Kun je je dit herinneren?

Heb je genoten van de recente uitgaven van De Wachttoren? Kijk of je de volgende vragen kunt beantwoorden:

• Was de Hof van Eden een bestaande plek op aarde?

De Bijbel spreekt over de tuin als een bestaande plek en geeft informatie over de locatie. Twee van de rivieren die in het verslag genoemd worden, bestaan nog steeds. Fabels en sprookjes zijn meestal heel vaag over locaties. Jezus sprak over Adam en Eva als personen die echt hebben bestaan, en hij is de meest betrouwbare getuige. — 1/1, blz. 5, 6, 9.

• Wist God dat Adam en Eva zouden zondigen?

Nee. Jehovah gaf hun intelligentie en een vrije wil. Ze konden dus kiezen of ze hem wilden gehoorzamen of niet. Jehovah kan alles van tevoren weten, maar hij gebruikt dat vermogen selectief. — 1/1, blz. 13-15.

• Kunnen voorwerpen met Gods naam erop ons beschermen?

Veel mensen denken dat bepaalde voorwerpen magische kracht hebben en hen kunnen beschermen. Maar Gods aanbidders bezien voorwerpen met zijn naam erop niet zo. Ze zoeken hun toevlucht bij Gods naam door geloof in hem te stellen en zijn wil te doen (Zef. 3:12, 13). — 15/1, blz. 5, 6.

• Wie in Israël hadden voordeel van de regeling voor het nalezen?

Iedereen. De armen werden tot ijver aangezet. Anderen werden aangemoedigd gul te zijn en op Gods zegen te vertrouwen. — 1/2, blz. 15.

• Waarom verwierp Jehovah koning Saul?

Saul had moeten wachten tot Gods profeet een offer zou brengen, maar hij ging zelf offeren. Later negeerde hij het gebod om een vijandig volk uit te roeien. — 15/2, blz. 22, 23.

• Hoe kun je laten zien dat je wetteloosheid haat?

Door matig te zijn met alcohol, occulte praktijken te vermijden en acht te slaan op Jezus’ waarschuwing voor immoraliteit. Vermijd bijvoorbeeld pornografie en de fantasieën die het oproept (Matth. 5:27, 28). Heb ook geen omgang met uitgeslotenen. — 15/2, blz. 29-32.

• Wat is er opmerkelijk aan een archeologische vondst van eeuwenoude bijenkorven in Israël?

Archeologen hebben meer dan dertig bijenkorven gevonden, genoeg voor een jaarlijkse opbrengst van wel vijfhonderd kilo honing. Hieruit blijkt dat er in het land dat God had beschreven als „vloeiende van melk en honing” inderdaad bijen werden gehouden (Ex. 3:8). — 1/3, blz. 15.

• Hoe was Jeremia „als een boom geplant bij de wateren, die zijn wortels uitslaat”? (Jer. 17:7, 8)

Hij bleef ’vrucht voortbrengen’. Hij liet zich niet van de wijs brengen door gespot maar bleef dicht bij de Bron van levengevend ’water’ door alles wat Jehovah hem zei ter harte te nemen. — 15/3, blz. 14.

• Wat bedoelde Jezus toen hij tegen Martha zei dat je maar weinig dingen nodig hebt, of maar één? (Luk. 10:41, 42)

Hij vond niet dat ze te veel met materiële dingen bezig was omdat ze meerdere gerechten klaarmaakte. Ook vond hij niet dat haar harde werk onbelangrijk was. Hij gaf wel aan wat prioriteit moest hebben. Martha liet namelijk een unieke gelegenheid voorbijgaan om haar geloof te vergroten. — 1/4, blz. 12, 13.

• Op welke punten was Jezus’ berechting onrechtmatig?

De rechtbank hoorde geen argumenten of getuigen voor vrijspraak aan. Er werden valse getuigen gezocht. De zaak werd ’s nachts behandeld. De rechtszaak werd binnen een dag afgerond. — 1/4, blz. 20.