Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

„Zelfhandhaving die respect afdwingt”

„Zelfhandhaving die respect afdwingt”

„Zelfhandhaving die respect afdwingt”

TIJDENS zijn rampzalige periode als rijkskanselier van Duitsland kreeg Adolf Hitler tienduizenden brieven. Veel daarvan werden in 1945, nadat de Russen het gebied rond Berlijn hadden bezet, naar Moskou gebracht en daar bewaard. De historicus Henrik Eberle heeft duizenden van die brieven uit het Moskouse archief onderzocht om te weten te komen wie er aan Hitler schreven en waarom. Eberle publiceerde zijn conclusies in het boek Brieven aan Hitler.

„Hitler kreeg de post van leraren en scholieren, nonnen en priesters, van werklozen en ondernemers, van eenvoudige SA-mannen en van admiralen”, zegt Eberle. „Sommigen zagen hem als de teruggekeerde Messias, anderen zagen hem als de personificatie van het kwaad.” Kreeg Hitler protestbrieven van kerkleiders over de gruweldaden die door de nazi’s werden begaan? Ja, maar dat waren er heel weinig.

In het Moskouse archief vond Eberle wel een dossier dat brieven bevatte die door Getuigen van Jehovah uit verschillende delen van Duitsland aan Hitler waren gestuurd. Die brieven waren een protest tegen het optreden van de nazi’s. In totaal zijn er door Getuigen in ongeveer vijftig landen zo’n 20.000 brieven en telegrammen gestuurd als protest tegen de mishandeling van Jehovah’s Getuigen. Duizenden Getuigen werden gearresteerd, en honderden werden terechtgesteld of stierven door mishandeling. Eberle concludeert: „Met het oog op de miljoenen slachtoffers van het NS-regime lijkt dat een gering aantal, maar het getuigt van een collectieve daad van zelfhandhaving die respect afdwingt.”