Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wist u dit?

Wist u dit?

Wist u dit?

Waarom waren er geldwisselaars in de tempel van Jeruzalem?

Kort voor zijn dood pakte Jezus een groot onrecht in de tempel aan. Hij „wierp allen die in de tempel verkochten en kochten eruit en keerde de tafels van de geldwisselaars en de banken van de duivenverkopers om. En hij zei tot hen: ’Er staat geschreven: „Mijn huis zal een huis van gebed worden genoemd”, maar gij maakt het tot een rovershol’” (Mattheüs 21:12, 13).

In de eerste eeuw kwamen er Joden en proselieten uit veel landen en steden naar de tempel in Jeruzalem toe, en ze hadden munten bij zich uit het gebied waar ze woonden. Maar ze mochten alleen met plaatselijk geld de jaarlijkse tempelbelasting betalen, offerdieren kopen en andere vrijwillige bijdragen geven. Geldwisselaars zetten daarom, tegen vergoeding, allerlei munten in de vereiste geldsoort om. Als de Joodse feesten voor de deur stonden, kwamen deze geldwisselaars met hun stalletjes in het voorhof der heidenen staan.

Jezus’ verwijt dat de geldwisselaars „een rovershol” van de tempel maakten, duidt er kennelijk op dat ze overdreven veel voor hun diensten vroegen.

Waarom waren olijfbomen in Bijbelse tijden zo geliefd?

Olijfbomen en wijngaarden waren zegeningen die God zijn volk beloofde als ze hem trouw zouden blijven (Deuteronomium 6:10, 11). Ook nu nog wordt de olijfboom in de gebieden waar hij voorkomt erg gewaardeerd. De boom kan honderden jaren lang een rijke oogst opleveren en heeft relatief weinig verzorging nodig. Een gecultiveerde boom doet het zelfs goed op een rotsige bodem en kan veel droogteperiodes doorstaan. Als hij wordt omgehakt, krijgt hij vanuit zijn wortels verschillende uitlopers die zich tot nieuwe stammen kunnen ontwikkelen.

In Bijbelse tijden werden de schors en de bladeren gewaardeerd om hun koortsverlagende werking. De gomhars die uit oude takken sijpelt en naar vanille ruikt, werd voor parfums gebruikt. Maar de boom was in de eerste plaats geliefd om de olijven en de olie. Het vruchtvlees van een rijpe olijf bestaat voor ongeveer de helft uit olie.

Een goede boom kon in een jaar bijna zestig liter olie leveren. Olijfolie werd ook gebruikt als lampolie, voor ceremoniële en religieuze doelen, als schoonheidsmiddel en om de pijn te verzachten bij wonden en blauwe plekken (Exodus 27:20; Leviticus 2:1-7; 8:1-12; Ruth 3:3; Lukas 10:33, 34).