Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De Bijbel verandert levens

De Bijbel verandert levens

De Bijbel verandert levens

WAT motiveerde een tabaksboer om niet alleen een ander beroep te kiezen maar ook zijn diepgewortelde geloofsopvattingen te veranderen? Hoe kreeg een alcoholiste de kracht om haar leven te veranderen? Hier volgt hun verhaal.

’Het is geweldig bij deze grote familie te horen.’ — DINO ALI

GEBOORTEJAAR: 1949

LAND VAN HERKOMST: AUSTRALIË

VOORGESCHIEDENIS: TABAKSBOER

MIJN VERLEDEN: Mijn ouders emigreerden in 1939 van Albanië naar Australië en gingen in Mareeba wonen, een stadje in Queensland. Er woonden in dit gebied veel buitenlanders, zoals Bosniërs, Grieken, Italianen en Serviërs. Ze hadden allemaal hun eigen normen, gewoonten en cultuur. In Mareeba werd veel tabak verbouwd, en mijn ouders begonnen een tabaksplantage.

Al gauw werd mijn zus geboren. Daarna kwamen mijn twee oudere broers en ik. Droevig genoeg stierf mijn vader aan een hartaanval toen ik één was. Mijn moeder hertrouwde en kreeg nog vier zoons. We woonden allemaal op de tabaksplantage van mijn stiefvader.

Ik ging als tiener het huis uit. Toen ik begin twintig was, trouwde ik in de plaatselijke moskee met Saime. We waren namelijk allebei moslim, net als heel mijn familie. Ik las de Koran en een boek over de profeet Mohammed. Maar ik had ook een klein bijbeltje waar ik in las. De Koran spreekt over de profeten die in de Bijbel worden genoemd, en door de Bijbel te lezen kwam ik te weten wanneer ze hadden geleefd.

Er kwamen regelmatig Getuigen van Jehovah bij ons langs. Ze gaven ons tijdschriften en boeken, waar Saime en ik graag in lazen. Ik weet nog dat ik veel interessante gesprekken met ze had over allerlei religieuze onderwerpen. Ze gebruikten altijd de Bijbel om mijn vragen te beantwoorden in plaats van hun persoonlijke mening te geven. Dat maakte echt indruk op me.

De Getuigen boden aan de Bijbel met me te bestuderen en nodigden me uit voor hun vergaderingen, maar elke keer weigerde ik. Op dat moment vond ik het alleen maar belangrijk een eigen plantage en een groot gezin te krijgen. Die eigen plantage is er nooit gekomen, maar ik ben wel de trotse vader van vijf kinderen.

HOE DE BIJBEL MIJN LEVEN VERANDERDE: Negen jaar na mijn eerste contact met de Getuigen was ik nog steeds moslim. Maar ik vond het wel leuk om alle publicaties van de Getuigen te lezen. Elke zondag namen Saime en ik daar de tijd voor. We bewaarden alle tijdschriften die we in de loop van de jaren kregen. Die waren heel nuttig toen anderen het geloof dat in mijn hart begon te groeien in twijfel gingen trekken.

Zo ontmoette ik een evangelische predikant die me onder druk probeerde te zetten om Jezus als mijn Verlosser te aanvaarden. Het was hem al gelukt om Saimes broer en een van mijn halfbroers te bekeren. Al gauw probeerden kennissen van allerlei religieuze achtergronden me ervan te overtuigen dat ik bij hun geloof moest komen. Sommige gaven me lectuur waarin Jehovah’s Getuigen werden aangevallen. Ik vroeg ze om me de Bijbelse gronden voor hun eigen leerstellingen te laten zien, maar dat konden ze niet.

Al die tegenstand zorgde er alleen maar voor dat ik nog verder in de Bijbel ging graven en nog meer nazoekwerk ging doen in de publicaties van de Getuigen. Uiteindelijk besefte ik dat ik iets moest gaan doen met wat ik leerde.

Ik volgde geen Bijbelcursus van de Getuigen maar begon gewoon hun vergaderingen te bezoeken. In het begin was ik heel nerveus en verlegen, maar ik ontmoette er veel vriendelijke mensen en genoot van wat ik leerde. Ik besloot dat ik een van Jehovah’s Getuigen wilde worden, en in 1981 liet ik me dopen als symbool van mijn opdracht aan God.

Mijn vrouw was niet tegen mijn beslissing, maar soms vroeg ze zich af of ik niet misleid werd. Toch was ze erbij toen ik gedoopt werd. Ik bleef haar vertellen over de vele waarheden die ik leerde. Toen we ongeveer een jaar na mijn doop van vakantie naar huis reden, zei Saime dat ze een Getuige wilde worden. Ik was zo verbaasd dat ik bijna van de weg af reed! Ze werd in 1982 gedoopt.

Het was niet makkelijk om de nodige veranderingen in ons leven aan te brengen. Ik was gestopt met het verbouwen van tabak omdat het in strijd is met Bijbelse principes (2 Korinthiërs 7:1; Jakobus 2:8). Het duurde een tijdje voordat we aanvaardbaar werk met een vast inkomen vonden. Ook weigerden sommige familieleden nog jarenlang ons te bezoeken. We probeerden in onze omgang met hen Bijbelse principes toe te passen door liefde te tonen. Uiteindelijk konden ze zich eroverheen zetten en nu gaan ze ons niet meer uit de weg.

DE VOORDELEN: Door de beproevingen die ik heb meegemaakt, of het nu ging om mijn verlegenheid, financiële zorgen of tegenstand van familie, heb ik geleerd dat Jehovah God me heel geduldig helpt met mijn problemen om te gaan. Ik ben nu bijvoorbeeld ouderling in mijn gemeente en moet vaak onderwijs geven vanaf het podium. Dat blijft een uitdaging voor me omdat ik van de zenuwen altijd ga stotteren. Maar ik bid veel, en met Jehovah’s hulp lukt het me toch.

