Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Volg je de Christus volkomen?

Volg je de Christus volkomen?

Volg je de Christus volkomen?

’Blijf, zoals gij in feite reeds wandelt, het in vollediger mate doen.’ — 1 THESSALONICENZEN 4:1.

1, 2. (a) Van welke geweldige dingen waren veel mensen in Jezus’ tijd getuige? (b) Waarom is onze tijd ook heel belangrijk?

HEB je er ooit over nagedacht hoe heerlijk het geweest moet zijn te leven toen Jezus op aarde was? Je zou kunnen denken aan de mogelijkheid door Jezus genezen te worden, zodat je de narigheid van een akelige lichamelijke kwaal bespaard bleef. Of je zou kunnen nadenken over het pure genoegen Jezus te kunnen zien en horen, door hem onderwezen te worden of hem een wonder te zien verrichten (Mark. 4:1, 2; Luk. 5:3-9; 9:11). Wat een groot voorrecht zou het geweest zijn al die werken van Jezus met eigen ogen te zien! (Luk. 19:37) Geen enkele generatie sindsdien is getuige geweest van zulke dingen, en wat Jezus op aarde tot stand heeft gebracht „door middel van het slachtoffer van zichzelf”, zal niet herhaald worden (Hebr. 9:26; Joh. 14:19).

2 De tijd waarin wij leven is echter ook heel belangrijk. Waarom? Omdat we nu in de door de Bijbel voorzegde „tijd van het einde” en „de laatste dagen” leven (Dan. 12:1-4, 9; 2 Tim. 3:1). In deze periode is Satan uit de hemel geworpen. Weldra zal hij gebonden en „in de afgrond” geslingerd worden (Openb. 12:7-9, 12; 20:1-3). In deze tijd hebben we ook het grote voorrecht het „goede nieuws van het koninkrijk” wereldwijd bekend te maken en de mensen te vertellen over de hoop op het komende paradijs: een werk dat nooit herhaald zal worden (Matth. 24:14).

3. Welke opdracht gaf Jezus zijn volgelingen vlak voor zijn hemelvaart, en wat zou dat inhouden?

3 Vlak voor zijn hemelvaart zei Jezus tegen zijn volgelingen: „Gij zult getuigen van mij zijn zowel in Jeruzalem als in geheel Judea en Samaria en tot de verst verwijderde streek der aarde” (Hand. 1:8). Dat werk zou een mondiale onderwijsactiviteit inhouden. Het doel? Discipelen te maken, nog meer volgelingen van de Christus, voordat het einde komt (Matth. 28:19, 20). Wat moeten we doen als we erin willen slagen Christus’ opdracht te volbrengen?

4. (a) Welke noodzaak wordt beklemtoond in 2 Petrus 3:11, 12? (b) Waarvoor moeten we op onze hoede zijn?

4 Let eens op hoe de apostel Petrus het heeft verwoord: „Wat voor mensen behoort gij dan wel te zijn in heilige gedragingen en daden van godvruchtige toewijding, verwachtend en goed in gedachte houdend de tegenwoordigheid van de dag van Jehovah!” (2 Petr. 3:11, 12) Petrus’ woorden beklemtonen de noodzaak er in deze laatste dagen nauwlettend op toe te zien dat ons leven blijft draaien om daden van godvruchtige toewijding. Zulke daden omvatten de prediking van het goede nieuws. Wat een vreugde is het daarom de ijver te zien waarmee onze broeders en zusters wereldwijd Christus’ predikingsopdracht volbrengen! Tegelijkertijd beseffen we dat we moeten oppassen dat de ijver waarmee we God dienen, niet afneemt door de dagelijkse druk van Satans wereld en van onze eigen overgeërfde vleselijke neigingen. Laten we daarom eens kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat we de Christus blijven volgen.

Aanvaard de verantwoordelijkheden die God je gegeven heeft

5, 6. (a) Waarvoor prees Paulus zijn geloofsgenoten in Jeruzalem, en waartegen waarschuwde hij hen? (b) Waarom moeten we de verantwoordelijkheden die God ons heeft gegeven niet licht opvatten?

5 In zijn brief aan de christenen in Jeruzalem prees de apostel Paulus zijn geloofsgenoten wegens de staat van dienst die ze hadden opgebouwd door zelfs onder vervolging getrouw te volharden. Hij schreef: „Blijft (...) aan de vroegere dagen denken, waarin gij, na verlicht te zijn, onder veel lijden een zware strijd hebt verduurd.” Jehovah vergat hun getrouwheid niet (Hebr. 6:10; 10:32-34). Paulus’ hartelijke prijzende woorden moeten zeer aanmoedigend zijn geweest voor die Hebreeuwse christenen. Maar in dezelfde brief waarschuwde Paulus ook voor een menselijke neiging die, als ze niet in toom werd gehouden, iemands ijver voor Gods dienst kon verminderen. Hij verklaarde dat christenen ervoor op moesten passen zich „te willen verontschuldigen” of zich te onttrekken aan het nakomen van Gods geboden (Hebr. 12:25).

