blijf in de dingen die je hebt geleerd en waarin je door overtuiging bent gaan geloven,’ schreef hij, ’daar je weet van welke personen je ze hebt geleerd en dat je van jongs af aan de heilige geschriften hebt gekend’ (2 Timotheüs 3:14, 15). Laten we eerst eens zien welke rol medechristenen speelden in Timotheüs’ keuzes.
Doe je voordeel met positieve invloeden
6. Welke opleiding kreeg Timotheüs, en wat deed hij ermee?
6 Timotheüs groeide op in een religieus verdeeld gezin. Zijn vader was een Griek, terwijl zijn moeder, Eunice, en zijn oma, Loïs, van Joodse afkomst waren (Handelingen 16:1). Eunice en Loïs onderwezen Timotheüs vanaf zijn vroegste jeugd waarheden uit de Hebreeuwse Geschriften. Nadat ze tot het christendom bekeerd waren, hebben hun overtuigende argumenten er ongetwijfeld toe bijgedragen dat hij geloof ging stellen in christelijke leerstellingen. Blijkbaar deed Timotheüs zijn voordeel met die uitstekende opleiding, want Paulus merkte op: „Ik denk vaak aan het oprechte geloof dat je grootmoeder Loïs en je moeder Eunike hadden en dat — daarvan ben ik overtuigd — jij nu ook hebt.” — 2 Timotheüs 1:5, De Nieuwe Bijbelvertaling.
7. Waarmee boffen veel jongeren, en hoe kunnen ze daar hun voordeel mee doen?
7 In deze tijd boffen veel jongeren dat ze godvrezende ouders en grootouders hebben die, net als Loïs en Eunice, het belang van geestelijke doelen inzien. Samira bijvoorbeeld herinnert zich nog de lange gesprekken die ze als tiener met haar ouders had. „Mijn vader en moeder leerden me de dingen vanuit Jehovah’s standpunt te bezien en de prediking op de eerste plaats te stellen. Ze motiveerden me altijd om naar de volletijddienst te streven.” Samira reageerde positief op de aanmoediging van haar ouders en heeft nu het voorrecht een lid van de Bethelfamilie in haar land te zijn. Als jouw ouders je aanmoedigen je op geestelijke doelen te concentreren, denk dan goed na over hun raad. Ze hebben het beste met je voor. — Spreuken 1:5.
8. Hoe trok Timotheüs voordeel van opbouwende christelijke omgang?
8 Het is ook belangrijk dat je opbouwende omgang zoekt onder je broeders en zusters. Timotheüs kweekte een goede band aan met de ouderlingen in zijn eigen gemeente en die in Ikonium, dat een kilometer of dertig verderop lag (Handelingen 16:1, 2). Hij bouwde een hechte vriendschap op met Paulus, een dynamische persoonlijkheid (Filippenzen 3:14). Uit Paulus’ brieven blijkt dat Timotheüs openstond voor raad en er snel bij was om voorbeelden van geloof na te volgen (1 Korinthiërs 4:17; 1 Timotheüs 4:6, 12-16). Paulus schreef: ’Jij hebt mij nauwgezet gevolgd in mijn leer, mijn levenswandel, mijn voornemen, mijn geloof, mijn lankmoedigheid, mijn liefde, mijn volharding’ (2 Timotheüs 3:10). Timotheüs volgde inderdaad trouw Paulus’ voorbeeld. Als jij veel omgaat met personen in de gemeente die geestelijk sterk zijn, zul je net als hij geholpen worden je goede geestelijke doelen te stellen. — 2 Timotheüs 2:20-22.
Maak een studie van „de heilige geschriften”
9. Wat moet je, behalve de juiste omgang kiezen, nog meer doen om ’je te oefenen met godvruchtige toewijding als je doel’?
