Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Veelgestelde vragen

Van wie kwam de ’ster’?

Van wie kwam de ’ster’?

▪ Hebt u weleens een kerststalletje of een kerstspel gezien met drie koningen of wijzen bij de pasgeboren Jezus in een kribbe? Het verhaal gaat dat God een ster gebruikte om ze naar de stal in Bethlehem te leiden. Sommige kinderen kennen zelfs de namen van die drie koningen uit hun hoofd: Melchior, Caspar en Balthasar. Maar komt dat populaire verhaal overeen met wat er in de Bijbel staat? Nee, er zijn verschillende dingen die niet kloppen.

Ten eerste: wie waren die mannen? In de oorspronkelijke Griekse tekst van de Bijbel worden ze geen koningen of wijzen genoemd; het waren magiërs of astrologen. Ze hielden zich blijkbaar bezig met een heidens gebruik: waarzeggerij aan de hand van de sterren. In het Bijbelverslag wordt niet gezegd hoe ze heetten of hoeveel het er waren.

Ten tweede: wanneer kwamen die mannen? Niet toen Jezus nog als baby in een voederbak lag. Hoe weten we dat? De evangelieschrijver Mattheüs zegt: „Toen zij het huis waren binnengegaan, zagen zij het jonge kind met zijn moeder Maria” (Mattheüs 2:11). Jezus was dus geen pasgeboren baby meer maar een klein kind. Maria en Jozef sliepen niet meer in een stal maar woonden ondertussen in een huis.

Ten derde: van wie kwam de ’ster’ die de astrologen leidde? Religieuze leiders zeggen gewoonlijk dat die van God kwam. Maar was dat wel zo? Bedenk dat de ’ster’ de astrologen niet meteen naar Bethlehem bracht, maar eerst naar koning Herodes in Jeruzalem. Zo hoorde die jaloerse en machtige moordenaar van Jezus’ bestaan. De astrologen gaven hem zelfs een reden om het kind te haten: het zou de „koning der joden” worden (Mattheüs 2:2). Sluw zei Herodes dat ze terug moesten komen om hem te vertellen waar het kind precies was omdat hij zogenaamd het kind ook eer wilde bewijzen. Daarna bracht de ’ster’ de astrologen naar Jozef en Maria. De reis van de astrologen had dus de dood van het kind tot gevolg kunnen hebben, maar gelukkig greep God in. De astrologen gingen niet naar Herodes terug. Dat maakte hem zo kwaad dat hij het bevel gaf alle jongetjes van twee jaar en jonger in en rond Bethlehem te vermoorden (Mattheüs 2:16).

Jehovah noemde Jezus later „mijn Zoon, de geliefde, die ik heb goedgekeurd” (Mattheüs 3:17). Denk hier eens over na: Als zo’n lieve, rechtvaardige Vader boodschappers nodig had, zou hij dan kiezen voor heidense astrologen, die aan een vorm van occultisme deden die in de Wet verboden was? (Deuteronomium 18:10) Zou hij een ster gebruiken om ze naar de gevaarlijkste en machtigste moordenaar in het land te leiden, met een boodschap die zeker een uitbarsting van jaloezie en haat bij hem zou veroorzaken? Zou God daarna dezelfde ster en astrologen gebruiken om te onthullen waar zijn hulpeloze zoon was?

Als voorbeeld: Een goede militaire bevelhebber stuurt zijn beste soldaat op een gevaarlijke missie in vijandelijk gebied. Zou hij de vijand laten weten waar die soldaat is? Natuurlijk niet! Zo heeft Jehovah zijn Zoon naar deze gevaarlijke wereld gestuurd. Zou Hij de slechte koning Herodes hebben laten weten waar Zijn Zoon als weerloos kind was? Absoluut niet!

Van wie kwam dus de ’ster’ of het verschijnsel dat op een ster leek? Voor het antwoord kunnen we ons afvragen: Wie had er het meeste belang bij dat Jezus als kind gedood werd, zodat hij niet zou opgroeien en zijn missie op aarde niet zou uitvoeren? Wie probeert mensen te misleiden en promoot leugens, geweld en moord? Jezus zelf wees degene aan die de „leugenaar en de vader van de leugen” is, „een doodslager toen hij begon” — Satan de Duivel (Johannes 8:44).