6 Die waarschuwing tegen de neiging zich „te willen verontschuldigen” als het erom gaat door God gegeven verantwoordelijkheden te aanvaarden, geldt ook voor christenen in deze tijd. We beseffen dat we vastbesloten moeten zijn onze christelijke verantwoordelijkheden nooit licht op te vatten en onze ijver voor Gods dienst nooit te laten verflauwen (Hebr. 10:39). Per slot van rekening is het verrichten van heilige dienst een zaak van leven en dood (1 Tim. 4:16).

7, 8. (a) Wat zal ons helpen onze ijver voor Gods dienst te behouden? (b) Mochten we iets van onze aanvankelijke ijver verloren hebben, wat moeten we dan met betrekking tot Jehovah en Jezus in gedachte houden?

7 Wat zal ons helpen ervoor te waken dat we ons onttrekken aan het nakomen van onze verplichtingen tegenover God? Eén belangrijke manier om die neiging tegen te gaan, is geregeld te mediteren over de betekenis van onze opdrachtsgelofte. In wezen hebben we Jehovah beloofd dat we het doen van zijn wil op de eerste plaats zouden laten komen in ons leven, en die belofte willen we houden. (Lees Mattheüs 16:24.) Daarom moeten we nu en dan de tijd nemen om ons af te vragen: Ben ik nog net zo vastbesloten mijn opdracht aan God na te komen als toen ik me liet dopen? Of heb ik in de jaren die sindsdien zijn verstreken iets van mijn aanvankelijke ijver verloren?

8 Als een eerlijk zelfonderzoek uitwijst dat we onze handen enigszins hebben laten verslappen, doen we er goed aan ons de aanmoedigende woorden van de profeet Zefanja te binnen te roepen. Hij zei: „Mogen uw handen niet verslappen. Jehovah, uw God, is in uw midden. Als een Machtige zal hij redden. Hij zal met verheuging uitbundige vreugde over u hebben” (Zef. 3:16, 17). Die geruststellende woorden golden in de eerste plaats de Israëlieten uit de oudheid die uit ballingschap in Babylon naar Jeruzalem terugkeerden. Maar die verzekering is nog steeds van kracht voor Gods volk in deze tijd. Omdat het werk dat we doen Jehovah’s werk is, moeten we in gedachte houden dat Jehovah en zijn Zoon ons allebei steunen en sterken zodat we ons volledig van de verantwoordelijkheden die God ons gegeven heeft, kunnen kwijten (Matth. 28:20; Fil. 4:13). Als we ernaar streven Gods werk ijverig te blijven verrichten, zal hij ons zegenen en ons helpen geestelijke vorderingen te blijven maken.

IJverig ’eerst het koninkrijk zoeken’

9, 10. Wat is de essentie van Jezus’ gelijkenis van de grote avondmaaltijd, en wat kunnen we eruit leren?

9 Terwijl Jezus een maaltijd gebruikte in het huis van een regeerder van de Farizeeën, vertelde hij een illustratie over een grote avondmaaltijd. In die illustratie beschreef hij de gelegenheid die verschillende mensen geboden werd om in aanmerking te komen voor het koninkrijk der hemelen. Hij illustreerde ook wat het wil zeggen ’zich te verontschuldigen’. (Lees Lukas 14:16-21.) De uitgenodigde gasten in Jezus’ illustratie voerden excuses aan om niet bij het feestmaal te hoeven zijn. De een zei dat hij een veld moest gaan bekijken dat hij pas gekocht had. Een ander zei dat hij runderen had gekocht en ze wilde keuren. Weer een ander zei: ’Ik kan niet komen. Ik ben pas getrouwd.’ Dat waren armzalige uitvluchten. Iemand die een veld of vee koopt, keurt het meestal eerst, zodat die latere keuring helemaal niet zo dringend is. En waarom zou een recent huwelijk iemand ervan weerhouden zo’n belangrijke uitnodiging aan te nemen? Geen wonder dat de gastheer in de illustratie woedend was!

