Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Is het mogelijk geloof te ontwikkelen in een Schepper?

Is het mogelijk geloof te ontwikkelen in een Schepper?

Is het mogelijk geloof te ontwikkelen in een Schepper?

„ALS ik nadacht over de mogelijkheid van een Schepper, werd ik kwaad bij de gedachte dat iemand de macht zou hebben om menselijk lijden te voorkomen maar niet bereid was die te gebruiken!” Dat zei een voormalig atheïst die familieleden had verloren in de Holocaust. Hij is beslist niet de enige die zulke gedachten heeft gekoesterd.

Velen die met wreedheden geconfronteerd worden, vinden het moeilijk in een God te geloven of troosten zich met de gedachte dat God niet bestaat. Wat zijn de belangrijkste redenen waarom mensen niet geloven? Zou de mensheid zonder God of religie beter af zijn, zoals sommigen denken? Kan een atheïst geloof in een liefdevolle Schepper ontwikkelen?

Het falen van religie

Ironisch genoeg is religie een van de belangrijkste oorzaken van atheïsme. De historicus Alister McGrath legt uit: „De voornaamste kracht die mensen tot atheïsme drijft, is een gevoel van weerzin tegen de excessen en het falen van de gevestigde religies.” Religie wordt vaak gezien als een oorzaak van oorlogen en geweld. De filosoof Michel Onfray, die atheïst is, vraagt zich verwonderd af hoe hetzelfde religieuze boek twee soorten mensen heeft kunnen inspireren: „de een streeft naar heiligheid en de ander verricht onmenselijke daden” in de vorm van terrorisme.

Veel mensen hebben slechte herinneringen aan hun contacten met religie. Bertil, een jonge Zweed, hoorde tijdens zijn militaire dienst hoe de legerpredikant geweld rechtvaardigde door te verwijzen naar Jezus’ waarschuwing dat zij die het zwaard opnemen, door het zwaard zullen vergaan. De predikant redeneerde dat er iemand moest zijn om dat zwaard te hanteren en dat de soldaat daarom een dienaar van God moest zijn! — Mattheüs 26:52. *

Bernadette, van wie de vader in Frankrijk gesneuveld was tijdens de Tweede Wereldoorlog, weet nog hoe boos ze was om wat de priester bij de begrafenis van haar driejarige nichtje zei: „God heeft dit kind geroepen om een engel te zijn.” Bernadette kreeg later zelf een gehandicapt kindje, en ook toen bood de kerk haar geen troost.

Ciarán, die opgroeide tegen de achtergrond van het geweld in Noord-Ierland, vond de leer van het hellevuur iets walgelijks. Hij zei altijd dat hij elke God die voor zoiets gemeens verantwoordelijk was, haatte, en hij daagde God uit om hem, als Hij bestond, neer te slaan. Ciarán is niet de enige met een afkeer van zulke wrede leerstellingen van de kerk. Het is zelfs goed mogelijk dat dergelijke dogma’s het pad hebben geëffend voor de evolutietheorie. Volgens Alister McGrath was het Darwins „diepgewortelde afkeer” van de leer van het hellevuur — niet zijn geloof in de evolutie — die hem aan het bestaan van een God deed twijfelen. McGrath noemt ook Darwins „intense verdriet om de dood van zijn dochter”.

Sommigen stellen het beoefenen van religie op één lijn met domheid en fanatisme. Irina, die een afkeer had gekregen van de nietszeggende preken en de eindeloos herhaalde litanieën, vertelt: „Ik kreeg de indruk dat gelovige mensen niet nadenken.” Louis, die walgde van de barbaarsheden die door religieuze fanatici werden bedreven, nam een radicaler standpunt in: „Nadat religie me jarenlang haar saaie gezicht had laten zien, toonde ze me nu een andere, afschuwelijke kant van zichzelf. Ik kreeg een hevige afkeer van alle religie.”

Beter af zonder God?

Het hoeft ons dan ook niet te verbazen dat veel mensen religie bezien als een obstakel voor menselijke vooruitgang en vrede. Sommigen hebben zich zelfs afgevraagd of de mensheid niet beter af zou zijn zonder God en religie. Of zou zo’n algehele verwerping van religieus gedachtegoed weer andere problemen met zich mee brengen?

De achttiende-eeuwse filosoof Voltaire protesteerde fel tegen de misstanden binnen de corrupte kerk van zijn tijd. Toch bezag hij het bestaan van een Opperwezen als de grondslag voor ons morele besef. Later deed de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche de beroemde uitspraak dat God dood is, maar tegelijkertijd was hij bang voor het morele vacuüm en de mogelijke schade die het atheïstische denken teweeg kon brengen. Waren zulke angsten gegrond?

In een boek over de invloed van religie merkt Keith Ward op dat toen de mensheid het huidige tijdperk binnenging, de barbaarsheid niet afnam maar juist „ongekende hoogten bereikte”. Ook hebben experimenten met atheïsme de mensheid niet verlost van de tekortkomingen van de menselijke natuur, zoals corruptie en onverdraagzaamheid. Die feiten hebben veel nadenkende mensen, ook atheïsten, ertoe gebracht de morele waarde van het geloof in God te erkennen.

