Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wat is Gods koninkrijk?

Wat is Gods koninkrijk?

Wat is Gods koninkrijk?

„Dit goede nieuws van het koninkrijk . . .” — MATTHEÜS 24:14.

IN ZIJN beroemde Bergrede gaf Jezus een modelgebed, met onder andere dit verzoek aan God: „Uw koninkrijk kome.” Miljoenen kennen dat gebed uit het hoofd en zeggen het vaak op. Het is volgens een encyclopedie „het bekendste gebed uit de christelijke traditie”. Toch hebben maar weinig van die mensen een idee wat het Koninkrijk is of wat er gaat gebeuren als het komt (Mattheüs 6:9, 10).

Dat is niet verrassend. De leiders van de christenheid geven vaak een tegenstrijdige, verwarrende en ingewikkelde uitleg over het Koninkrijk. Een van hen schrijft dat Gods koninkrijk „iets bovennatuurlijks is (...), een innerlijke link met de levende God (...), een ervaring met God waarin mannen en vrouwen verlossing vinden”. Een ander definieert het evangelie van het Koninkrijk als „onderwijs over de kerk”. En de Katechismus van de katholieke kerk zegt: „Het koninkrijk van God is gerechtigheid, vrede en vreugde door de heilige Geest.”

Op bladzijde 2 van dit tijdschrift vindt u een veel duidelijker uitleg. Daar staat dat „Gods koninkrijk, een echte regering in de hemel, binnenkort een eind zal maken aan alle slechtheid en de aarde in een paradijs zal veranderen”. Laten we eens zien hoe de Bijbel die uitleg ondersteunt.

De toekomstige regeerders over de hele aarde

Gods koninkrijk is een regering die door God in het leven is geroepen. De Koning ervan is de uit de dood opgewekte Jezus Christus. De profeet Daniël kreeg een visioen van Jezus’ installatie als Koning in de hemel. Hij schreef: „Ik bleef aanschouwen in de nachtvisioenen, en ziedaar! met de wolken des hemels bleek iemand gelijk een mensenzoon [Jezus] te komen; en tot de Oude van Dagen [Jehovah God] verkreeg hij toegang, en men bracht hem dicht bij, ja vóór Deze. En hem werd heerschappij en waardigheid en een koninkrijk gegeven, opdat de volken, nationale groepen en talen alle hém zouden dienen. Zijn heerschappij is een heerschappij van onbepaalde duur, die niet zal voorbijgaan, en zijn koninkrijk een dat niet te gronde gericht zal worden” (Daniël 7:13, 14).

Het Bijbelboek Daniël laat ook zien dat God het Koninkrijk stabiliteit zal geven, dat het een eind zal maken aan alle menselijke regeringen, en dat het nooit omvergeworpen zal worden. Hoofdstuk 2 beschrijft een door God ingegeven droom van de koning van Babylon waarin hij een groot beeld zag, dat opeenvolgende wereldmachten voorstelde. De profeet Daniël legde die droom uit: „In het laatst der dagen (...) zal de God des hemels een koninkrijk oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht. En het koninkrijk zelf zal aan geen ander volk worden overgedragen. Het zal al deze koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan” (Daniël 2:28, 44).

De Koning van Gods koninkrijk regeert niet alleen. Tijdens zijn bediening op aarde verzekerde Jezus zijn getrouwe apostelen dat zij samen met anderen opgewekt zouden worden tot hemels leven en op tronen zouden zitten (Lukas 22:28-30). Jezus had het niet over letterlijke tronen, want zoals hij aangaf zou het Koninkrijk zich in de hemel bevinden. Volgens de Bijbel komen deze mederegeerders uit „elke stam en taal en elk volk en elke natie”. Ze zouden „tot een koninkrijk en tot priesters voor onze God” worden en „als koningen over de aarde regeren” (Openbaring 5:9, 10).

Waarom het nieuws van het Koninkrijk goed is

Zoals we gelezen hebben, krijgt Christus Jezus het bestuur over alle „volken, nationale groepen en talen” en zullen zijn medebestuurders „als koningen over de aarde regeren”. Wie worden dan de onderdanen van dat Koninkrijk? Dat zijn de mensen die gunstig reageren op het goede nieuws dat in deze tijd gepredikt wordt, en de mensen die tot leven op aarde worden opgewekt met het vooruitzicht daar altijd te mogen blijven.

De Bijbel geeft een schitterende beschrijving van de goede dingen die het Koninkrijk zal brengen. Hier volgen er een paar:

„Hij doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde. De boog verbreekt hij en hij slaat de speer werkelijk aan stukken; de wagens verbrandt hij in het vuur.” — Psalm 46:9.

„Zij zullen stellig huizen bouwen en bewonen, en zij zullen stellig wijngaarden planten en hun vrucht eten. Zij zullen niet bouwen en iemand anders het bewonen; zij zullen niet planten en iemand anders ervan eten.” — Jesaja 65:21, 22.

„Hij [God] zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Openbaring 21:3, 4.

„In die tijd zullen de ogen der blinden geopend worden, en zelfs de oren der doven zullen ontsloten worden. In die tijd zal de kreupele klimmen net als een hert, en de tong van de stomme zal een vreugdegeroep aanheffen.” — Jesaja 35:5, 6.

„Het uur komt waarin allen die in de herinneringsgraven zijn, zijn [Jezus’] stem zullen horen en te voorschijn zullen komen, zij die goede dingen hebben gedaan, tot een opstanding des levens.” — Johannes 5:28, 29.

De zachtmoedigen (...) zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede.” — Psalm 37:11.

Dat is zeker goed nieuws! En uit Bijbelprofetieën die al in vervulling zijn gegaan blijkt zelfs dat het Koninkrijk binnenkort zijn rechtvaardige bestuur over de hele aarde zal doen gelden.