Jehovah verdient onze eensgezinde lof

„Looft Jah!” — PSALM 111:1.

1, 2. Wat betekent Hallelujah, en hoe wordt dit woord in de christelijke Griekse Geschriften gebruikt?

„HALLELUJAH!” Die uitroep wordt vaak in de kerken van de christenheid gehoord. Sommige mensen doorspekken hun dagelijkse gesprekken ermee. Er zijn echter maar weinig mensen die de heilige betekenis ervan kennen, en de leefstijl van velen die het woord gebruiken, strekt God tot oneer (Tit. 1:16). „Hallelujah”, zo legt een Bijbels woordenboek uit, is een „woord dat de schrijvers van een aantal psalmen gebruiken om iedereen uit te nodigen samen met hen Jehovah te loven”. Verscheidene Bijbelgeleerden wijzen er zelfs op dat Hallelujah „’Looft Jah’, [dat wil zeggen] Jehovah”, betekent.

² Het is begrijpelijk dat in de Nieuwe-Wereldvertaling de uitdrukking in Psalm 111:1 wordt weergegeven met „Looft Jah!” Een Griekse vorm van die uitdrukking komt vier keer voor in Openbaring 19:1-6 als juichkreet na de ondergang van de valse religie. Als het zover is, zullen ware aanbidders een speciale reden hebben om het woord „Hallelujah” vol respect te gebruiken.

Zijn grote werken

3. Wat is het voornaamste doel waarvoor we regelmatig bijeenkomen?

³ De componist van Psalm 111 vermeldt veel redenen waarom Jehovah onze eensgezinde lof alleszins verdient. Vers 1 zegt: „Ik zal Jehovah prijzen met heel mijn hart in de intieme groep der oprechten en de vergadering.” Jehovah’s hedendaagse Getuigen denken er net zo over. Het voornaamste doel waarvoor we regelmatig bijeenkomen, zowel in plaatselijke gemeenten als op grote vergaderingen, is Jehovah te loven.

4. In welke zin kunnen mensen zoeken naar Jehovah’s werken?

⁴ „De werken van Jehovah zijn groot, gezocht door allen die er behagen in scheppen” (Ps. 111:2). Let eens op het woord „gezocht”. Volgens een naslagwerk kan het vers slaan op mensen die Gods werken tot „het onderwerp van serieuze en vrome meditatie en studie” maken. Jehovah’s scheppingswerken dienen menig schitterend doel. Hij heeft de zon, de aarde en de maan een plaats toebedeeld, in de juiste verhouding tot elkaar, zodat onze aarde van warmte en licht voorzien wordt, en dag en nacht, seizoenen en getijden kent.

5. Wat wordt duidelijk doordat men nu zo veel meer van het heelal begrijpt?

⁵ Wetenschappers hebben heel wat ontdekt over de positie van de aarde in ons zonnestelsel en over de volmaakte baan, afmetingen en massa van onze grote maan. De locatie en de onderlinge samenhang van deze hemellichamen  maken de prachtige en regelmatige seizoensveranderingen mogelijk. Men is ook veel te weten gekomen over de fijnafstemming van de natuurkrachten in het heelal. Dr. Walter L. Bradley, hoogleraar werktuigbouwkunde, merkte dan ook op: „Het is heel goed te begrijpen waarom zo veel wetenschappers de afgelopen dertig jaar van mening zijn veranderd. Ze zijn het ermee eens dat het heel wat geloof vergt om te geloven dat het heelal te verklaren is als niets meer dan een gelukkig kosmisch toeval. Hoe meer we van onze zorgvuldig gemaakte habitat begrijpen, hoe dwingender het wordt in een intelligente ontwerper te geloven.”