Keith Ward beklemtoont de positieve invloed van het geloof in God: „Geloof doet een voortdurend moreel beroep op mensen, het legt hun de verantwoordelijkheid op voor de wereld te zorgen die God geschapen heeft.” Talrijke recente onderzoeken hebben aangetoond dat gelovige mensen altruïstischer zijn. Altruïsme schenkt op zijn beurt meestal een mate van voldoening. Die bevindingen bevestigen de waarde van het beginsel dat Jezus verkondigde: „Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen” (Handelingen 20:35).

Eén voormalige atheïst, een maatschappelijk werker, raakte onder de indruk van het vermogen van de Bijbel om levens te veranderen. Hij zei: „Nadat ik heel wat jaren met zeer beperkt succes geprobeerd had mensen te helpen gedrag te veranderen dat schadelijk was voor henzelf en anderen, stond ik er versteld van hoe drastisch mensen ten goede konden veranderen. Ik heb ook gemerkt dat de veranderingen blijvend waren.”

Toch heeft geloof in God volgens sommige atheïsten beduidend meer bloedbaden en conflicten voortgebracht dan goedheid en altruïsme. Ze erkennen misschien dat geloof op enkelen een goede uitwerking heeft, maar blijven zelf uiterst sceptisch. Waarom?

Andere oorzaken van ongeloof

Veel mensen hebben geleerd dat evolutie een vaststaand feit is. Anila bijvoorbeeld kreeg haar opleiding in het atheïstische Albanië. „Op school werd ons geleerd dat in God geloven naïef en niet meer van deze tijd was”, vertelt ze. „Ik leerde regelmatig schitterende dingen over planten en organisch leven maar schreef alles toe aan evolutie om toch vooral niet onwetenschappelijk over te komen.” Ze erkent nu dat de „bewijzen die gegeven werden, blindelings aanvaard moesten worden”.

Voor sommigen kan verbittering een obstakel zijn. Jehovah’s Getuigen merken dat vaak als ze van deur tot deur gaan om mensen hoop te bieden uit de Bijbel. De eerder genoemde Bertil kreeg zo’n bezoekje van een jonge Getuige. Bertil weet nog dat hij bij zichzelf dacht: ’Arme fanatiekeling. Je bent bij mij aan het verkeerde adres!’ Hij zegt: „Ik liet hem binnen en begon mijn verontwaardiging over God, de Bijbel en religie te spuien.”

Gus, uit Schotland, had moeite met de onrechtvaardigheid die hij zag. Aanvankelijk trok hij tijdens zijn gesprekken met Jehovah’s Getuigen fel van leer. Hij stelde vragen die deden denken aan wat de Hebreeuwse profeet Habakuk tegen God zei: „Waarom doet gij mij het schadelijke zien, en blijft gij niets dan moeite aanzien?” — Habakuk 1:3.

Dat God schijnbaar niets doet aan de slechtheid in de wereld is ook iets waar mensen al heel lang mee worstelen (Psalm 73:2, 3). Simone de Beauvoir, een Franse schrijfster, zei eens: „Het was voor mij gemakkelijker te denken aan een wereld zonder schepper dan aan een schepper die verantwoordelijk is voor alle tegenstrijdigheden in de wereld.”

Maar betekent het onvermogen van veel religies om zulke tegenstrijdigheden te verklaren dat er geen verklaring voor is? Gus kreeg naar eigen zeggen ten slotte „een bevredigende verklaring waarom de almachtige Schepper menselijk lijden een tijdlang moest toelaten”. Dat, zo zei hij, „was een belangrijke stap voor me”. *

Misschien twijfelen sommigen die beweren atheïst te zijn, in werkelijkheid aan de evolutie, zijn ze zich bewust van hun geestelijke behoeften en bidden ze zelfs. Laten we eens zien wat enkele atheïsten en agnostici ertoe gebracht heeft serieuzer over het onderwerp na te denken en uiteindelijk een hechte band met hun Schepper te ontwikkelen.

Wat heeft hen geholpen geloof in een Schepper te ontwikkelen?

De jonge man die bij Bertil aan de deur kwam, deed een beroep op diens gezonde verstand en liet hem zien dat er een enorm verschil is tussen het ware christendom en de religie die beoefend wordt door degenen die alleen in naam christen zijn. Bertil legt uit wat er behalve de argumenten ten gunste van het bestaan van een Schepper nog meer indruk op hem maakte: „Ik bewonderde zijn geduld ondanks mijn koppigheid. (...) Hij bleef heel kalm, en hij had altijd wat te lezen voor me bij zich en was goed voorbereid.” *

