Zo’n drieduizend jaar geleden schreef een dichter: ‘Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan’ (Psalm 139:14, De Nieuwe Bijbelvertaling). Bent u ook niet diep onder de indruk van de manier waarop uit één enkele cel een baby groeit? Veel mensen zijn van mening dat het leven door een Schepper ontworpen is. (Lees Psalm 139:13-17; Hebreeën 3:4.)

Degene die het universum maakte en de aarde bewoonbaar heeft gemaakt, is ook de Schepper van het leven (Psalm 36:9). Hij heeft met mensen gecommuniceerd en ons over zichzelf verteld. (Lees Jesaja 45:18.)

Er zijn veel overeenkomsten tussen de anatomie van een mens en een dier. De reden daarvoor is dat zowel mensen als dieren door de Schepper zijn ontworpen om op aarde te leven. Hij maakte de eerste mens niet uit een dier, maar uit de aardbodem. (Lees Genesis 1:24; 2:7.)

Mensen verschillen in twee belangrijke opzichten van dieren. Ten eerste zijn mensen in staat hun Schepper te leren kennen, van hem te houden en respect voor hem te hebben. Ten tweede zijn dieren niet ontworpen om eeuwig te leven, maar mensen wel. Toch erven mensen op dit moment de dood, omdat de eerste mens de leiding van de Schepper verwierp. (Lees Genesis 1:27; 2:15-17.)