6. Hoe denk je over de manier waarop God de mens gemaakt heeft?

⁶ Nog iets groots op scheppingsgebied is hoe God ons heeft gemaakt (Ps. 139:14). Bij het scheppen van mensen gaf hij hun een verstand, een lichaam met alle organen die ze nodig hebben, en het vermogen en de capaciteit om werk te doen. Daarbij kunnen we denken aan het wonder dat betrokken is bij het ons door God gegeven spraak- en luistervermogen, en bij het schrijf- en leesvermogen. Veel mensen beschikken over die vermogens. Je hebt ook een schitterend bouwkundig meesterwerk: het rechtopstaande menselijk lichaam. Het ontwerp en de harmonie van je lichaam, de mechanische functies, en de chemische processen die erin plaatsvinden: het is allemaal ontzag inboezemend. Sterker nog, de verbazingwekkende zenuwverbindingen waardoor je verstand en je zintuigen kunnen functioneren, worden door niets wat wetenschappers bereikt hebben geëvenaard. En menselijke prestaties zijn toch alleen mogelijk door het verstand en de zintuigen waarmee de mensheid begiftigd is? Zelfs de best opgeleide en bekwaamste technoloog zou niets hebben kunnen vervaardigen wat zo mooi en handig is als de tien schitterend ontworpen hefboompjes: je vingers en duimen. Wat denk je: hadden indrukwekkende kunst- en bouwwerken gemaakt kunnen worden zonder het bekwame gebruik van door God gegeven vingers?

Gods grote werken en zijn eigenschappen

7. Waarom moeten we de Bijbel als een van Gods grote werken bezien?

⁷ Jehovah’s grote werken omvatten andere schitterende dingen die hij voor de mensheid heeft gedaan en waarvan de Bijbel verslag uitbrengt. Dat boek is op zich al een harmonieus meesterwerk. In tegenstelling tot elk ander boek is het beslist „door God geïnspireerd en nuttig om te onderwijzen” (2 Tim. 3:16). Het eerste Bijbelboek, Genesis, legt bijvoorbeeld uit hoe God in de dagen van Noach de aarde heeft gereinigd van het kwaad. Het tweede boek, Exodus, laat zien hoe Jehovah zijn God-zijn heeft gerechtvaardigd door Israël uit Egyptische slavernij te bevrijden. Aan zulke gebeurtenissen dacht de psalmist waarschijnlijk toen hij ertoe bewogen werd te zeggen: „[Jehovah’s] activiteit is louter waardigheid en pracht, en zijn rechtvaardigheid houdt eeuwig stand. Een gedachtenis heeft hij ingesteld voor zijn wonderwerken. Jehovah is goedgunstig en barmhartig” (Ps. 111:3, 4). Vind je ook niet dat Jehovah’s activiteit door de hele geschiedenis heen, met inbegrip van dingen die tijdens jouw leven zijn gebeurd, een gedachtenis is voor zijn „waardigheid en pracht”?

8, 9. (a) Wat is het contrast tussen Gods werken en veel werken van mensen? (b) Wat zijn enkele van Gods eigenschappen die je waardeert?

⁸ Merk op dat de psalmist ook de nadruk legt op Jehovah’s prachtige eigenschappen, zoals rechtvaardigheid, goedgunstigheid en barmhartigheid. Je weet dat de werken van de zondige mensheid zelden op rechtvaardigheid gebaseerd zijn. Vaak zijn ze een uiting van hebzucht, afgunst en hoogmoed. Denk maar aan de wrede wapens die mensen maken voor de oorlogen die ze voeren en uit economisch winstbejag. Die wapens brengen onnoemelijke ellende en verschrikkingen over miljoenen onschuldige slachtoffers. Veel menselijke werken zijn bovendien tot stand gekomen ten koste van de onderdrukte armen. Een voorbeeld dat velen te binnen zou kunnen schieten, is het gebruik van slaven om de piramiden te bouwen. Die dienden voornamelijk als grafsteden voor de trotse  farao’s. Bovendien zijn veel van de huidige werken van de mensheid niet alleen onderdrukkend maar ’verderven ze ook de aarde’. (Lees Openbaring 11:18.)

⁹ Hoe anders is het gesteld met Jehovah’s werken, die altijd gebaseerd zijn op wat juist is! Een van zijn werken is de barmhartige voorziening voor de redding van de zondige mensheid. Door de losprijs te verschaffen, heeft God ’zijn eigen rechtvaardigheid tentoongespreid’ (Rom. 3:25, 26). Ja, „zijn rechtvaardigheid houdt eeuwig stand”! Wat zijn goedgunstigheid betreft, die is tentoongespreid in de geduldige manier waarop God met zondige mensen is omgegaan. Soms gebruikte hij zelfs het woord „alstublieft” als hij hun smeekte hun schadelijke wegen te verlaten en te doen wat juist was. (Lees Ezechiël 18:25.)