Svetlana, die beïnvloed was door de evolutieleer en het communisme, was ervan overtuigd dat alleen de best aangepaste exemplaren overleven. Dat nam niet weg dat ze moeite had met die hardvochtige levensopvatting. En wat ze tijdens haar medische opleiding leerde, maakte haar verwarring alleen maar groter: „Tijdens de lessen over atheïsme leerden we over ’overleving van de sterksten’. Maar bij de medische lessen leerden we dat we de zwakken moesten helpen.” Ze vroeg zich ook af waarom mensen, die naar verluidt hoger op de evolutionaire ladder stonden dan apen, onder emotionele problemen gebukt gingen waar apen totaal geen last van hadden. De verklaring voor die tegenstrijdigheden kwam uit een onverwachte hoek: „Mijn oma liet me aan de hand van de Bijbel zien dat onze negatieve emoties het gevolg zijn van onze onvolmaaktheid.” Svetlana was ook blij met het Bijbelse antwoord op andere vragen, zoals de vraag waarom goede mensen lijden ondergaan.

Leif, die uit Scandinavië komt, geloofde stellig in de evolutie en beschouwde de Bijbel als een sprookjesboek. Maar op een dag zette een vriend hem aan het denken door te zeggen: „Besef je wel dat je alleen maar herhaalt wat anderen gezegd hebben zonder dat je zelf iets van de Bijbel weet?” Leif legt uit welk effect die woorden op hem hadden: „Ik besefte dat ik nooit vraagtekens had gezet bij de evolutie, dat ik alles klakkeloos had aangenomen. (...) Ik denk dat onder andere kennis van Bijbelse profetieën en de vervulling daarvan een atheïst aan het denken kan zetten” (Jesaja 42:5, 9).

De eerder genoemde Ciarán was jaren actief geweest in de politiek, maar het had niet gebracht wat hij ervan gehoopt had. Terwijl hij over het leven nadacht, drong zich de volgende gedachte aan hem op: alleen een machtige, liefdevolle God zou de problemen van de aarde kunnen oplossen en hem de uitweg uit zijn eigen problemen kunnen tonen. „Ik wou dat ik zo’n God kon vinden”, verzuchtte hij. In uiterste wanhoop bad hij: „Als u bestaat en me hoort, laat het me dan op de een of andere manier weten, en toon me een oplossing voor mijn problemen en voor het lijden van de menselijke familie.” Een paar dagen later belde een van Jehovah’s Getuigen bij hem aan. De Getuige liet zien wat de Bijbel over de verdorven invloed achter menselijke regeringen zegt (Efeziërs 6:12). Die uitleg kwam overeen met wat Ciarán zelf had waargenomen en wekte zijn nieuwsgierigheid. Naarmate hij meer uit de Bijbel leerde, begon hij een krachtig geloof in een liefdevolle Schepper te ontwikkelen.

De Schepper en u

Religieuze huichelarij, atheïstische denkbeelden zoals de evolutietheorie, en de slechtheid die we om ons heen zien, hebben velen ertoe gebracht het bestaan van een Schepper in twijfel te trekken of zelfs te ontkennen. Maar als u zich ervoor openstelt, kan de Bijbel bevredigende antwoorden geven op uw vragen. Ook worden Gods gedachten erin onthuld, „gedachten van vrede, en niet van rampspoed, om u een toekomst en een hoop te geven” (Jeremia 29:11). Voor Bernadette, die een gehandicapt kindje had gekregen en aan het bestaan van een Schepper twijfelde, werd die hoop als een verzachtende balsem op haar wonden.

De Bijbelse verklaring waarom God lijden toelaat heeft veel vroegere atheïsten aangesproken. Door de tijd te nemen om het Bijbelse antwoord op zulke belangrijke vragen te weten te komen, kunt ook u ervan overtuigd raken dat er een God is die „eigenlijk niet ver is van een ieder van ons” (Handelingen 17:27).

[Voetnoten]

^ ¶6 Zie voor de vraag of ware christenen zich met oorlog moeten inlaten het artikel „Is oorlog verenigbaar met het christendom?” op blz. 29-31.

^ ¶22 Zie voor een uitvoerige verklaring waarom God slechtheid toelaat het boek Wat leert de bijbel echt?, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen, blz. 106-114.

^ ¶25 Zie voor argumenten ten gunste van schepping de Ontwaakt! van september 2006, „Bestaat er een Schepper?”, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.

[Kader op blz. 13]

Vragen waarop de evolutieleer geen antwoord geeft

• Hoe kon uit levenloze materie leven ontstaan? — PSALM 36:9.

• Waarom brengen planten en dieren alleen hun eigen soort voort? — GENESIS 1:11, 21, 24-28.

• Als mensen van inferieure apen afstammen, waarom is er dan nu geen enkel superieur aapmens meer? — PSALM 8:5, 6.

• Hoe valt altruïsme te rijmen met de theorie van de ’overleving van de sterksten’? — ROMEINEN 2:14, 15.

• Bestaat er voor de mensheid een reële hoop voor de toekomst? — PSALM 37:29.

[Illustraties op blz. 12, 13]

Hoe kon een liefdevolle God nu een wereld scheppen waarin kinderen lijden?

Religieuze huichelarij heeft veel mensen van God afgekeerd