10 Iedereen die tot Gods volk behoort, kan iets uit Jezus’ gelijkenis leren. Wat dan wel? Dat we nooit mogen toelaten dat persoonlijke zaken, zoals die uit Jezus’ illustratie, zo belangrijk voor ons worden dat onze dienst voor God erdoor in het gedrang komt. Als een christen er niet voor zorgt dat persoonlijke zaken de juiste plaats blijven innemen, zal zijn ijver in de bediening geleidelijk afnemen. (Lees Lukas 8:14.) Om dat te voorkomen, houden we ons aan Jezus’ vermaning: „Blijft dan eerst het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid zoeken” (Matth. 6:33). Wat is het aanmoedigend te constateren dat Gods aanbidders — jong en oud — die buitengewoon belangrijke raad ter harte nemen! Velen hebben zelfs stappen gedaan om hun leefstijl te vereenvoudigen zodat ze meer tijd aan de bediening kunnen besteden. Ze leren uit eigen ervaring dat ijverig ’eerst het koninkrijk zoeken’ echt gelukkig maakt en veel voldoening schenkt.

11. Welk Bijbelverslag illustreert hoe belangrijk het is Jehovah ijverig en van ganser harte te dienen?

11 Een gebeurtenis in het leven van koning Joas van Israël illustreert hoe belangrijk het is ijverig te zijn in Gods dienst. Bezorgd over het lot dat Israël te wachten stond na een voor de hand liggende overwinning van Syrië, kwam Joas in tranen bij Elisa. De profeet gaf hem opdracht een pijl uit het raam af te schieten in de richting van Syrië, wat duidde op een overwinning op die natie door Jehovah’s hand. Dat had de koning toch zeker moeten sterken. Vervolgens zei Elisa tegen Joas dat hij zijn pijlen moest nemen en ermee op de aarde moest slaan. Dat deed Joas drie keer. Elisa was daar verontwaardigd over, want had Joas vijf of zes keer op de aarde geslagen, dan ’had hij Syrië stellig geheel en al verslagen’. Nu zou Joas slechts drie gedeeltelijke overwinningen behalen. Omdat het Joas aan ijver ontbrak, was zijn succes beperkt (2 Kon. 13:14-19). Welke les kunnen we uit dat verslag leren? Jehovah zal ons alleen overvloedig zegenen als we zijn werk van ganser harte en ijverig doen.

12. (a) Wat zal ons helpen om ondanks de problemen van het leven onze ijver in Gods dienst te behouden? (b) Vertel welke voordelen het voor je heeft druk bezig te blijven in de dienst.

12 De problemen van het leven zijn een beproeving op onze ijver en toewijding aan Jehovah’s dienst. Veel broeders en zusters verkeren in moeilijke financiële omstandigheden. Andere vinden het frustrerend dat ze door een ernstige ziekte beperkt zijn in wat ze in Jehovah’s dienst kunnen doen. Toch kunnen we allemaal stappen doen om ervoor te zorgen dat we onze ijver behouden en de Christus volkomen blijven volgen. Neem alsjeblieft nota van enkele van de suggesties en Bijbelteksten in het kader „Wat zal je helpen de Christus te blijven volgen?” Ga na hoe je ze zo goed mogelijk in praktijk kunt brengen. Daar zul je echt de voordelen van plukken. Druk bezig blijven in de dienst heeft een stabiliserende uitwerking op ons; het verrijkt ons leven en schenkt ons meer vrede en geluk (1 Kor. 15:58). Door ons met hart en ziel in te zetten in de dienst voor God worden we bovendien geholpen ’de tegenwoordigheid van de dag van Jehovah goed in gedachte te houden’ (2 Petr. 3:12).

Een eerlijke analyse

13. Hoe kunnen we vaststellen wat van ganser harte verrichte dienst voor ons persoonlijk betekent?

13 Het is wel goed om in gedachte te houden dat zich met hart en ziel inzetten geen kwestie is van hoeveel tijd we in de dienst staan. Individuele omstandigheden variëren. Met iemand die elke maand slechts een uur of twee in de velddienst gaat, kan Jehovah zeer ingenomen zijn als dat werkelijk alles is waartoe zijn gezondheid hem in staat stelt. (Vergelijk Markus 12:41-44.) Om vast te stellen wat van ganser harte verrichte dienst voor God voor ons persoonlijk betekent, moeten we onze mogelijkheden en omstandigheden dus eerlijk analyseren. Als volgelingen van Christus willen we onze zienswijze ook in harmonie brengen met de zijne. (Lees Romeinen 15:5; 1 Kor. 2:16.) Waaraan kende Jezus de eerste plaats toe in zijn leven? Hij zei tegen de mensenmenigten uit Kapernaüm: „Ik moet (...) het goede nieuws van het koninkrijk Gods bekendmaken, want hiertoe werd ik uitgezonden” (Luk. 4:43; Joh. 18:37). Evalueer met Jezus’ ijver voor zijn bediening in gedachten je omstandigheden om te zien of je je bediening verder zou kunnen uitbreiden (1 Kor. 11:1).