Trouw aan zijn beloften

10. Welk voorbeeld van getrouwheid gaf Jehovah met betrekking tot zijn verbond met Abraham?

¹⁰ „Voedsel heeft hij gegeven aan hen die hem vrezen. Tot onbepaalde tijd zal hij zijn verbond gedenken” (Ps. 111:5). Blijkbaar doelde de psalmist hier op het abrahamitische verbond. Jehovah beloofde Abrahams zaad te zegenen en zei dat ze de poort van hun vijanden in bezit zouden nemen (Gen. 22:17, 18; Ps. 105:8, 9). In de eerste vervulling van die beloften werd Abrahams zaad de natie Israël. Die natie verkeerde lang in slavernij in Egypte, maar „God gedacht zijn verbond met Abraham” en bevrijdde hen (Ex. 2:24). Uit de manier waarop Jehovah hen daarna behandelde, blijkt hoe edelmoedig hij is. Hij voorzag in voedsel voor hun lichaam en in geestelijk voedsel voor hun geest en hart (Deut. 6:1-3; 8:4; Neh. 9:21). In de daaropvolgende eeuwen keerde de natie zich vaak van God af, hoewel hij profeten stuurde om hen aan te sporen terug te keren. Meer dan 1500 jaar nadat God de Israëlieten uit Egypte had bevrijd, stuurde hij zijn eniggeboren Zoon naar de aarde. De meeste Joden verwierpen Jezus en stemden ermee in dat hij werd terechtgesteld. Daarop vormde Jehovah een nieuwe, een geestelijke natie, „het Israël Gods”. Samen met Christus vormt die natie het geestelijke zaad van Abraham, door middel waarvan Jehovah, zoals hij voorzegd had, de mensheid zou zegenen (Gal. 3:16, 29; 6:16).

11. Hoe blijft Jehovah zijn verbond met Abraham gedenken?

¹¹ Jehovah blijft zijn verbond en de daarmee samengaande beloofde zegeningen gedenken. In deze tijd voorziet hij in een overvloed aan geestelijk voedsel in ruim vierhonderd talen. Ook blijft hij gebeden in verband met onze fysieke behoeften verhoren, in overeenstemming met de woorden: „Geef ons ons brood voor de dag naar de dag het vereist” (Luk. 11:3; Ps. 72:16, 17; Jes. 25:6-8).

Jehovah’s ontzagwekkende kracht

12. Hoe kreeg het oude Israël „het erfdeel der natiën”?

¹² „De kracht van zijn werken heeft hij zijn volk bekendgemaakt, door hun het erfdeel der natiën te geven” (Ps. 111:6). Een bijzondere gebeurtenis in Israëls geschiedenis waaraan de psalmist hier gedacht kan hebben, was hun wonderbare bevrijding uit Egypte. Toen Jehovah de Israëlieten ten slotte toestond het beloofde land binnen te gaan, konden ze koninkrijken ten oosten en ten westen van de Jordaan veroveren. (Lees Nehemia 9:22-25.) Jehovah gaf Israël inderdaad „het erfdeel der natiën”. Wat een demonstratie van Gods kracht!

13, 14. (a) Welke demonstratie van Gods kracht in verband met Babylon kan de psalmist in gedachten hebben gehad? (b) Welke verdere grote bevrijdingsdaden heeft Jehovah verricht?

¹³ Het is ons echter maar al te bekend dat Israël, ondanks alles wat Jehovah voor hen had gedaan, geen respect voor hem toonde, en al evenmin voor hun voorouders Abraham, Isaäk en Jakob. Steeds weer kwamen ze in opstand, totdat God Babylon gebruikte om hen uit hun land te verwijderen door hen in ballingschap te voeren (2 Kron. 36:15-17; Neh. 9:28-30). Indien, zoals sommige Bijbelgeleerden veronderstellen, de componist van Psalm 111 leefde nadat Israël uit ballingschap in Babylon was teruggekeerd, had hij nog meer reden om Jehovah  wegens Zijn loyaliteit en kracht te loven. God spreidde die tentoon door de Joden uit Babylon te bevrijden, een rijk dat het beleid voerde gevangenen niet vrij te laten (Jes. 14:4, 17).

¹⁴ Zo’n vijf eeuwen later gebruikte Jehovah zijn kracht op een nog grootsere manier door berouwvolle mensen te bevrijden uit de slavernij aan zonde en dood (Rom. 5:12). Eén resultaat daarvan was dat voor 144.000 mensen de weg werd geopend om met de geest gezalfde volgelingen van Christus te worden. In 1919 gebruikte Jehovah zijn kracht om een klein overblijfsel van deze gezalfden uit hun gevangenschap aan valse religie te bevrijden. Wat ze in deze tijd van het einde bereikt hebben, kan alleen aan Gods kracht worden toegeschreven. Na tot de dood hun getrouwheid bewezen te hebben, zullen ze samen met Jezus Christus vanuit de hemel over de aarde regeren tot welzijn van berouwvolle mensen (Openb. 2:26, 27; 5:9, 10). Ze zullen de aarde in een veel grootsere zin beërven dan het oude Israël (Matth. 5:5).

