Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wat moeten kinderen leren?

Wat moeten kinderen leren?

Wat moeten kinderen leren?

„De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten, streng te onderrichten in rechtvaardigheid.” — 2 TIMOTHEÜS 3:16.

KINDEREN moeten de waarheid over God leren. Waar kunnen ze die vinden? In het meest gerespecteerde religieuze boek ter wereld, de Bijbel.

De Bijbel is te vergelijken met een brief van God. In die brief laat God weten wat voor iemand hij is en geeft hij al zijn kinderen, jong en oud, morele leiding. Kijk eens naar een paar uitspraken in de Bijbel en naar de lessen die zelfs jonge kinderen daaruit kunnen leren.

Wat wil God dat we van hem weten?

De Bijbel zegt: ’Gij, wiens naam Jehovah is, gij alleen zijt de Allerhoogste over heel de aarde’ (Psalm 83:18).

Les: God is geen onpersoonlijke kracht, maar een echte Persoon met een eigen naam.

De Bijbel zegt: „Jehovah doorzoekt alle harten, en elke neiging van de gedachten onderscheidt hij. Indien gij hem zoekt, zal hij zich door u laten vinden” (1 Kronieken 28:9).

Les: Jehovah God geeft om ons allemaal, ook om kleine kinderen (Psalm 10:14; 146:9). Hij wil dat we over hem leren.

De Bijbel zegt: „Geen enkele (...) vaderloze jongen moogt gijlieden kwellen. Kwelt gij hem toch, dan zal ik, indien hij op enige wijze luid tot mij roept, zijn luide geroep zeker horen” (Exodus 22:22-24).

Les: Jehovah luistert zelfs naar de gebeden van kleine kinderen. We kunnen geregeld met hem praten en onze diepste gedachten en gevoelens met hem delen.

De Bijbel zegt: „Herhaaldelijk plachten zij God op de proef te stellen, en zij bedroefden zelfs de Heilige Israëls” (Psalm 78:41).

Les: Wat we zeggen en doen heeft invloed op Jehovah’s gevoelens, dus moeten we nadenken voordat we iets zeggen of doen.

Hoe moeten we mensen die anders zijn behandelen?

De Bijbel zegt: ’God is niet partijdig, maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem’ (Handelingen 10:34, 35).

Les: Als God mensen met allerlei achtergronden accepteert, moeten wij anderen niet discrimineren alleen omdat ze er anders uitzien.

De Bijbel zegt: „[Weest] altijd gereed u te verdedigen voor een ieder die van u een reden verlangt voor de hoop die in u is, maar doet dit met zachtaardigheid en diepe achting” (1 Petrus 3:15).

Les: Als we over godsdienst praten, moeten we onze mening met overtuiging onder woorden brengen, maar niet agressief. Ook moeten we laten merken dat we mensen met een ander geloof respecteren.

Hoe moeten we gezinsleden behandelen?

De Bijbel zegt: „Kinderen, weest uw ouders gehoorzaam in alles, want dit is de Heer welgevallig” (Kolossenzen 3:20).

Les: Gehoorzame kinderen laten niet alleen zien dat ze van hun ouders houden, maar ook dat ze willen doen wat God van ze vraagt.

De Bijbel zegt: „Blijft elkaar verdragen en elkaar vrijelijk vergeven als de een tegen de ander een reden tot klagen heeft. Zoals Jehovah u vrijelijk vergeven heeft, doet ook gij evenzo” (Kolossenzen 3:13).

Les: Anderen, ook binnen het gezin, zullen ons soms teleurstellen. Maar we moeten leren ze te vergeven als we willen dat God ons vergeeft (Mattheüs 6:14, 15).

Waarom eerlijk en vriendelijk zijn?

De Bijbel zegt: „Spreekt waarheid, een ieder van u met zijn naaste” (Efeziërs 4:25).

Les: Als we de waarheid spreken, volgen we God na en maken we hem blij. Als we er een gewoonte van maken te liegen, gaan we op Gods vijand de Duivel lijken, die „de vader van de leugen” is (Johannes 8:44; Titus 1:2).

De Bijbel zegt: „Behandel de mensen zoals u door hen behandeld wilt worden” (Mattheüs 7:12, „Groot Nieuws Bijbel”).

Les: We moeten rekening houden met de gevoelens, gedachten en behoeften van onze gezinsleden en anderen. Als we laten zien dat we medegevoel hebben, zijn anderen eerder geneigd ons ook vriendelijk te behandelen (1 Petrus 3:8; Lukas 6:38).

Deze voorbeelden laten zien dat de lessen uit de Bijbel kinderen kunnen helpen volwassenen te worden die waardering, respect en begrip voor anderen hebben. Maar wie zou kinderen deze lessen moeten bijbrengen?