Mijn vrouw en ik zijn dichter naar elkaar toe gegroeid en de band die we nu hebben is echt heel bijzonder. We hebben fouten gemaakt bij de opvoeding van onze kinderen, maar we hebben ons best gedaan om ze de Bijbelse waarheden die we leerden bij te brengen (Deuteronomium 6:6-9). En mijn oudste zoon en zijn vrouw zijn nu zendeling.

Ik weet nog dat ik, toen we als gezin pas de vergaderingen van de Getuigen bezochten, de auto parkeerde en de zaal inkeek. Ik vroeg aan mijn vrouw en kinderen: „Wat valt jullie op?” Binnen was een groep mensen te zien van verschillende culturen, achtergronden en talen: Aboriginals, Albanezen, Australiërs en Kroaten. Toch gingen ze allemaal gezellig met elkaar om. Het is geweldig te mogen horen bij deze grote familie van geestelijke broers en zussen, die niet alleen hier in Australië bestaat maar over de hele wereld (1 Petrus 5:9).

„Mijn zus heeft het nooit opgegeven.” — JELENA VLADIMIROVNA SJOMINA

GEBOORTEJAAR: 1952

LAND VAN HERKOMST: RUSLAND

VOORGESCHIEDENIS: VERSLAAFD AAN ALCOHOL, DEED ZELFMOORDPOGING

MIJN VERLEDEN: Ik ben geboren in Krasnogorsk, een vredig stadje in de buurt van Moskou. Mijn ouders waren allebei leraar. Ik kon goed leren en volgde een muziekopleiding. De toekomst zag er rooskleurig uit.

Toen ik trouwde ging ik met mijn man in een buurt wonen waar iedereen vloekte, rookte en zwaar dronk. Ik besefte het toen nog niet, maar die omgeving had een slechte invloed op me. Ik ging naar feestjes om te zingen en gitaar te spelen. Maar als ik daar eenmaal was, werd ik ertoe overgehaald te roken en te drinken. Al gauw was ik verslaafd aan alcohol.

Mijn verslaving begon mijn leven te verwoesten. Ik zakte steeds verder weg tot het punt dat ik zelfs bijna niet meer kon eten. Ik wilde dood en deed een onhandige zelfmoordpoging. Ik ben blij dat het niet is gelukt.

Al die tijd kwam mijn zus vaak bij me langs. Ze was een Getuige van Jehovah geworden en probeerde me duidelijk te maken dat de Bijbel me kon helpen. Ik had geen interesse voor de Bijbel, dus stuurde ik haar steeds weg. Maar mijn zus heeft het nooit opgegeven. Ze was zo geduldig en lief dat ik uiteindelijk toch de Bijbel ging bestuderen.

HOE DE BIJBEL MIJN LEVEN VERANDERDE: Toen ik met die Bijbelcursus was begonnen, nam ik me vast voor te stoppen met drinken. Rond die tijd werd ik door een dronken buurman in elkaar geslagen. Ik kwam ernstig gewond in het ziekenhuis terecht. Ik had vier gebroken ribben en van één oog was het netvlies beschadigd. Maar dat verblijf in het ziekenhuis hielp me wel door de ontwenningsverschijnselen heen.

In die tijd bad ik heel veel. Een Bijbeltekst die me echt troostte, was Klaagliederen 3:55, 56: „Ik heb uw naam uitgeroepen, o Jehovah, vanuit de onderste kuil. Mijn stem moet gij horen. Verberg uw oor niet voor mijn verlichting, voor mijn hulpgeschreeuw.”

Ik geloof echt dat Jehovah mijn gebeden heeft verhoord. Hij heeft me de kracht gegeven om niet in mijn oude gewoonten terug te vallen. Ik ben wel in de verleiding geweest om weer te gaan drinken. Maar ik kan gelukkig zeggen dat ik nooit ben gezwicht.

Tijdens mijn Bijbelcursus leerde ik dat ik mijn man moet ondersteunen in zijn rol als gezinshoofd (1 Petrus 3:1, 2). Dat was niet makkelijk voor me, want ik liep hem de hele dag te commanderen. Ik vroeg Jehovah om hulp. Het ging niet van de ene dag op de andere, maar geleidelijk ben ik een betere vrouw geworden, en ik probeer mijn man nu altijd te steunen.

Mijn man was verbaasd toen hij die veranderingen zag. Hij had nooit interesse voor de Bijbel gehad. Maar toen ik besloot te stoppen met roken, zei hij: „Als jij stopt met roken, neem ik Bijbelles!” We zijn allebei op dezelfde dag met roken gestopt.

DE VOORDELEN: Mijn man hield zich aan zijn belofte en begon de Bijbel te bestuderen. We lezen nu elke dag samen in de Bijbel, mediteren over wat we lezen en proberen de raad in ons leven toe te passen.

Ons gezinsleven is enorm verbeterd, en ik heb zelf ook heel veel voordelen ervaren. Ik ben Jehovah dankbaar dat hij me tot zich getrokken heeft (Johannes 6:44). Ik ben ook mijn zus dankbaar, die het nooit heeft opgegeven. Daardoor heb ik persoonlijk ondervonden dat de Bijbel echt levens verandert.

[Inzet op blz. 11]

Ik besefte dat ik iets moest gaan doen

[Inzet op blz. 13]

Mijn zus was zo geduldig en lief dat ik uiteindelijk toch de Bijbel ging bestuderen