9 Als je geestelijke doelen wilt bereiken, is het dan voldoende als je juiste omgang kiest? Nee, je moet net als Timotheüs een grondige studie maken van „de heilige geschriften”. Studeren is misschien niet je hobby, maar bedenk dat Timotheüs zich moest ’oefenen met godvruchtige toewijding als zijn doel’. Sporters moeten vaak maandenlang hard trainen of oefenen om hun doel te bereiken. Zo is het ook met geestelijke doelen: om ze te bereiken moet je offers brengen en oprecht moeite doen (1 Timotheüs 4:7, 8, 10, vtn.). Maar misschien vraag je je af: hoe kan een studie van de Bijbel me nu helpen mijn doelen te bereiken? Laten we eens bij drie manieren stilstaan.
10, 11. Waarom zal de Bijbel je motiveren om geestelijke doelen na te streven? Geef een voorbeeld.
10 Allereerst geeft de Bijbel je de juiste motivatie. We leren over de schitterende persoonlijkheid van onze hemelse Vader, zijn ultieme daad van liefde voor ons en de eeuwige zegeningen die hij zijn trouwe aanbidders in het vooruitzicht stelt (Amos 3:7; Johannes 3:16; Romeinen 15:4). Naarmate je meer over Jehovah te weten komt, zal je liefde voor hem groeien en daarmee je verlangen je leven aan hem op te dragen.
11 Veel jonge christenen zeggen dat ze zich zonder regelmatige persoonlijke Bijbelstudie nooit de waarheid eigen zouden hebben gemaakt. Adele bijvoorbeeld groeide op in een christelijk gezin, maar had zich nooit ook maar één geestelijk doel gesteld. „Mijn ouders namen me mee naar de Koninkrijkszaal, maar ik deed niet aan persoonlijke studie en ook zat ik tijdens de vergaderingen niet op te letten.” Nadat haar zus was gedoopt, ging Adele de waarheid serieuzer nemen. „Ik ben de hele Bijbel gaan lezen. Ik las telkens een stukje en schreef dan een commentaar over wat ik net gelezen had. Ik heb al mijn aantekeningen nog. Na een jaar had ik de Bijbel uit.” Adele werd erdoor gemotiveerd haar leven aan Jehovah op te dragen. Ondanks een ernstige lichamelijke handicap is ze nu in de pioniersdienst.
12, 13. (a) Welke veranderingen kan een jongere door een studie van de Bijbel aanbrengen, en hoe? (b) Geef voorbeelden van de praktische wijsheid waar de Bijbel vol van staat.
12 Ten tweede zal de Bijbel je helpen de nodige veranderingen in je persoonlijkheid aan te brengen. Paulus zei tegen Timotheüs dat „de heilige geschriften” nuttig zijn „om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten, streng te onderrichten in rechtvaardigheid, opdat de mens Gods volkomen bekwaam zij, volledig toegerust voor ieder goed werk” (2 Timotheüs 3:16, 17). Door regelmatig te mediteren over dingen die met Gods Woord verband houden en door Bijbelse beginselen toe te passen, zul je je persoonlijkheid door Gods geest laten bijschaven. Dankzij die geest zul je belangrijke eigenschappen kunnen ontwikkelen, zoals nederigheid, volharding, ijver en oprechte liefde voor medechristenen (1 Timotheüs 4:15). Timotheüs had die eigenschappen en dat maakte hem zowel voor Paulus als voor de gemeenten die hij diende waardevol. — Filippenzen 2:20-22.
13 Ten derde staat Gods Woord vol praktische wijsheid (Psalm 1:1-3; 19:7; 2 Timotheüs 2:7; 3:15). Je zult erdoor geholpen worden de juiste vrienden te kiezen, goede ontspanning te zoeken en talloze andere situaties verstandig aan te pakken (Genesis 34:1, 2; Psalm 119:37; 1 Korinthiërs 7:36). Wil je geestelijke doelen bereiken, dan moet je nu verstandige beslissingen nemen.