14. Op welke manieren zouden we onze dienst verder kunnen uitbreiden?

14 Door een zorgvuldige evaluatie van onze omstandigheden zouden we tot de conclusie kunnen komen dat we de hoeveelheid tijd die we in de dienst doorbrengen, kunnen vergroten (Matth. 9:37, 38). Zo hebben vele duizenden van onze jongeren die pas hun schoolopleiding hebben voltooid hun bediening uitgebreid, en ze ervaren nu de vreugde die het schenkt ijverig als pionier te dienen. Zou je die vreugde ook graag smaken? Sommige broeders en zusters hebben hun omstandigheden overdacht en vastgesteld dat ze naar een gebied in hun land of zelfs in het buitenland zouden kunnen verhuizen waar een grotere behoefte aan Koninkrijksverkondigers bestaat. Weer anderen hebben een nieuwe taal geleerd om anderstaligen te helpen. Hoewel het uitbreiden van onze bediening een hele uitdaging kan zijn, werpt het rijke zegeningen af en kunnen we misschien nog velen helpen „tot een nauwkeurige kennis van de waarheid” te komen (1 Tim. 2:3, 4; 2 Kor. 9:6).

Bijbelse voorbeelden ter navolging

15, 16. Welke ijverige volgelingen van de Christus zijn voor ons voorbeelden ter navolging?

15 Hoe hadden sommigen die apostelen werden, gereageerd toen Christus hen riep om zijn volgelingen te zijn? Over Mattheüs zegt het verslag: „Alles achterlatend, stond hij op en ging hem volgen” (Luk. 5:27, 28). Over Petrus en Andreas, die aan het vissen waren, lezen we: „Terstond lieten zij de netten in de steek en volgden hem.” Daarna zag Jezus Jakobus en Johannes, die samen met hun vader hun netten aan het herstellen waren. Hoe reageerden zij op Jezus’ uitnodiging? „Terstond verlieten zij de boot en hun vader en volgden hem” (Matth. 4:18-22).

16 Nog een prachtig voorbeeld is dat van Saulus, die de apostel Paulus werd. Hoewel hij een fanatiek vervolger van Christus’ volgelingen was geweest, veranderde hij van koers en werd „een uitverkoren vat” om Christus’ naam uit te dragen. „Onmiddellijk ging [Paulus] in de synagogen Jezus prediken, dat Deze de Zoon van God is” (Hand. 9:3-22). En ondanks alle ontberingen en vervolging die Paulus moest verduren, heeft hij zijn ijver nooit verloren (2 Kor. 11:23-29; 12:15).

17. (a) Wat is jouw wens in verband met het volgen van de Christus? (b) Welke zegeningen genieten we doordat we met heel ons hart en al onze kracht Jehovah’s wil doen?

17 We willen het geweldige voorbeeld van die discipelen beslist navolgen en prompt en zonder voorbehoud gehoor geven aan de uitnodiging (Hebr. 6:11, 12). Welke zegeningen genieten we als we ons best blijven doen om de Christus ijverig en volkomen te volgen? We putten ware vreugde uit het doen van Gods wil en ervaren de voldoening die voortspruit uit het aanvaarden van extra dienstvoorrechten en verantwoordelijkheden in de gemeente (Ps. 40:8; lees 1 Thessalonicenzen 4:1). Door ons krachtig in te spannen als volgelingen van de Christus genieten we rijke en blijvende zegeningen zoals innerlijke vrede, voldoening, tevredenheid, Gods goedkeuring en het vooruitzicht op eeuwig leven (1 Tim. 4:10).

Wat heb je onthouden?

• Welk belangrijke werk hebben we te doen gekregen, en hoe moeten we het bezien?

• Voor welke menselijke neiging moeten we op onze hoede zijn, en waarom?

• Welke eerlijke analyse moeten we maken?

• Wat zal ons helpen de Christus te blijven volgen?

[Studievragen]

[Kader/Illustratie op blz. 27]

Wat zal je helpen de Christus te blijven volgen?

▪ Lees Gods Woord dagelijks en mediteer over wat je leest (Ps. 1:1-3; 1 Tim. 4:15).

▪ Bid vaak om de steun en leiding van Gods geest (Zach. 4:6; Luk. 11:9, 13).

▪ Ga om met personen die van oprechte ijver voor de dienst blijk geven (Spr. 13:20; Hebr. 10:24, 25).

▪ Besef de dringendheid van de tijd waarin we leven (Ef. 5:15, 16).

▪ Wees je bewust van de ernstige gevolgen als ’je je verontschuldigt’ (Luk. 9:59-62).

▪ Denk geregeld na over je opdrachtsgelofte en de overvloedige zegeningen die voortvloeien uit het dienen van Jehovah en het van ganser harte volgen van de Christus (Ps. 116:12-14; 133:3; Spr. 10:22).