Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hoe we hem moeten volgen

Hoe we hem moeten volgen

Wat we van Jezus leren

Hoe we hem moeten volgen

Vaak zei Jezus als mensen geloof in hem stelden: „Wees mijn volgeling” (Mattheüs 9:9; 19:21). Wat komt erbij kijken een volgeling van Jezus oftewel een christen te zijn? Kijk eens naar de antwoorden op drie belangrijke vragen.

Hoe moet u met anderen omgaan?

▪ Een discipel van Jezus moet op dit punt Zijn raad opvolgen. Jezus zei bijvoorbeeld: „Alle dingen dan die gij wilt dat de mensen voor u doen, moet ook gij insgelijks voor hen doen.” Wat als u merkt dat iemand iets tegen u heeft? Jezus zei: „Haast u een zaak bij te leggen met degene die u (...) aanklaagt.” Hij zei ook tegen zijn volgelingen: „Als gij de mensen hun overtredingen niet vergeeft, zal uw Vader ook uw overtredingen niet vergeven” (Mattheüs 5:25; 6:15; 7:12).

Aan gehuwde personen gaf Jezus de raad: „Gij hebt gehoord dat er werd gezegd: ’Gij moogt geen overspel plegen.’ Ik zeg u echter dat een ieder die naar een vrouw blijft kijken ten einde hartstocht voor haar te hebben, in zijn hart reeds overspel met haar heeft gepleegd.” Een echte christen laat zowel zijn verstand als zijn hart door Jezus’ onderwijs beïnvloeden (Mattheüs 5:27, 28).

Echte christenen offeren zich op om anderen te helpen. Jezus was opofferingsgezind. Tijdens een vermoeiende predikingstocht bijvoorbeeld hadden Jezus en zijn apostelen zelfs geen tijd gehad om te eten. Daarom nam Jezus hen per boot mee naar een eenzame plaats om wat uit te rusten. Maar de mensen kwamen te weten waar hij heen ging en renden hem vooruit. Het Bijbelverslag zegt: „Toen hij uitstapte, zag hij dan ook een grote schare, maar hij werd met medelijden jegens hen bewogen, omdat zij als schapen zonder herder waren. En hij begon hun vele dingen te leren” (Markus 6:30-34). U kunt Jezus navolgen door te doen wat God van u vraagt, ook al zult u misschien moeilijkheden moeten overwinnen.

Waarom moet u het goede nieuws aan anderen vertellen?

▪ Jezus leerde zijn volgelingen dat ze het goede nieuws aan anderen moesten vertellen. Hij zei tegen de apostelen: „Predikt op uw tocht en zegt: ’Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen’” (Mattheüs 10:7). Jezus’ volgelingen hebben een boodschap van grote waarde. Jezus zei in gebed: „Dit betekent eeuwig leven, dat zij voortdurend kennis in zich opnemen van u, de enige ware God” (Johannes 17:3).

Jezus voorzei een werk waaraan miljoenen volgelingen van hem zouden deelnemen. Hij zei: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën” (Mattheüs 24:14). Als u kennis hebt gekregen over Gods koninkrijk en gelooft wat de Bijbel zegt, zult u ongetwijfeld graag aan anderen vertellen wat u weet. Veel volgelingen van Jezus beginnen daarmee door met hun familie over Gods koninkrijk te praten (Johannes 1:40, 41).

Waarom moet u gedoopt worden?

▪ Toen Jezus in de Jordaan gedoopt werd, heeft hij kennelijk in gebed gezegd: ’Ik ben gekomen om uw wil te doen, o God’ (Hebreeën 10:7). Als u Gods wil wenst te doen, moet ook u gedoopt worden. Jezus gebood: „Maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende” (Mattheüs 28:19).

Welke verantwoordelijkheden en zegeningen brengt de doop met zich mee? Gedoopte volgelingen van Jezus dienen God met hun hele ziel. Jezus deed een aanhaling uit Gods Wet, waar staat: „Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel” (Mattheüs 22:37). Hij zei ook: „Wil iemand achter mij komen, dan moet hij zichzelf verloochenen” (Mattheüs 16:24). De doop is een symbool van iemands beslissing om zichzelf te verloochenen en God te gaan toebehoren. Degenen die in deze speciale verhouding tot God staan, kunnen hem om een rein geweten vragen (1 Petrus 3:21).

Zie voor meer informatie hoofdstuk 18 van dit boek, Wat leert de bijbel echt?, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.