Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Breng je kinderen beleefdheid bij

Breng je kinderen beleefdheid bij

Breng je kinderen beleefdheid bij

ER IS een spreekwoord dat luidt: „Met de hoed in de hand, komt men door het ganse land.” Dat een man zijn hoed afnam wanneer hij iemands huis binnenging of als er begroetingen werden uitgewisseld, werd in veel culturen als een uiting van hoffelijkheid bezien waarmee hij respect verwierf. Het spreekwoord komt er dus op neer dat mensen geneigd zijn vriendelijker en welwillender te zijn tegenover personen met goede manieren.

Wat is het prettig als jonge mensen welgemanierd zijn! Een kringopziener in Honduras, die verkondigers van verschillende leeftijden vergezelt bij de prediking van huis tot huis, vertelt: „Ik heb vaak gemerkt dat de impact die een goed opgevoed en respectvol kind op een huisbewoner heeft, groter is dan die van mijn woorden.”

In een tijd waarin het respect voor anderen steeds minder wordt, is het praktisch en nuttig te weten hoe we anderen moeten behandelen. Bovendien spoort de Bijbel ons aan ons te gedragen „op een wijze die het goede nieuws over de Christus waardig is” (Fil. 1:27; 2 Tim. 3:1-5). Het is bijzonder belangrijk dat we onze kinderen leren respect voor anderen te hebben. Hoe kunnen we hun niet alleen uiterlijke beleefdheid bijbrengen maar hun leren echt respectvol te zijn? *

Goede manieren door het goede voorbeeld

Kinderen leren van de voorbeelden die ze zien. Als ouders hun kinderen goede manieren willen bijbrengen, is het dus van wezenlijk belang dat ze zelf welgemanierd zijn (Deut. 6:6, 7). Met je kind over beleefdheid redeneren is belangrijk, maar is op zich niet voldoende. Naast de vermaningen is een goed voorbeeld onontbeerlijk.

Paula * bijvoorbeeld groeide in een christelijk eenoudergezin op. Respect tonen voor iedereen werd een deel van haar persoonlijkheid. Waarom? Ze antwoordt: „Ma gaf het voorbeeld, dus respectvol zijn was voor ons als kinderen iets heel normaals.” Een zekere Walter leerde zijn zoons hun andersdenkende moeder te respecteren. Hij zegt: „Ik deed mijn best om mijn zoons door mijn eigen voorbeeld te leren respect voor hun moeder te hebben; ik sprak nooit denigrerend over mijn vrouw.” Walter bleef zijn zoons in Gods Woord onderwijzen en bad om Jehovah’s hulp. De een dient nu op een bijkantoor van Jehovah’s Getuigen en de ander pioniert. Zijn zoons houden van beide ouders en hebben ook respect voor allebei.

De Bijbel zegt: „God is geen God van wanorde, maar van vrede” (1 Kor. 14:33). Alles wat Jehovah doet getuigt van orde. Christenen moeten hun best doen om die eigenschap van God na te bootsen en hun huis op orde te hebben. Sommige ouders hebben hun kinderen geleerd om elke dag voordat ze naar school gaan hun bed op te maken, hun kleren weg te bergen en te helpen met huishoudelijke karweitjes. Als kinderen in de rest van het huis orde en reinheid zien, is de kans groter dat ze hun kamer en hun spulletjes ook netjes houden.

Hoe denken je kinderen over wat ze op school leren? Uiten ze hun waardering voor wat hun leraren voor hen doen? Uit jij als ouder die waardering? Je kinderen zullen waarschijnlijk dezelfde instelling tegenover hun schoolwerk en leraren hebben als jij aan de dag legt. Waarom zou je hen niet aanmoedigen er een gewoonte van te maken hun leraren te bedanken? Dankbaarheid uiten voor bewezen diensten is een uitstekende manier om respect te tonen, of het nu een leraar, een dokter, een winkelier of iemand anders betreft (Luk. 17:15, 16). Jonge christenen die gunstig bij de andere scholieren afsteken door hun beleefdheid en goede gedrag zijn te prijzen.

Leden van de gemeente moeten een goed voorbeeld geven op het gebied van manieren. Wat is het fijn jongeren in de gemeente beleefd „alstublieft” en „dank u wel” te horen zeggen. Als volwassenen respect voor Jehovah tonen door aandachtig te luisteren naar het onderwijs dat op de vergaderingen wordt gegeven, is dat een aanmoediging voor jongeren hen daarin na te volgen. Kinderen kunnen leren anderen te respecteren door de goede voorbeelden van welgemanierdheid die ze in de Koninkrijkszaal zien. Zo heeft de vierjarige Andrew al geleerd „sorry” te zeggen als er een paar volwassenen staan en hij erlangs wil.