„Strijd de voortreffelijke strijd”
14. Waarom is geestelijke doelen nastreven niet het makkelijkste wat je kunt doen?
14 Je in de eerste plaats concentreren op doelen die Jehovah eren, mag dan het verstandigste zijn wat je kunt doen, het is zeker niet het makkelijkste. Zo krijg je als je voor de keus staat wat je met je leven gaat doen, misschien te maken met druk van familieleden, leeftijdgenoten en goedbedoelende leerkrachten die geloven dat een hogere opleiding en een baan waarmee je veel geld kunt verdienen de sleutel zijn tot succes en geluk (Romeinen 12:2). Net als Timotheüs zul je ’de voortreffelijke strijd van het geloof moeten strijden’ om „het eeuwige leven” dat Jehovah je in het vooruitzicht stelt, ’stevig vast te kunnen grijpen’. — 1 Timotheüs 6:12; 2 Timotheüs 3:12.
15. Met welke tegenstand kreeg Timotheüs waarschijnlijk te maken?
15 Als ongelovige familieleden het niet eens zijn met je keuzes, kan dat extra moeilijk zijn. Het is heel goed mogelijk dat Timotheüs met zulke tegenstand te maken kreeg. Volgens een naslagwerk behoorde Timotheüs’ familie vermoedelijk „tot de ontwikkelden en rijken”. Zijn vader had waarschijnlijk verwacht dat hij een hogere opleiding zou volgen en het familiebedrijf zou overnemen. * Stel je de reactie van Timotheüs’ vader eens voor toen hij te horen kreeg dat Timotheüs ondanks de gevaren en financiële onzekerheden liever met Paulus de zendingsdienst inging!
16. Hoe ging een jongere met de tegenstand van zijn vader om?
16 Jonge christenen in deze tijd krijgen met dezelfde problemen te maken. Matthew, die op een bijkantoor van Jehovah’s Getuigen dient, vertelt: „Toen ik in de pioniersdienst ging, was mijn vader heel erg teleurgesteld. Volgens hem was het zonde van mijn opleiding dat ik schoonmaakwerk ging doen om te kunnen pionieren. Hij maakte voortdurend smalende opmerkingen en herinnerde me er telkens aan hoeveel ik zou kunnen verdienen als ik hele dagen werkte.” Hoe ging Matthew daarmee om? „Ik hield me aan mijn Bijbelleesschema en bad voortdurend, vooral op momenten waarop ik makkelijk mijn zelfbeheersing had kunnen verliezen.” Matthews vastbeslotenheid werd beloond. Uiteindelijk verbeterde de verstandhouding met zijn vader. Matthew heeft ook een hechtere band met Jehovah gekregen. „Ik heb gemerkt hoe Jehovah voor me heeft gezorgd, me heeft aangemoedigd en me voor verkeerde beslissingen heeft behoed”, zegt Matthew. „Ik zou dat allemaal niet ervaren hebben als ik geen geestelijke doelen had nagestreefd.”
Blijf je op geestelijke doelen concentreren
17. Hoe kunnen sommigen anderen die in de volletijddienst willen gaan, onbedoeld ontmoedigen? (Mattheüs 16:22)
17 Zelfs medegelovigen kunnen je onbedoeld ontmoedigen om geestelijke doelen na te streven. Sommige zeggen misschien: „Waarom zou je gaan pionieren? Je kunt een normaal leven leiden en evengoed in de velddienst gaan. Zorg dat je een goede baan krijgt, dan heb je tenminste financiële zekerheid.” Dat klinkt misschien verstandig, maar zou je je echt ’oefenen met godvruchtige toewijding als je doel’ als je die raad opvolgt?
18, 19. (a) Hoe kun je geestelijke doelen voor ogen blijven houden? (b) Vertel welke offers jij als jongere voor het Koninkrijk brengt.
18 In Timotheüs’ tijd dachten sommige christenen kennelijk ook zo (1 Timotheüs 6:17). Om Timotheüs te helpen geestelijke doelen voor ogen te houden, moedigde Paulus hem aan met de woorden: „Niemand die als soldaat dient, verwikkelt zich in de zakelijke bezigheden van het leven, opdat hij de goedkeuring moge verwerven van degene die hem als soldaat in dienst heeft genomen” (2 Timotheüs 2:4). Een soldaat in actieve dienst kan het zich niet permitteren zich te laten afleiden door bezigheden uit het burgerleven. Hij moet voortdurend klaarstaan om de bevelen van zijn meerdere uit te voeren; zijn eigen leven en dat van anderen hangt daarvan af. Als soldaat van Christus moet je je net zo op je taak concentreren en het vermijden in onnodige materiële bezigheden verstrikt te raken die je ervan af kunnen houden je levensreddende bediening ’ten volle te volbrengen’. — Mattheüs 6:24; 1 Timotheüs 4:16; 2 Timotheüs 4:2, 5.
