Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Heerschappij voor enkelen, zegeningen voor velen

Heerschappij voor enkelen, zegeningen voor velen

Heerschappij voor enkelen, zegeningen voor velen

SINDS de dagen van de apostelen heeft God een beperkt aantal getrouwe christenen uit de mensheid gekozen die hij als zonen heeft aangenomen. De verandering die deze aangenomen zonen ervaren is zo compleet, dat Gods Woord van een nieuwe geboorte spreekt. Het doel van de nieuwe geboorte is, die wedergeboren aanbidders van God gereed te maken om in de hemel te gaan regeren (2 Timotheüs 2:12). Met het oog daarop worden ze uit de dood opgewekt tot hemels leven (Romeinen 6:3-5). In de hemel zullen ze samen met Christus „als koningen over de aarde regeren” (Openbaring 5:10; 11:15).

Maar Gods Woord vermeldt eveneens dat naast degenen die wedergeboren worden, ook anderen eeuwige redding zullen ontvangen. In de Bijbel (zowel in de Hebreeuwse Geschriften als in de christelijke Griekse Geschriften) wordt melding gemaakt van het feit dat het Gods bedoeling is twee groepen mensen te redden: een betrekkelijk kleine groep regeerders die in de hemel wonen, en een grote groep onderdanen op aarde. Merk bijvoorbeeld eens op wat de apostel Johannes schreef aan geloofsgenoten die de nieuwe geboorte hadden ervaren. Hij zei over Jezus: „Hij is een zoenoffer voor onze zonden, echter niet alleen voor de onze [de kleine groep], maar ook voor die van de gehele wereld [de grote groep]” (1 Johannes 2:2).

In dezelfde zin schreef de apostel Paulus: „De vurige verwachting van de schepping [de grote groep] wacht op het openbaar worden van de zonen Gods [de kleine groep]” (Romeinen 8:19-21). Hoe moeten die woorden van de apostelen Johannes en Paulus opgevat worden? Als volgt: Degenen die wedergeboren worden, zullen deel gaan uitmaken van een regering in de hemel. Met welk doel? Eeuwige zegeningen te brengen aan talloze miljoenen mensen, onderdanen van Gods regering die op aarde zullen leven. Daarom leerde Jezus zijn discipelen bidden: „Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde” (Mattheüs 6:10).

Diezelfde waarheid dat aan twee groepen redding ten deel valt, komen we ook in de Hebreeuwse Geschriften tegen. Kijk bijvoorbeeld eens wat Jehovah tegen Jezus’ voorvader Abraham zei: „Door bemiddeling van uw zaad [de kleine groep] zullen alle natiën der aarde [de grote groep] zich stellig zegenen” (Genesis 22:18). Via Abrahams „zaad” zouden alle naties voor zegeningen in aanmerking kunnen komen.

Wie is dat „zaad”? Jezus Christus, samen met degenen die de nieuwe geboorte hebben ondergaan, de aangenomen zonen van God. De apostel Paulus legt uit: „Wanneer gij Christus toebehoort, zijt gij werkelijk Abrahams zaad” (Galaten 3:16, 29). En wat zijn de zegeningen die alle naties via het „zaad” ten deel vallen? Het voorrecht in Gods gunst hersteld te worden en eeuwig op een paradijselijke aarde te leven. De psalmist David profeteerde: „De rechtvaardigen, díé zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven” (Psalm 37:29; Jesaja 45:18; Openbaring 21:1-5).

De hemelse heerschappij is voor enkelen weggelegd, maar de voordelen van de hemelse heerschappij — eeuwig leven op aarde en alle daarmee gepaard gaande zegeningen — vallen velen ten deel. Mogen u en uw gezin tot degenen behoren die de eeuwige zegeningen zullen oogsten die Gods koninkrijk zal brengen.

[Illustratie op blz. 12]

Talloze miljoenen mensen zullen met eeuwig leven op aarde gezegend worden. Zult u tot die mensen behoren?