Wat kunnen ouders nog meer doen om hun kinderen te helpen zich het juiste gedrag eigen te maken dat van hen wordt verwacht? Ouders kunnen en moeten de tijd nemen om met hun kinderen de lessen door te nemen die we uit de vele voorbeelden in Gods Woord kunnen leren (Rom. 15:4).

Onderwijs met Bijbelse voorbeelden

Samuëls moeder heeft haar zoon hoogstwaarschijnlijk van tevoren geleerd dat hij voor de hogepriester Eli moest buigen. Toen ze Samuël naar de tabernakel bracht, was hij vermoedelijk nog maar drie of vier jaar (1 Sam. 1:28). Zou jij met je kind begroetingen kunnen oefenen als „goeiemorgen”, „goeiemiddag”, „goeienavond”, of iets anders wat in jullie omgeving gebruikelijk is? Net als de kleine Samuël kunnen ook jouw kinderen ’zowel van Jehovah’s standpunt als van dat der mensen uit bezien geliefd zijn’ (1 Sam. 2:26).

En zou het niet een goed idee zijn om aan de hand van Bijbelverslagen het contrast tussen beleefdheid en onbeleefdheid te laten zien? Toen bijvoorbeeld Israëls ontrouwe koning Ahazia de profeet Elia wilde spreken, stuurde hij ’een overste van vijftig en zijn vijftig mannen’ om hem te ontbieden. De overste beval de profeet hem te vergezellen. Dat was niet de manier om „een man Gods”, Gods vertegenwoordiger, toe te spreken. Hoe reageerde Elia? „Welnu, indien ik een man Gods ben, laat er vuur uit de hemel neerdalen en u en uw vijftigtal verteren.” En zo gebeurde het. „Toen daalde er vuur uit de hemel neer en verteerde hem en zijn vijftigtal” (2 Kon. 1:9, 10).

Er werd een tweede overste van vijftig op Elia afgestuurd. Ook hij beval Elia met hem mee te gaan. En opnieuw daalde er vuur uit de hemel neer. Maar daarna kwam er een derde overste van vijftig naar Elia toe. Deze man gaf blijk van respect. In plaats dat hij Elia een bevel gaf, knielde hij voor hem neer en smeekte: „Man van de ware God, laat mijn ziel en de ziel van deze vijftig knechten van u alstublieft kostbaar zijn in uw ogen. Zie, vuur is uit de hemel neergedaald en heeft vervolgens de twee vorige oversten van vijftig en hun vijftigtallen verteerd, maar laat mijn ziel nu kostbaar zijn in uw ogen.” Zou Gods profeet vuur laten neerdalen op iemand die misschien bang was maar zo respectvol sprak? Dat zou ondenkbaar zijn! In plaats daarvan zei Jehovah’s engel tegen Elia dat hij met deze overste mee moest gaan (2 Kon. 1:11-15). Wordt daardoor niet beklemtoond hoe waardevol het is respect te tonen?

Toen de apostel Paulus in de tempel door Romeinse soldaten in hechtenis werd genomen, ging hij er niet van uit dat hij het recht had te spreken. Hij vroeg de bevelhebber beleefd of hij iets tegen hem mocht zeggen. Het gevolg was dat Paulus daar de gelegenheid kreeg woorden tot zijn verdediging te spreken (Hand. 21:37-40).

Tijdens Jezus’ berechting werd hij in het gezicht geslagen. Maar hij wist hoe hij moest protesteren: „Indien ik verkeerd heb gesproken, leg dan getuigenis over het verkeerde af; maar indien het goed was, waarom slaat gij mij?” Niemand wist iets aan te merken op de manier waarop Jezus sprak (Joh. 18:22, 23).

Gods Woord geeft ook voorbeelden van de manier waarop we op een strenge berisping kunnen reageren en respectvol een begane overtreding of nalatigheid kunnen toegeven (Gen. 41:9-13; Hand. 8:20-24). Abigaïl bijvoorbeeld bood excuses aan voor de onbeschaamde manier waarop haar man, Nabal, David behandeld had. Ze liet haar verontschuldigingen vergezeld gaan van een royaal geschenk in de vorm van voedsel. David was zo onder de indruk van Abigaïls handelwijze dat hij haar na Nabals dood ten huwelijk vroeg (1 Sam. 25:23-41).

Of het nu gaat om respect tonen onder moeilijke omstandigheden of gewoon welgemanierd zijn, leer je kinderen beleefd en respectvol te zijn. Door op die manier ’ons licht voor de mensen te laten schijnen, geven we onze Vader, die in de hemelen is, heerlijkheid’ (Matth. 5:16).

[Voetnoten]

^ ¶4 Uiteraard moeten ouders hun kinderen helpen het verschil te zien tussen respectvol gedrag tegenover volwassenen en onderdanigheid aan iemand die misschien slechte motieven heeft. Zie de Ontwaakt! van oktober 2007, blz. 3-11.

^ ¶7 Sommige namen zijn veranderd.