19 Werk aan een zelfopofferende instelling in plaats van een comfortabel leventje na te streven. „Wees als soldaat in het leger van Christus Jezus bereid het zonder de dingen te stellen die het leven aangenaam maken” (2 Timotheüs 2:3, The English Bible in Basic English). Door zijn omgang met Paulus leerde Timotheüs het geheim om zelfs in de moeilijkste omstandigheden tevreden te zijn (Filippenzen 4:11, 12; 1 Timotheüs 6:6-8). Dat kun jij ook leren. Ben je bereid offers te brengen voor het Koninkrijk?
Zegeningen nu en in de toekomst
20, 21. (a) Beschrijf enkele van de zegeningen die je ontvangt als je geestelijke doelen nastreeft. (b) Wat heb je je vast voorgenomen?
20 Timotheüs werkte zo’n vijftien jaar nauw met Paulus samen. Hij zag met eigen ogen hoe er nieuwe gemeenten werden opgericht terwijl het goede nieuws zich in bijna het hele noordelijke Middellandse Zeegebied verbreidde. Hij zou nooit zo’n interessant en voldoening gevend leven hebben gehad als hij ervoor had gekozen een ’normaal’ leven te leiden. Door geestelijke doelen na te streven, zal ook jij schitterende geestelijke zegeningen ontvangen. Je zult een goede band met Jehovah krijgen en de liefde en het respect van medechristenen winnen. In plaats van de pijn en frustratie die het najagen van materiële rijkdom met zich meebrengt, zul je het echte geluk ervaren dat het gevolg is van onzelfzuchtig geven. En wat meer is, je zult „het werkelijke leven” — eeuwig leven in een aards paradijs — ’stevig vastgrijpen’. — 1 Timotheüs 6:9, 10, 17-19; Handelingen 20:35.
21 We willen je daarom van harte aanmoedigen om, als je dat niet al gedaan hebt, er nu direct een begin mee te maken ’je te oefenen met godvruchtige toewijding als je doel’. Bouw een goede band op met personen in de gemeente die je kunnen helpen geestelijke doelen te stellen en vraag hun om advies. Zet geregelde persoonlijke studie van Gods Woord boven aan je prioriteitenlijst. Neem je vast voor de materialistische geest van deze wereld te weerstaan. En vergeet nooit dat de God „die ons alle dingen rijkelijk verschaft om ervan te genieten”, je nu en in de toekomst rijke zegeningen belooft als je jezelf doelen stelt die hem eren. — 1 Timotheüs 6:17.
[Voetnoot]
^ ¶15 De Grieken hechtten veel waarde aan opleiding. Plutarchus, een tijdgenoot van Timotheüs, schreef: „Een juiste opvoeding is de bron en de wortel van alle deugdelijke eigenschappen. . . . Samenvattend beweer ik . . . dat een ernstige opvoeding en goed onderricht . . . het middel en instrument zijn tot het verkrijgen van voortreffelijkheid en geluk. De andere goederen immers zijn vergankelijk, gering en niet waard om nagestreefd te worden.” — Moralia, „Over de opvoeding der kinderen”.
Overzichtsvragen
• Waar kunnen jongeren hulp vinden om zich geestelijke doelen te stellen?
• Waarom is een diepgaande studie van de Bijbel zo belangrijk?
• Hoe kunnen jongeren de materialistische invloed van deze wereld weerstaan?
• Tot welke zegeningen leidt het als je geestelijke doelen nastreeft?
[Studievragen]
[Illustratie op blz. 24]
Timotheüs streefde waardevolle doelen na
[Illustraties op blz. 25]
Welke positieve invloeden waren een hulp voor Timotheüs?
[Illustraties op blz. 26]
Streef jij geestelijke doelen na?