Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Om met uw kinderen te lezen

Rebekka deed graag Jehovah’s wil

Rebekka deed graag Jehovah’s wil

REBEKKA was een belangrijke vrouw in het beroemdste boek ter wereld, de Bijbel. Wat weet je over haar? — * Het is belangrijk meer over haar te weten, want haar voorbeeld kan ons helpen de ware God, Jehovah, te dienen.

Rebekka is de tweede vrouw die in de Bijbel genoemd wordt die Jehovah aanbad. Weet je wie de eerste was? — Dat was Sara, de vrouw van Abraham. Toen Sara oud was, werd ze de moeder van Isaäk, haar enige kind. We gaan nu zien dat Rebekka graag Jehovah’s wil deed en hoe ze Isaäk ontmoet heeft.

Het is al meer dan zestig jaar geleden dat God Abraham en Sara van Haran naar het land Kanaän stuurde. Wanneer Abraham en Sara heel oud zijn, belooft God hun een kind dat ze Isaäk moeten noemen. Je kunt je wel voorstellen dat Isaäks ouders heel veel van hem houden. Sara gaat dood als ze 127 is. Isaäk is ondertussen al volwassen en hij heeft veel verdriet over haar. Abraham wil niet dat Isaäk met een vrouw uit Kanaän trouwt omdat de mensen daar Jehovah niet aanbidden. Dus stuurt hij zijn knecht, waarschijnlijk Eliëzer, om een vrouw voor Isaäk te kiezen uit Abrahams familie in Haran, dat meer dan achthonderd kilometer ver weg ligt! — Genesis 12:4, 5; 15:2; 17:17, 19; 23:1.

Eliëzer gaat samen met andere knechten van Abraham op pad, en ze nemen tien kamelen mee die eten dragen en cadeaus voor de bruid. Uiteindelijk komen ze in Haran aan. Ze stoppen bij een bron omdat Eliëzer weet dat daar ’s middags mensen komen om water te halen voor hun dieren en hun familie. Eliëzer bidt nu of Jehovah ervoor wil zorgen dat de vrouw die hij voor Isaäk moet uitkiezen, zal aanbieden om niet alleen hem water te geven als hij daarom vraagt, maar ook water te putten voor zijn kamelen.

Dat is precies wat er gebeurt! De mooie Rebekka komt bij de bron. Als Eliëzer haar om iets te drinken vraagt, zegt ze: ’Ik zal ook water putten voor uw kamelen.’ Ze loopt heen en weer naar de put om water te halen, en Eliëzer kijkt vol verbazing toe. Stel je dat eens voor! Om tien dorstige kamelen water te geven, moet Rebekka wel duizend liter water voor ze halen!

Eliëzer geeft Rebekka mooie cadeaus, en hij hoort dat ze de dochter is van Bethuël, een familielid van Abraham. Rebekka nodigt Eliëzer en zijn vrienden uit om bij haar familie te komen logeren. Dan gaat ze snel naar huis om te zeggen dat er bezoekers komen die Abraham helemaal uit Kanaän naar ze toe heeft gestuurd.

Als Rebekka’s broer Laban de dure cadeaus ziet die zijn zus heeft gekregen en hoort wie Eliëzer is, nodigt hij hem binnen. Maar Eliëzer zegt: ’Ik ga niet eten voordat ik verteld heb waar ik voor kom.’ Dus legt hij uit waarvoor Abraham hem gestuurd heeft. Bethuël en zijn vrouw en ook Laban zijn blij, en ze vinden het goed dat Isaäk en Rebekka gaan trouwen.

Na de maaltijd blijven Eliëzer en de anderen daar logeren. De volgende morgen zegt Eliëzer: ’Laat me naar mijn meester gaan.’ Maar Rebekka’s moeder en broer willen dat ze nog minstens tien dagen bij ze blijft. Als aan Rebekka gevraagd wordt of ze meteen mee wil, zegt ze: ’Ik ben bereid te gaan.’ Ze gaat meteen met Eliëzer mee. Aan het eind van de reis wordt ze de vrouw van Isaäk (Genesis 24:1-58, 67).

Denk je dat het makkelijk voor Rebekka was om haar familie en vrienden achter te laten en ergens ver weg te gaan wonen, terwijl ze wist dat ze ze misschien nooit meer zou terugzien? — Nee, dat was echt niet makkelijk. Maar Rebekka werd gezegend omdat ze bereid was Jehovah’s wil te doen. Ze werd een van de voorouders van onze Redder, Jezus Christus. Ook wij zullen gezegend worden wanneer we net als Rebekka graag Jehovah’s wil doen (Romeinen 9:7-10).

^ ¶3 Als u een kind voorleest, kunt u bij het streepje even pauzeren om het kind iets te laten zeggen.