Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De Bijbel verandert levens

De Bijbel verandert levens

De Bijbel verandert levens

WAAROM gaf een populaire zangeres haar carrière op om een fulltimeprediker te worden? En hoe kwam het dat een crimineel die door een rechter onverbeterlijk werd genoemd een productief lid van de samenleving werd? Hier volgt hun verhaal.

’Niemand kan twee meesters dienen.’ — ANTOLINA ORDEN CASTILLO

GEBOORTEJAAR: 1962

LAND VAN HERKOMST: SPANJE

VOORGESCHIEDENIS: ACTRICE EN ZARZUELA-ZANGERES

MIJN VERLEDEN: Ik ben geboren in het dorpje Tresjuncos in het gebied La Mancha. We waren landbouwers. Mijn moeder was katholiek en mijn vader protestant. Mijn vader bracht me respect voor de Bijbel bij; hij zat er altijd in te lezen. Maar mijn moeder gaf me een katholieke opvoeding en nam me elke zondag mee naar de mis.

Op mijn vijftiende vertrok ik uit het dorp en ging ik met mijn oudere zus in Madrid wonen. Ik miste mijn ouders heel erg maar na een tijdje ging ik me thuis voelen in de stad. Op mijn zeventiende kreeg ik de kans een paar maanden bij een zarzuela, een traditionele Spaanse operette, te werken. Dat vond ik erg leuk en ik besloot actrice te worden. Ik stopte met mijn secretaresseopleiding en ging bij verschillende zarzuela-gezelschappen werken. Rond die tijd kreeg ik een relatie met de broer van een van mijn vriendinnen. Ik voelde me heel gelukkig: ik had een goede baan, geld en iemand die van me hield.

Ik ging met verschillende zarzuela-gezelschappen op tournee door heel Spanje, maar ook in andere landen zoals Colombia, Costa Rica, Ecuador en Venezuela. Verder zong ik met allerlei groepen van „La movida madrileña”, een populaire culturele beweging in Madrid. Een van de groepen waarvan ik leadzangeres was, had veel succes.

Ik hield van mijn werk maar niet van de losbandige sfeer. Verder werd ik geobsedeerd door mijn uiterlijk en mijn imago. Ik volgde een heel streng dieet en kreeg anorexia en boulimie.

Het was nog steeds mijn voornaamste doel om actrice te worden. Uiteindelijk werd ik toegelaten tot de school voor dramatische kunst in Madrid. We leerden dat een acteur zich goed in de gevoelens van het personage moet verdiepen, en ook in zijn eigen gevoelens. Toen ik dat deed, realiseerde ik me dat ik emotioneel leeg was. Ik was een oppervlakkige vrouw geworden die alleen aan zichzelf dacht.

HOE DE BIJBEL MIJN LEVEN VERANDERDE: Ik wist dat als ik goede eigenschappen wilde ontwikkelen, ik er iets voor moest doen. Maar ik wist niet waar ik moest beginnen. Ik besloot naar een evangelische kerk in Madrid te gaan waar ik ooit met mijn ouders was geweest. Ik bad tot God en gebruikte zijn naam, Jehovah.

Niet lang daarna kwamen er twee Getuigen van Jehovah bij me aan de deur. Ik had enthousiaste gesprekken over de Bijbel met ze, maar ging ook vaak tegen hun leerstellingen in. Esther, de Getuige die de Bijbel met me bestudeerde, was erg geduldig. Zij en haar gezin waren heel lief voor me. Ik begon naar de vergaderingen van de Getuigen te gaan en besefte al snel dat ik de waarheid waar ik naar zocht, had gevonden.

Ik was net klaar met mijn opleiding toen zich allerlei carrièremogelijkheden voordeden. Ik kon een rol krijgen in een productie die in een beroemd theater in Madrid zou draaien. Maar ik wist ook dat ik, als ik succes wilde hebben, me helemaal op het acteren moest storten. Uiteindelijk besloot ik ander werk te zoeken, werk waardoor ik me op mijn dienst voor God kon concentreren. Ik dacht aan Jezus’ woorden: „Niemand kan twee meesters als slaaf dienen, want hij zal óf de een haten en de ander liefhebben, óf zich aan de een hechten en de ander verachten. Gij kunt niet God en de Rijkdom als slaaf dienen” (Mattheüs 6:24). Mijn vriend, met wie ik al acht jaar samen was, deelde mijn overtuiging niet, en daarom besloot ik onze relatie te beëindigen. Deze veranderingen waren allemaal niet makkelijk.

DE VOORDELEN: Nu werk ik parttime als activiteitenbegeleidster voor bejaarden. Daardoor kan ik het grootste deel van mijn tijd besteden aan het geven van Bijbels onderwijs aan Arabischsprekende mensen in mijn omgeving. Het kost me veel moeite deze taal onder de knie te krijgen, maar ik geniet er intens van de mooie dingen die ik heb geleerd te delen met zulke gastvrije en gelovige mensen.

In plaats van de leegte die ik tijdens mijn toneelopleiding voelde, heb ik nu een doel in mijn leven. Jehovah heeft me geholpen een beter en gelukkiger mens te zijn.