Eeuwigdurende, betrouwbare beginselen

15, 16. (a) Wat zijn ook werken van Gods handen? (b) Welke geboden gaf God aan het oude Israël?

¹⁵ „De werken van zijn handen zijn waarheid en recht; betrouwbaar zijn al de bevelen die hij geeft, goed ondersteund voor eeuwig, tot onbepaalde tijd, uitgevoerd in waarheid en oprechtheid” (Ps. 111:7, 8). Tot „de werken van [Jehovah’s] handen” behoorden twee stenen tafelen waarin tien belangrijke wetten voor Israël gegraveerd stonden (Ex. 31:18). Evenals alle andere voorschriften die deel gingen uitmaken van het mozaïsche wetsverbond, zijn die wetten gebaseerd op eeuwige, betrouwbare beginselen.

¹⁶ Een van de geboden of wetten op die platen luidde bijvoorbeeld: „Ik, Jehovah, uw God, ben een God die exclusieve toewijding eist.” Verder staat erin dat Jehovah „liefderijke goedheid betracht jegens het duizendste geslacht wanneer het hen betreft die [hem] liefhebben en [zijn] geboden onderhouden”. De stenen tafelen bevatten ook tijdloze beginselen als „eer uw vader en uw moeder” en „gij moogt niet stelen”, evenals de van diep inzicht getuigende wet die verbood te begeren wat van anderen is (Ex. 20:5, 6, 12, 15, 17).

Onze heilige, vrees inboezemende Verlosser

17. Welke redenen hadden de Israëlieten om Gods naam heilig te achten?

¹⁷ „Verlossing heeft hij zijn volk gezonden. Tot onbepaalde tijd heeft hij zijn verbond verordend. Zijn naam is heilig en vrees inboezemend” (Ps. 111:9). Ook hierbij kan de psalmist gedacht hebben aan Jehovah’s loyaliteit aan  zijn verbondsbelofte die hij aan Abraham had gedaan. In overeenstemming daarmee liet Jehovah zijn volk eerst als slaven in het oude Egypte en later als ballingen in Babylon niet in de steek. In beide gevallen verloste God zijn volk. Alleen al om die twee redenen had Israël Gods naam heilig moeten achten. (Lees Exodus 20:7; Romeinen 2:23, 24.)

18. Waarom vind je het een voorrecht Gods naam te dragen?

¹⁸ Hetzelfde geldt voor christenen in deze tijd, die verlost zijn uit de uitzichtloze slavernij aan zonde en dood. We moeten ons uiterste best doen om in harmonie te leven met het eerste verzoek in het modelgebed: „Uw naam worde geheiligd” (Matth. 6:9). Het mediteren over die glorierijke naam zal ons beslist vrees voor God inboezemen. De schrijver van Psalm 111 had de juiste kijk op vrees voor God, want hij zei: „De vrees voor Jehovah is het begin van wijsheid. Allen die ze betrachten [zich aan zijn geboden houden], hebben een goed inzicht” (Ps. 111:10).

19. Wat gaan we in het volgende artikel bespreken?

¹⁹ Een gezonde vrees voor God zal ons helpen het slechte te haten. Ze zal ons ook helpen een voorbeeld te nemen aan Gods prachtige eigenschappen die aan de orde komen in Psalm 112, die we in het volgende artikel gaan bespreken. Die psalm laat zien hoe we ervoor in aanmerking kunnen komen tot de miljoenen te behoren die God graag eeuwig willen loven. Hij verdient niets minder. „Zijn lof houdt eeuwig stand” (Ps. 111:10).

Vragen ter overdenking

• Waarom verdient Jehovah onze eensgezinde lof?

• Welke eigenschappen van Jehovah worden in zijn werken onthuld?

• Hoe bezie je het voorrecht Gods naam te dragen?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 20]

Ons voornaamste doel bij het regelmatig bijeenkomen, is Jehovah te loven

[Illustratie op blz. 23]

Al Jehovah’s wetten zijn op eeuwige, betrouwbare beginselen gebaseerd