’Ik heb bewezen dat de rechter ongelijk had.’ — PAUL KEVIN RUBERY

GEBOORTEJAAR: 1954

LAND VAN HERKOMST: ENGELAND

VOORGESCHIEDENIS: GEWELDDADIGE CRIMINEEL

MIJN VERLEDEN: Ik ben geboren in Dudley, een grote industriestad in de West Midlands. Toen ik klein was bracht mijn vader me al liefde voor lezen bij. Hij leerde me ook waardering te hebben voor de mooie dingen in de natuur, hoewel hij die aan evolutie toeschreef. Hij vertelde me dat er geen God is. Toch stuurden mijn ouders me naar een methodistische zondagsschool.

Toen ik acht was, zag ik een paar jongens uit de buurt een boot in het kanaal in brand steken. De politie kwam, maar ik durfde niet te vertellen wat ik had gezien. De jongens hadden me bedreigd. Ik kreeg de schuld van de brandstichting en besloot wraak te nemen. Ik koelde mijn woede op een paar scholen, kerken en fabrieken. Ik liet een spoor van vernieling achter en richtte voor duizenden ponden schade aan. Op mijn tiende begon ik in woonhuizen en winkels in te breken. Ik werd gefascineerd door vuur en stak van alles in brand. De leraren op school noemden me onhandelbaar.

Op mijn twaalfde ontdekte ik een boek over occultisme en maakte ik mijn eigen ouijabord. Omdat mijn ouders niet in God geloofden, dachten ze dat mijn belangstelling voor spiritisme onschuldig was en dat het me uit de problemen zou houden. Maar tegen de tijd dat ik van school ging, had ik al vaak voor de kinderrechter gestaan. Ik had me aangesloten bij een gewelddadige groep skinheads. Ik droeg een scheermes en een fietsketting als wapens. Ik kreeg een baan maar raakte die al gauw weer kwijt omdat ik een korte gevangenisstraf moest uitzitten. Daarna begon ik opnieuw van alles te vernielen. Ik werd opgepakt en moest twee jaar de gevangenis in. De rechter noemde me onverbeterlijk en een gevaar voor de samenleving.

Na mijn vrijlating kwam ik weer in contact met mijn vroegere vriendin, Anita. We trouwden, en een tijdlang wist ik me te gedragen. Maar na een paar jaar ging ik het slechte pad weer op. Ik begon bij bedrijven in te breken om de kluis leeg te halen. Ik ging drugs gebruiken, zwaar drinken en een vuurwapen dragen. Weer werd ik opgepakt en in de gevangenis gezet.

Mijn manier van leven bezorgde Anita veel stress. Haar dokter schreef haar kalmerende middelen voor maar zei dat ze eigenlijk beter van me kon scheiden. Gelukkig voor mij heeft ze zijn raad niet opgevolgd.

HOE DE BIJBEL MIJN LEVEN VERANDERDE: Toen we pas getrouwd waren, had Anita kort met Jehovah’s Getuigen de Bijbel bestudeerd. Terwijl ik (zo zou later blijken) mijn laatste gevangenisstraf uitzat, kwam ze opnieuw met de Getuigen in contact. Op diezelfde dag zei ik in gebed tot God: „Als u echt bestaat, bewijs me dat dan.”

Toen ik een paar maanden later vrijkwam, ging ik naar de plaatselijke predikant en vroeg hem om met Anita en mij de Bijbel te bestuderen. Hij zei dat hij ons alleen de geloofsbelijdenis en een gebed zou leren.

Uiteindelijk begon ik de Bijbel te lezen. Het verbaasde me dat de Bijbel spiritisme veroordeelt (Deuteronomium 18:10-12). Later vond ik een Wachttoren die de Getuigen aan Anita hadden gegeven op de dag dat ik God om hulp had gebeden. Wat ik las bewoog me ertoe de Getuigen te benaderen.

Onze familie, onze vrienden en mijn criminele maten waren niet blij toen ze hoorden dat we met Jehovah’s Getuigen de Bijbel bestudeerden. Sommigen zeiden dat ik gehersenspoeld werd. En eerlijk gezegd konden mijn hersenen wel een schoonmaakbeurt gebruiken. Ik had veel vervelende karaktertrekken, een ongevoelig geweten, ik rookte wel zestig sigaretten per dag en had nog meer slechte gewoonten. De Getuigen met wie we studeerden en de anderen met wie we in de plaatselijke gemeente omgingen, waren heel geduldig en vriendelijk. Uiteindelijk kon ik mijn slechte gewoonten overwinnen (2 Korinthiërs 7:1).

DE VOORDELEN: Anita en ik zijn nu 35 jaar getrouwd. Een van onze kinderen en twee van onze kleinkinderen dienen Jehovah ook. De laatste jaren hebben Anita en ik er veel tijd aan kunnen besteden anderen te helpen de Bijbel te begrijpen.

Jehovah God dienen heeft ons leven echt een doel gegeven en zinvol gemaakt. In 1970 zei een rechter dat ik onverbeterlijk was. Maar dankzij Gods hulp en de raad uit de Bijbel heb ik bewezen dat de rechter ongelijk had.